Dexia-CEO Karel De Boeck bij zijn Alvis TE 21 Drophead Coupé uit 1965. ’Er zijn er maar negentig van gemaakt.’
Dexia-CEO Karel De Boeck bij zijn Alvis TE 21 Drophead Coupé uit 1965. ’Er zijn er maar negentig van gemaakt.’
© Thomas Vanhaute

Dexia-CEO Karel De Boeck over zijn unieke Britse oldtimer

'We zijn actieve tuiniers', zegt Dexia-CEO Karel De Boeck (65), die zopas 120 bloembollen heeft geplant. Van de tuin stappen we naar de garage, waar hij zijn Alvis TE 21 Drophead Coupé uit 1965 koestert. In prachtig lindegroen en met een groen, lederen interieur met veel hout. 'Hij heeft een aluminium koetswerk met acht lagen lak. En een zeer plezante motor. Al heeft die af en toe kuren.' De Boeck krijgt hem toch gestart. 'Da's nog eens een geluid, niet?'

Advertentie
In 1967 rolde de laatste Alvis van de band.
In 1967 rolde de laatste Alvis van de band.
© Thomas Vanhaute

'Er zijn er ongeveer negentig gemaakt, geloof ik, waarvan zowat de helft is overgebleven. Bij mijn weten zijn er in België drie exemplaren. Ik vond deze in 1999 op een beurs in Eindhoven. Behalve een kapotte koppeling heb ik nooit pech gehad. Of toch, één keer. In Gevrey-Chambertin.'

Er staat 94.000 mijl op de teller. 'Ik heb er vijf lange rally's mee gereden, onder meer langs Biarritz, de Alpen en de Pyreneeën. Nu rijd ik er 2.000 kilometer per jaar mee. Om echt te reizen heb ik geen tijd. Maar de wagen doet wel dienst voor bruiloften in de familie. En ook aan de Zoute Grand Prix heb ik deelgenomen. Daar is rond klassieke auto's echt een gemeenschap gegroeid. Maar ik ben er een amateur.'

Advertentie
Advertentie
Het groene, lederen interieur matcht perfect met het lindegroene koetswerk.
Het groene, lederen interieur matcht perfect met het lindegroene koetswerk.
© Thomas Vanhaute

In de jaren 20 en 30 was Alvis vrij succesvol in races. Later maakten ze ook militair materieel. In 1967 zijn ze gestopt met auto's - een grote verliespost. Alvis in Coventry was een van de laatste microbedrijven in de autobranche. En een van de laatste auto's met een 'rolling chassis', waarop een carrosserie van een ander merk werd geplaatst. Deze komt van Mulliner Park Ward, dat ook koetswerken voor Rolls-Royce maakte. Die mooie lijn: eenvoudiger kan je een auto toch niet tekenen.'

'Mijn vrouw is te klein om ermee te rijden. Er is ook geen servo. Als je er in de bergen dagelijks haarspeldbochten mee neemt, krijg je zó'n biceps. Zij heeft een Mercedes 300 SL uit 1993 waarmee ze dolgraag rijdt.'


Dagelijkse auto: Mercedes ML 300 CDI 4Matic.
Eerste: Renault R4.
Beste: Mercedes 300 SEL uit de jaren 80.
Slechtste: Een Lancia uit begin jaren 90.
Droomauto: Aston Martin DB5.

'Nieuwe auto's interesseren me nauwelijks, maar de liefde voor oude is er altijd geweest. Als vijfjarige vroeg ik bij elke auto die we tegenkwamen of ik hem mocht aanraken. Ik kan het niet verklaren. Thuis had niemand iets met auto's. Als student had ik een Renault R4, waarvoor ik geregeld op autokerkhoven onderdelen ging zoeken. Je kon er ook in slapen, niet comfortabel, maar toch. Later wisselde ik altijd een Mercedes S-klasse af met een BMW 7. Na vier jaar en meer dan 300.000 kilometer ruilde ik ze in. Nu ga ik met de trein naar kantoor. De files, ja. En sowieso werk ik drie dagen per week in Parijs.'

'The difference between men and boys is the price of their toys. Misschien koop ik er na mijn pensioen nog een. Als de prijzen weer wat dalen. De echte topauto's pieken nu. Een Mercedes Gullwing is hot, maar op een dag zijn de verzamelaars die ook beu. En niet alle auto's gaan veel geld: een Rolls-Royce Silver Cloud van dertig jaar oud bijvoorbeeld heb je voor 20.000 euro. Maar daar wil ik nooit mee rondrijden. Zó pretentieus.'

Advertentie
Gesponsorde service

Lees Meer