Hij heeft een helikopter in de garage staan, maar echt zweven doet Patrick Vansweevelt met zijn oldtimers uit het voormalige Oostblok.
Sinds Patrick Vansweevelt op zijn 14de de uitvindersbeurs Eureka in Brussel bezocht, is hij bezeten van techniek. Thuis in zijn garage toont hij een helikopter. ‘Een vroege Robinson R22 HP uit 1980’, zegt hij. ‘Ze werden ontworpen om na 2000 vlieguren weg te gooien. Ik betaalde meer dan hij waard was, maar heb hem uit elkaar gehaald en gereviseerd tot een nagenoeg nieuw toestel.’ De luchtgekoelde viercilindermotor staat op een bok, met bewaarolie en silicagel-bougies.
‘Ik heb jarenlang als privépiloot gevlogen. De microbe deed ik op toen ik in 1982 als reservist-paracommando in Schotland de knuppel eens mocht overnemen. Maar wegens een hartprobleem mag ik het sinds 2008 vergeten. Ja, dat doet hartzeer.’
Vansweevelt is ondervoorzitter van de Vlaamse Vehikel Klub, een van de grootste oldtimerclubs van het land. Hij neemt ons mee naar zijn loods, waar hij aan 15 auto’s knutselt. ‘Mijn vrouw zegt dat ik 150 jaar moet worden om alle projecten klaar te krijgen. Van deze Barkas B1000 Diesel (1987) met een 700 millimeter verlengd chassis werd er maar één exemplaar gebouwd. Hij werd nieuw geleverd bij de Belgische invoerder Pierreux. '
'Achteraan stond een metalen container, waarmee hij op jaarmarkten diende als drank- en foodtruck. In plaats van die container los te schroeven heeft iemand hem afgebrand. Het chassis ging deels mee in vlammen op. Alle onderdelen zijn nog verkrijgbaar, maar ik heb ze zelf gemaakt, precies zoals het origineel.’
‘Mijn fascinatie voor Oost-Europese auto’s kwam er toen vrienden uit de Sovjet-Unie me in 1995 tussen kerst en Nieuwjaar uitnodigden. Ik vind de modellen prachtig en hou van de nostalgie errond. En vooral: de techniek is supereenvoudig. Zo’n tweetaktmotor bestaat uit slechts vijf bewegende delen. Er kunnen er dus niet meer stukgaan. Ja, ze zijn vervuilend. Maar het is ook erfgoed.’
Mijn vrouw zegt dat ik 150 jaar zal moeten worden om al mijn oldtimerprojecten klaar te krijgen.Patrick Vansweevelt
Van de Trabant heeft hij alle series. ‘Dat ze niet roesten, klopt niet. Alleen de buitenpanelen zijn van het zogenaamde duroplast. De rest is wel degelijk van metaal.' Hij toont een Trabant 600 Kombi (1962) waarop een hippie zijn creativiteit botvierde. En een 1.1 Kombi uit het laatste productiejaar 1990, met de originele 1.1-motor uit de Volkswagen Polo die toen pas de tweetaktmotor had vervangen.
‘De GAZ M20 Pobeda is van mijn geboortejaar 1959. Pobeda betekent overwinning. Stalin droeg op de auto zo te noemen, omdat tijdens de ontwikkeling ervan de neergang van nazi-Duitsland lonkte. Hij heeft een knap interieur, met veel metertjes en een mooie klok.’
De GAZ M21 Volga staat er in vijfvoud, waarbij een aantal van de eerste eigenaar. Twee stuks haalde hij ruim tien jaar geleden op in een West-Vlaamse wei. De modder hangt nog aan de wielen. ‘Een Wit-Rus die alle mallen en oude stocks opkocht, levert alle onderdelen nieuw. Voor een kabelboom betaalde ik 123 euro. Voor dat geld kun je hem zelf niet maken. Nu stijgen die prijzen wel, omdat het in Rusland weer een cultwagen wordt. Ook grootverzamelaar Jay Leno heeft er een.’
‘De Skoda 105 L (1987) kocht ik van de eerste Belgische eigenaar, met de originele aankoopfactuur en 62.000 kilometer op de teller. Op 13 maart 2020 trok ik ermee naar de keuring, net voor het land dichtging. De keurder vond dat hij vooraan nogal hoog stond. Hij wist niet dat de motor achteraan ligt. Een zak zand voorin is handig: bij 100 km/u kan hij anders wat gaan zweven.’
Als contrast met zijn oosters spul heeft Vansweevelt enkele gedemonteerde Cobra’s liggen: een Brits-Amerikaans icoon waarvan talloze kits op de markt kwamen. ‘Dit exemplaar is van Sheldonhurst’, wijst hij. ‘Het chassis is al gezandstraald. Vaak worden V8-motoren gebruikt, maar hierin komt een 2.9-liter zescilinder Cosworth-motor uit de Ford Scorpio.’
En er staan warempel ook mallen om het koetswerk en dashboard in polyester te maken. ‘Die kocht ik van wijlen Willy Lambrechts, de Belgische verdeler van kitcarbouwer Pilgrim Motorsports. Vandaag kun je nog steeds een nieuwe Cobra-kitcar bouwen. Maar in ons land is de homologatieprocedure lang en moeilijk. Je bent beter af in Duitsland.’