Een week lang kreeg kunstenares en dj Charlotte De Cock de Polestar 2 Standard Range Single Motor toegestopt. Gaat ze overstag? Of gaat de stekker er definitief uit?
In ‘Batterijders’ vraagt Sabato overtuigde petrolheads om hun diesel of benzine even in te ruilen voor een nieuw elektrisch exemplaar. Na een week gaan we langs met de vraag of elektrisch rijden hen heeft kunnen overtuigen.
De automerken stellen voor deze rubriek een wagen en laadkaart ter beschikking maar zijn niet betrokken bij de redactionele uitwerking van het artikel.
‘Op aanvraag heb ik de Citroën DS van een privéklant geschilderd bij een gekke achtergrond’, vertelt Charlotte De Cock in het gigantische appartement in het centrum van Antwerpen dat ze dezer dagen betrekt. Dat ze een diepe liefde voor auto’s koestert, is bekend. In onze Sabato-rubriek ‘Achter de poort’ verscheen ze ooit met haar MG Midget (1977), Mr. Mojo genaamd. Haar auto’s krijgen namen, jawel. En wanneer ze er aan tafel over vertelt, draait ze geregeld aan een denkbeeldig stuur.
'Een wild kind', zo noemde Luc Tuymans Charlotte De Cock tien jaar geleden, en uitte meermaals zijn waardering voor haar schilderwerk. Het was de tijd waarin ze dertien inspirerende Antwerpenaars levensgroot op doek portretteerde – onder wie Tuymans zelf, maar ook Jan Decleir, Guillaume Bijl en Fred Bervoets. Later maakte ze onder meer werk over de geïsoleerde woestijnbewoners in Californië aan wie ze haar hart verloor. Met de expo ‘Inner Child’ in het Raamtheater in Antwerpen toonde ze vorig jaar hoe ze wilde breken met al haar gewoonten en zich wat naar binnen keerde. Een jaar eerder was ze al met zichzelf getrouwd. ‘Sindsdien zit ik op een nog beter eiland, op een geheel eigen planeet’, zegt ze. ‘Het huwelijk met mezelf was een uitdrukking van het belang van zelfliefde. Het is heel cliché, maar het in je eentje goed hebben is belangrijk.’
Ook vorig jaar maakte ze op uitnodiging van de Biënnale van Tokio in het zakelijke hart van de stad live een muurschildering van tien bij tien meter. Nu legt ze de laatste hand aan een kookboek dat in de herfst moet verschijnen. ‘Twee jaar geleden nodigde ik bij me thuis veertig kunstenaars uit om te eten, onder wie Nadia Naveau, Joëlle Dubois en Sylvie Kreusch, maar ook internationale artiesten zoals de Japanner Yutaka Sone. Die diners en recepten staan in het boek verwerkt, samen met kunstwerken.’
Van alles stuk
Wanneer we aanstalten maken om richting Lillo te rijden, zien we in een bergvak penselen liggen. Hoewel de camera’s loepzuivere beelden naar het display sturen, kijkt ze bij het manoeuvreren nog altijd naar achteren. Moderne auto’s zijn niet aan De Cock besteed. ‘Halloooo!’, roept ze enkele straten verder. We rijden langs Seth, die hier wat verwaarloosd geparkeerd staat. Seth is een verweerde, rode Ford Taunus Ghia (1974), genoemd naar de acteur Seth Rogen en haar tweede klassieker. ‘Ik heb er keivaak pech mee’, vertelt ze. ‘Met de MG heb ik jarenlang probleemloos gereden, maar doordat hij te vaak stilstond, ging er ook aan die auto van alles stuk. Nu staat hij bij een vriend die eraan werkt. Doordat ik zo enorm heb zitten klooien met mijn auto’s, ben ik het gewend geraakt om steeds minder te rijden. Aangezien ik tegenwoordig wat in isolation mode verkeer, moet ik ook nog zelden ergens naartoe, en ik doe veel te voet. Maar deze zomer moeten ze allebei op punt staan. Dan kan ik eindelijk weer rijden.’
