Sinds ze voor haar 18de verjaardag een MGB cadeau kreeg, heeft Sarah Parent het autovirus beet. Als Go Forest-CEO kan en wil ze niet anders dan elektrisch rijden.
Met een ingehouden glimlach verschijnt Sarah Parent aan de rand van het Muziekbos in thuishaven Ronse. Haar donkerblauwe BMW iX3 (2022) ligt haar nauw aan het hart. ‘Ik heb hem net gepoetst - kijk, er hangt een arbre magic in’, lacht ze. Het duurt niet lang of we zitten in een zwart leren interieur met blauwe accenten - de kleur van elektriciteit, bleek de jongste jaren. ‘De iX3 wordt vaak aan onder anderen vertegenwoordigers gegeven, maar toch voel ik soms een soort schaamte als ik bij een klant de parking oprijd’, zegt ze. ‘Ze gaan judgen, denk ik dan altijd. Er zal commentaar komen. Het is geen Maserati, maar wel een mooie auto. En elektrische auto’s zijn nog vrij duur. Maar met mijn job kan ik niet in een benzine- of dieselwagen verschijnen. Ik wil mensen inspireren om elektrisch te rijden, ook al is het vanuit ecologisch oogpunt nog niet perfect. En ik weet wel: als zelfstandige is het zeer interessant, maar voor particulieren is de fiscale stimulans er nog niet echt.’
‘Ik ben wel blij dat het fiscale voordeel voor hybridewagens werd geschrapt’, voegt ze eraan toe. ‘Dat vond ik van de pot gerukt. Een: het zijn vaak laadpaalplakkers - ze staan er een hele nacht om voor 40 kilometer te laden. En twee: velen die een hybridebedrijfswagen krijgen, laden nóóit op. Ik denk nogal zwart-wit: of je rijdt op benzine of diesel, of je rijdt elektrisch.’
In 2020 werd Parent medeoprichter van Go Forest, waarmee ze bedrijven ertoe aanzet te investeren in herbebossing wereldwijd. Vorig jaar stapte het Zwitserse South Pole, de grootste klimaatconsultant ter wereld, in het kapitaal. Dit jaar kwamen er twee complementaire start-ups bij: Go Ocean, voor oceaanherstel, en Go Smart Digital, dat kmo’s helpt hun digitale footprint te reduceren. Midden september verschijnt haar boek ‘Not your average climate activist’, uitgegeven bij Lannoo Campus. Dat ze voor de laatste schrijffase naar Ibiza vloog, illustreert de titel. ‘Ik ben niet wat je verwacht’, zegt ze. ‘Ik hou van authenticiteit en transparantie. Mijn visie is middenwegactivisme: haalbare, maar impactvolle gedragsveranderingen. Ik geloof meer in duizend bedrijven die iets kleins doen dan in drie perfecte. Ook ik ben geen perfecte groene. Ik reis nog altijd graag, drink champagne met resten van pesticiden en eet soms een stuk vlees.’
MGB
We vertrekken. ‘Ik hou wel van het zachte rijden’, lacht ze. ‘De iX3 voelt een beetje als een gocart. Als kind was ik daar aan zee altijd supergelukkig in. De acceleratie is ook erg fijn. Je hebt niet dat inerte gevoel van een benzine- of dieselwagen.’
Ze heeft iets met auto’s, jawel. ‘Zodra het kon, wilde ik mijn rijbewijs halen. Zeker toen was een auto hebben synoniem aan vrijheid: gaan en staan waar ik wilde, onafhankelijk van het openbaar vervoer dat ’s nachts niet rijdt. Ik heb er toen geen gras over laten groeien. Bovendien kreeg ik voor mijn 18de verjaardag van mijn peter een oldtimer, een coole MGB. Een zalige auto, maar ik heb hem na een paar jaar verkocht om in mijn laatste jaar de eerste productie voor Zikini mee te financieren, mijn ondernemersverhaal als student (ze combineerde een badpak met een bikini, wat erg innovatief bleek, red.). Voor vijfhonderd euro of zo. Zoals bij veel oldtimers liepen de herstellingskosten hoog op. Als student was het ook niet evident om er een plaats voor te vinden.’
