Autoverzamelaar Philippe Brems verbouwde een oude koekjesfabriek tot autowalhalla, met allerlei iconische klassiekers op een rij. Zijn favoriet kreeg een plekje in het salon: een knalgele Porsche 912 uit 1969.
Daily: Audi A5 2.0 TFSI Quattro (2010). ‘Heel plezierig, als hij rijdt.’
Het is een idyllisch kader waarin Philippe Brems ons ontvangt. ‘In 1686 kwam hier een boerderij, die uitgroeide tot een herenhoeve met een slotgracht’, vertelt hij. ‘Later werd het een jezuïetencollege. Ik kocht het van een industriële familie. Oorspronkelijk was het hun buitenverblijf, rond 1950 bouwden ze er een koekjesfabriek bij.’ Hij maakte er een cohousingproject van, met vijf eenheden. ‘Zo werd het betaalbaar. En hier is ruimte in overvloed.’
Dat treft. Want hij houdt niet alleen van oude huizen. De oldtimerpassie ging van zoon op vader. ‘Ik hield altijd wel van de Ford Mustang, maar die liefde was wat bekoeld’, zegt Ivan Brems. Tot Philippe me tien jaar geleden continu foto’s van de Mercedes-Benz 190 SL begon te sturen.’
Vader: een Mercedes cadeau
Eerste: Toyota Celica (1976). ‘Dertien ongevallen mee gehad, waarvan eentje door mijn schuld.’
‘Hoewel moeder hem eerst te duur vond, gingen we achter vaders rug toch met een proefrijden’, lacht de zoon. ‘En kort voor zijn zestigste verjaardag brachten we hem geblinddoekt naar de verkoper. De goudkleur is niet origineel. Ze hoort bij de latere Pagode. Maar dit is een van de mooiste exemplaren die ik al zag - vaak zijn ze crêmekleurig of babyblauw.’
‘Intussen heb ik er zes deelnames aan de Tour Amical mee achter de kiezen’, zegt Ivan. ‘De Tour Iberical en Sardegn’Amical deed ik samen met mijn vrouw. Dat was vermoeiender: ik moest altijd zelf rijden. Als ik met mijn zoon of schoonzoon rij, wisselen we af.'
'De eerste keer ging de alternator stuk: elke avond moest ik de batterij demonteren en opladen. Later heeft hij me nooit meer in de steek gelaten. Ik ken mensen met een 190 SL in concoursstaat, maar ik wil rijden. Het is een volbloed cruiser. Heerlijk in de bergen. Al moet je in een haarspeldbocht soms terugschakelen naar eerste.’
Zoon: verliefd op Porsche
Sindsdien kwam er zowat elk jaar een klassieker bij. ‘Ikzelf ben verliefd op Porsches sinds mijn zesde - ik herinner me de eerste Porsche 911 die ik zag, op de parking van de tennisclub’, zegt Philippe. ‘Dit exemplaar van mijn geboortejaar 1985 is origineel en compleet gedocumenteerd. In 1987 werd hij naar Texas verscheept, vanwaar ik hem zeven jaar geleden terughaalde.'
'Maar ik rij nog liever met de Porsche 912 (1969), zeker op kleine wegen. De gewichtsverdeling is anders. Hiermee heb ik ook al op Spa en Zandvoort gereden - met de witte niet: een eerste lak kan je niet herstellen. Ik kocht hem in Nederland. Wellicht werd hij eerder in de VS gerestaureerd. Normaal heeft de 912 slechts 90 pk. Deze heeft er 130, zoals de 911 T, terwijl hij 100 kilogram lichter is.’ Hij wijst naar het kinderstoeltje. ‘Het is ook de favoriet van mijn dochter van drie.’
Deze auto staat in een ingericht salon. ‘Hier komen we na het fietsen onder vrienden pintjes drinken. Of we kijken naar de koers of het voetbal. De Moto Guzzi 850 T3 (1978) begon ik op mijn 22ste te strippen. Ik herleidde alles tot de essentie, monteerde een handgemaakte aluminium benzinetank, een custom zadeltje, een andere ophanging. Maar hij rijdt nogal spartaans. De V50 (1983) is comfortabeler. Sleutelen leerde ik uit boeken en onlineforums, en van bevriende mechanici. Zodra je een rem van een motorfiets kan reviseren, lukt het ook bij een Porsche.’
Vader houdt het bij rijden. Verderop, waar vroeger koekjes werden gebakken, staat nu een rij klassiekers. ‘De kunst is: er vijf bijhouden en voorts wat wisselen. De Renault 4CV (1955) is origineel en heeft 63.000 kilometer op de teller. De stoelen werden herbekleed met de juiste stof. Deze auto is niet veel waard, maar wel dikke fun. Op een dagrally kwam ik er anderhalf uur mee te laat op de barbecue. Hij roept zelfs sympathie op bij autohaters.’
Gedeelde favoriet: de Jaguar E-type
‘Een auto is geen investering, maar moet wel een goeie deal zijn’, vindt hij. ‘De MGB (1965) is een miskoop: mechanisch en optisch is hij niet in orde. Ook de Porsche 911 Cabriolet Works Turbo Look (1986) en de Mercedes-Benz 450 SL (1979) mogen weg. Soms moet je eens iets kopen om te weten dat je er toch niet verliefd op bent. De Jaguar E-Type Series 1 (1964) is wél een blijver.’
‘Tot het eind onzer dagen’, lacht Philippe. ‘Niet alleen om zijn lijn is dit een van de iconen van de 20ste eeuw. Hij was zijn tijd ver vooruit. Een 911 had 130 pk, deze 265. Na de financiële crisis ontploften de prijzen en werden er massaal wrakken gerestaureerd, vaak met een hoop plamuur. Mogelijk was er een overaanbod. Onlangs kelderden de prijzen.'
'Ik ben er niet rouwig om: speculanten verknoeien de lol een beetje. Deze komt van een Nederlander die alle facturen bijhield sinds hij in 1997 aan de restauratie begon. Net toen we hem wilden halen, ging de grens dicht. We hebben dan maar een transporteur ingeschakeld. Vanmorgen ben ik ermee naar de keuring gereden. Plezant, man!’