De compleet vernieuwde omgeving van de droogdokken herkent ze bijna niet. De Cock groeide op in Antwerpen, maar verhuisde ontelbare keren en bewoonde onder meer kastelen in Zoersel en Tremelo. ‘Toen ik terugkeerde, betaalde ik aanvankelijk 180 euro per jaar om Seth toegang te verlenen tot de lage-emissiezone’, vertelt ze. ‘Maar toen de wet verstrengde, mocht ik nog maar twaalf keer per jaar in de stad. Een gewone auto wilde ik niet: die rijdt gewoon van a naar b, terwijl met een oldtimer rijden al een ervaring op zich is. Ik heb toen overwogen om de MG te verkopen of er een kunstwerk van te maken en met de motorfiets te gaan rijden, ook al vind ik dat wat gevaarlijk. Een andere overweging was gewoon binnen de stad blijven rijden. Om boetes te voorkomen, moest ik dan gewoon de tunnels vermijden. Dan was het eigenlijk: betalen om de stad uit te rijden.’ (lacht)
Maar het is niet nodig. Sinds kort mogen oldtimers weer de LEZ in. ‘Zeer fijn’, zegt ze. ‘Wel jammer dat veel mensen hun oldtimers intussen hebben verkocht.’
Kwade blikken
‘Een nieuwe auto zou ik sowieso nooit kopen, gewoon al omdat ik dat niet kan betalen. Ik heb nooit geleerd om met geld om te gaan en kan mijn laatste vier euro aan een glas cava spenderen – dan maakt het toch niets meer uit. Daardoor lieten ook elektrische auto’s me eigenlijk koud voordat ik in de Polestar stapte. De voorbije jaren heb ik gedurende korte periodes wel met veel nieuwe auto’s gereden. Ik gebruikte ze van vrienden of huurde ze toen ik in de VS was. Behalve een oude Ford Ranger en een Volkswagenbusje zijn onder meer een BMW X3, de nieuwe Ford Mustang en een RAM 1500 Ramcharger de revue gepasseerd. Maar de doorsnee nieuwe auto vind ik vrij saai. In een oldtimer is instappen, starten, schakelen of iemand laten oversteken allemaal al een beleving op zich. Mensen lachen dan. Of ze kijken kwaad en doen teken dat hij stinkt. Ook leuk!’
‘Toen ik de Polestar samen met een vriendin die al elektrisch rijdt afhaalde in een grote hal in Vilvoorde, was de introductie kort en sec. De voorbije dagen ben ik onder meer naar Berchem, naar Lier en naar de Amerikaanse ambassade in Brussel gereden. Vijf jaar geleden werd ik door de Amerikaanse immigratiedienst in de luchthaven teruggestuurd omdat ik er had gewerkt. Nu wil ik terug, want ik wil graag deelnemen aan de Bombay Beach Biënnale in Californië. Daar speelt mijn tweede leven zich af, met veel fellow artists.’
‘Voor mijn doen waren dat intensieve autodagen’, lacht ze. De Polestar vindt ze best mooi. ‘De buitenzijde ziet er vrij fancy uit, maar binnenin is hij eenvoudig. Wat boring, eigenlijk.’ De auto is gitzwart en heeft een grijs interieur. ‘Ik heb daarover nagedacht. Voor een nieuwe vind ik het wel oké. Hij heeft iets chics.’
Paniekmomentje
‘Wiiii!’, klinkt het wanneer ze het gaspedaal indrukt. ‘Vooraf boezemden de verhalen over de acceleratie me wat angst in, maar de kriebels in de buik zijn zeer plezierig. Ook in deze basisversie met een vermogen van 220 kW ga je in no time naar zeventig kilometer per uur. Aan een rood licht is iedereen plots heel ver weg. Hij is ook vreselijk baanvast.’
En toch: in eerste instantie ervoer ze het rijden als enigszins teleurstellend. ‘Je rijdt eigenlijk niet meer zelf. De auto neemt alles over. Het is zeer gemakkelijk, maar ik vraag me af of wie in zo’n rijdende computer opgroeit eigenlijk nog met een auto kan rijden. Met een klassieker zal het in elk geval niet meer lukken.’