Autobiografie
Sarah Parent (33), medeoprichter en CEO van Go Forest, en medeoprichter van Go Ocean en Go Smart Digital
| Eerste | MGB (+/-1969)
| Slechtste | MGB (+/-1969)
| Beste | BMW i3X (2022)
| Met spijt verkocht | MGB (+/-1969)
| Droom | De elektrische Porsche Taycan. ‘Porsche heeft megamooi groen. Maar dat kan ik echt niet maken en betalen.’
Haar studentenjaren hebben haar op wel meer vlakken gevormd. ‘Op mijn 19de reed ik met een vriend mee in een oude Volvo. De banden waren versleten, we slipten en gingen twee keer over de kop. Sindsdien is een veilige auto voor mij superbelangrijk. Terecht, bleek ook eerder dit jaar. Toen heeft hij mijn leven gered. Ik was in slaap gevallen. De Lane Departure Warning-functie heeft me letterlijk op de baan getrokken. Met een piep erbij, waardoor ik wakker schoot. Tegen 120 kilometer per uur, jawel. Mijn broer had vorig jaar een total loss met zijn Volvo. De airbags redden zijn leven. Het leeft dus wel in de familie, een veilige hightechauto. Ik heb niets tegen een Smart, maar om er hele dagen mee op de weg te zijn zou ik me er niet veilig in voelen.’
‘Autonoom rijden doe ik soms op de autosnelweg, als het verkeer meevalt’, zegt ze. ‘Hij doet dat goed. Op reis naar Zuid-Frankrijk heb ik het ook gebruikt. Je moet je handen aan het stuur houden, maar met je knie werkt het ook. Maar ik heb niet graag dat de auto remt voor mij. In de praktijk ben ik een zeer manuele rijder. Zelfs cruisecontrol gebruik ik zelden. Je blijft meer gefocust, en wakker, als je veel zelf moet doen. Hoe luier je als chauffeur wordt, hoe gevaarlijker. Volledig autonoom rijden, zodat je op de achterbank iets kan eten, zou ik wel zien zitten, maar hoewel ik geen technicus ben, denk ik: het is alles of niets. Zolang je een mix hebt tussen mens en computer, zullen er ongevallen gebeuren. Die computer wordt getraind op basis van patronen, terwijl menselijk gedrag onvoorspelbaar blijft. Zolang het niet 100 procent is, rij ik liever zelf. En die overgang vraagt veel tijd.’
Twintig snelheidsboetes
Voor haar hang naar een mooie, veilige auto heeft ze wel wat over. ‘Deze auto zijn mijn grootste kosten: ik heb BMW Financial Renting en betaal 934 euro per maand, exclusief btw. Daarom ben ik er ook zo aan gehecht. Als iemand anders ermee rijdt, word ik ambetant. Normaal ben ik zo niet, maar dit kost me te veel geld. Het is een van de weinige uitgaven waaraan ik echt veel belang hecht. Ik ben heel vaak onderweg. Een auto is ook mijn tweede kantoor, mijn bureau op wielen. En de achterbank mijn kleerkast.’ Ze wijst naar enkele kapstokken. ‘Als ik ’s avonds ga eten, verander ik weleens van jas en schoenen.’ (lacht)
In omgekeerde volgorde somt ze haar vorige auto’s op: een BMW 330e, een 5-serie, een 5-serie Break, een 3-serie en een 1-serie. ‘Ik ben nogal BMW-minded, ja’, lacht ze. ‘En ik heb al twaalf jobs gehad, dan verandert een mens al eens van auto. Maar dus altijd BMW. Een slechte auto was er nooit bij, wel slippen ze gemakkelijk. De achterwielaandrijving, ja. Ofwel ligt het aan mij.’ (lacht)
‘Met de hybride 330e had ik al een contract bij BMW. Ik laadde hem wél voortdurend op, maar ook dan was de elektrische actieradius minimaal. Toen ik Go Forest opstartte, kon ik niet anders dan elektrisch rijden, waardoor ik die auto zeer snel heb ingeruild. En ik moest wel bij BMW blijven, zo niet moest ik een afkoopsom van 8.000 euro betalen. Op dat moment waren de wachtlijsten immens, en dus werd het een stockwagen die ik niet kon kiezen. Zelf had ik een zwarte gekozen. Of megafelgroen.’
Ze kreeg de superuitgeruste topversie Impressive, die vandaag in de catalogus staat met een basisprijs van 78.660 euro. ‘Behalve de Lane Departure Warning hou ik erg van het panoramisch dak. En ik hecht ook veel belang aan Apple Car Play, wat Tesla niet ondersteunt. Als ik van mijn bureau naar mijn auto ga, kan ik bij wijze van spreken gewoon voortwerken. Mijn whatsappberichten worden luidop voorgelezen en ik heb Spotify. En zonder Waze kan ik niet meer. In maart had ik twintig snelheidsboetes. Mét Waze, laat staan wat het zou zijn zonder. Dan ga ik wellicht failliet. Waze is gewoon superpraktisch. De app stuurt je wel langs boerenwegen, maar hij weet waarom en soms word je verrast door mooie dingen op je weg. Waze wordt gemaakt door mensen voor mensen, en dat steun ik graag.’
‘Ik voel meer voor BMW en Audi dan voor Tesla. Dat extreem minimalistische interieur is niet mijn ding. Ik heb graag comfort. Polestar heb ik wel overwogen, maar ik had toch een lichte voorkeur voor BMW. Vooral esthetisch, maar ook omdat er bij Polestar weinig persoonlijke service is. Ik ben in de ‘Space’ in Gent geweest. Leuke vibe, maar ook heel basic. Je krijgt de uitleg, en daarna moet je je auto zelf online samenstellen en bestellen. Dat doe ik niet graag voor een auto. De kosten zijn te groot. Ik vind de showroom experience nog altijd belangrijk.’
Levenscyclus
Na 21 maanden heeft de auto 47.000 kilometer op de teller. ‘Sinds de coronapandemie doe ik wel meer videocalls’, zegt ze. ‘Ook dat heeft een impact. Zoals alles een impact heeft. Maar hij is wel veel lager.’ Over de essentie van elektrisch rijden is ze kritisch. ‘Het is nice als je met hernieuwbare energie kan laden, maar met grijze stroom is het nogal dubbel. Een moderne dieselwagen heeft ook een beperkte CO₂-uitstoot. En ook de productie van de batterijen is vaak niet zo koosjer. Die dingen moet je altijd genuanceerd naar voren brengen. Maar uit impactcalculaties van de complete levenscyclus van een auto blijkt wel dat de CO₂-uitstoot van een elektrische wagen beduidend lager is dan die van een op diesel of benzine, ook als je de productie en het CO₂-equivalent van de gebruikte grondstoffenverbruik meetelt. Natuurlijk: elektrisch autorijden is niet dé oplossing. Je moet kijken naar mobiliteit als geheel. Trein, tram en fiets zijn altijd beter. Maar zoals gezegd: ik ben ook niet perfect. Ons kantoor is wel dicht bij Brussel-Centraal, maar ik neem zelden de trein. Ik heb vaak een zestal afspraken per dag, en veel klanten bevinden zich in industriezones. Dan is dat niet zo handig. Ik heb ook geen zonnepanelen. Ik woon in een appartementsgebouw en het staat niet op de planning. Ik heb er wel een staanplaats met laadpaal en ben klant bij Bolt, dat groene, lokale energie levert.’
Aan haar paal heeft ze zowat zeven uur nodig om de batterij met een nettocapaciteit van 74 kWh op te laden. ‘Een nacht dus, dat is perfect’, zegt ze. ‘Ik ben superpositief over mijn auto, behalve over de slechte autonomie. Die suckt, maar dat geldt voor elektrische wagens in het algemeen. Al is ook dat dubbel: laden is een verplicht en soms welgekomen pauzemoment. Maar toch: de catalogus vind ik een beetje bedrieglijk. Er staat ‘tot 460 kilometer’, maar in de praktijk is hij volgeladen op 330 kilometer. Toen ik de auto destijds afhaalde, was het rijbereik hoger dan ik het zelf ooit nog heb gekregen. Toen ik naar mijn garagist belde, legde hij uit dat zij wel zo ver kunnen laden, maar dat voor ons de capaciteit van de batterij op pakweg 80 procent wordt geprogrammeerd, om ze te sparen. Een soort beveiliging, dus. Op zich is dat niet slecht. En misschien kan ik dat ook aanpassen, maar ik weet niet hoe dat moet.’