Charlotte De Cock (36)
Kunstenaar
| Daily | Ford Taunus TC Ghia (1974).
| Eerste | Volkswagen Polo Berline (1990).
| Beste | MG Midget (1977).
| Slechtste | Ford Taunus Ghia (1974).
| Droom | Dodge RAM; Jaguar E-Type; Ferrari Lusso.
‘Lane Assist voelde bij momenten gevaarlijk aan. Al dat geknipper en gepiep ook: ik werd er gek van. Of je rijdt een kleine straat in en ineens floept op dat scherm de camera aan. Er gebeurt voortdurend van alles rondom je. Op een bepaald moment sloot mijn veiligheidsriem zich keihard rond mijn borstkas. Het voelde alsof ik een ongeval had, terwijl ik stilstond. De oorzaak bleek een vrachtwagen die zeer dichtbij kwam. Het was enorm schrikken. Ik vond het eng. Net als de wandelaars in de wandelrijstraten die je niet horen. Ik toeter dan eens. Een beetje bot, een beetje boertig, maar het kan niet anders. Het is lastig. Gevaarlijk ook.’
‘Maar op zich is het zeer leuk rijden’, erkent De Cock. ‘Ook het feit dat de auto vanzelf remt als je het pedaal minder diep indrukt, went en is eigenlijk fijn, maar het is wel ook zoiets dat illustreert hoe weinig je nog zelf moet doen.’
Dat niet alles via het grote scherm gebeurt, leidde tot een spannend moment. ‘Ik bevond me op de grote rotonde in Wommelgem in superdruk verkeer. Het regende hard en ineens dampten de ramen compleet aan. Ik zag geen steek voor de ogen en begon op het scherm te zoeken hoe ik de ontwaseming kon aanzetten. Maar dat bleek nu net een van de weinige functies waarvoor er gewone knoppen zijn. Paniekmomentje! Maar op zich een goed voorbeeld van doordachte ergonomie. Het menu van het scherm is op zich keihandig, maar niet terwijl je rijdt. Dat is zoals met je gsm bezig zijn. Je bent er echt op gefocust.’
Navigeren doet ze met... Waze. Ze plaatst haar telefoon tegen het scherm, waar hij voortdurend tegenaan tikt of omvalt. ‘Ik ben Google Maps niet gewend’, lacht ze. ‘Goed bezig, Charlotte.’
Chill
‘Bij me thuis om de hoek is een stekker. Ook daarvoor was ik vooraf wat zenuwachtig. En jawel: toen ik na een uur terugkeerde, bleek er niets gebeurd. Ik had iets verkeerd gedaan. Nadien ging het prima, hoor. Voor een weinigrijder als ik vind ik een reële autonomie van vierhonderd tot vijfhonderd kilometer heel chill. Aanvankelijk stond ik er sceptisch tegenover: meer geklooi dan wat anders, dacht ik. Maar als je makkelijk laadpalen vindt en de auto in een uur oplaadt: ça va, eigenlijk. Kan het in slechts een halfuur? Wauw! Dat is zoals een telefoon. Ik dacht aanvankelijk: een hele nacht.’ (lacht)
De instapprijs voor de Polestar 2 Standard Range Single Motor bedraagt iets meer dan 43.000 euro. En voor upgrades worden er kortingen tot 9.000 euro gegeven. ‘Die prijs vind ik wel meevallen. Dat er behalve banden en remmen amper onderhoud is, scheelt ook – de kosten aan mijn twee klassiekers van de voorbije jaren indachtig. Maar toch: voor dergelijke bedragen rij ik gewoon niet genoeg. Voorlopig kies ik dus toch voor écht rijden met Mr. Mojo en Seth. Maar áls ik elektrisch zou rijden, is de kans reëel dat ik voor een Polestar zou gaan. Voor mensen die elke dag naar hun werk moeten en voor kloteritten in de drukte is het een zalige, rustgevende auto. Ik zal hem toch een beetje missen. Ik denk er nu aan dat ik nog wat afspraken voor de boeg heb. Zou ik hem misschien nog een weekje kunnen gebruiken?’