‘Toegegeven: bij remmen en bij zeer gelijkmatig rijden in de ecostand laadt hij wel bij’, voegt ze eraan toe. ‘In die stand word je ook begeleid om maximaal energie te recupereren. Ik maak er een sport van om van hier in Ronse naar Gent te rijden zonder dat er kilometers af gaan. Of dat er zelfs bijkomen. Op die manier kom ik wel aan een rijbereik van zowat 400 kilometer. Cool eigenlijk, zo’n incentivising gedragsmodel. Al moet ik bekennen: in mijn gejaagd leven kom ik daar meestal niet aan toe. Als ik naar pakweg Nederland rij wel, omdat ik onderweg zo min mogelijk wil stoppen, maar tijdens kortere ritten denk ik algauw: gazze geven.’
De elektromotor van de iX3 is daar met 286 pk en een koppel van 400 nm vrij goed voor uitgerust. De auto spurt in 6,8 seconden naar honderd kilometer per uur. De topsnelheid is begrensd op 180 kilometer per uur.
Laadpaalbemiddelaar
Over de laadinfrastructuur wil ze nog wel wat kwijt. ‘Vlaanderen is rijkelijk voorzien, in Wallonië is dat anders’, zegt ze. ‘Als we daar bomen planten, krijg ik stress. Onlangs vond ik in Florenville een tankstation met één laadpaal, waarna ik onder mijn voeten kreeg van iemand die ook wilde laden. Toen heb ik net genoeg geladen om thuis te raken. Niet iedereen heeft zoveel respect. Ik stond eens in nijpende tijdnood met een quasi platte batterij in Eke-Nazareth. Staat daar een Nederlander: ‘Nou, ik heb eigenlijk voldoende, maar ga toch nog even door tot 100 procent.’ Dergelijke discussies zijn er continu aan gewone tankstations. Je moet echt staan onderhandelen. Je zou denken: goed om te netwerken. Maar dat is het niet, want iedereen is daar pissed. Vaak is ook een van de twee laadpalen buiten gebruik. Dan begint het: wie gaat hem gebruiken? Waar moet je naartoe? Dat kan de laadtijd serieus verlengen!’ (lacht)
Laadpaalbemiddelaar: het zou blijkbaar een nieuwe job kunnen zijn in de nieuwe economie. ‘Je hebt die verhalen nog niet gehoord? Allemaal Tesla-rijders, zeker? Het Tesla-laadnetwerk heb ik nog niet gebruikt, nee. Kan dat echt met een andere auto? Tegenwoordig laat ik me wel zo vaak mogelijk naar Fastned leiden. Ik ben altijd blij als ik dat gele vleugeltje zie. Daar moet je niet wachten, gaat het supersnel en ben je in mooie omgevingen, met bomen en bankjes. Chill. Maar je vindt ze niet zomaar overal. Rond Mechelen en Brussel zijn er bij mijn weten meer dan in Oost- en West-Vlaanderen. Ze zijn wel enorm aan het groeien.’
Ze dist nog een anekdote op. ‘Toen ik hem pas had, had ik nog geen laadkaart. Doe ik wel met de app, dacht ik. Ik was vergeten dat je ondergronds geen bereik hebt. Waardoor mijn laadkabel kwam vast te zitten. Ik heb me er toen als Tarzan aangehangen, waarna hij losschoot en ik achterover viel. Op dat moment zag ik een camera in die parking. Die mens aan de receptie zal gelachen hebben.’
‘Voorts geen problemen of pannes’, lacht ze. ‘Ik ben wel een plantrekker. De bandenspanning en ruitenwisservloeistof hou ik zelf in het oog. Met alles wat je in een tankstation kan kopen, ga ik zelf aan de slag. Mijn auto is nog nooit in de garage geweest. Nu zegt hij me dat ik in november eens moet langsgaan.’