Deliverect-CEO Zhong Xu | ‘Ik hou niet van volledig elektrisch rijden’
In vijf jaar tijd bouwde Zhong Xu het foodtechbedrijf Deliverect uit tot een Belgische unicorn. Een rit in zijn Volvo XC90 T8 AWD Ultimate, een dijk van een plug-inhybride.
In vijf jaar tijd bouwde Zhong Xu het foodtechbedrijf Deliverect uit tot een Belgische unicorn. Een rit in zijn Volvo XC90 T8 AWD Ultimate, een dijk van een plug-inhybride.
In ‘Batterijders’ rijdt Sabato mee met mensen die de overgang naar elektrisch rijden hebben gemaakt, op zoek naar de details van hun leven achter het stuur.
‘Ik sta graag in de file’, zegt Zhong Xu als hij ons ontvangt in de Gentse hoofdzetel van Deliverect. Die liefde groeide in 2011, het jaar waarin hij samen met Jan Hollez zijn eerste bedrijf Posios oprichtte. ‘We werkten vooral in Brussel en stonden bijna elke dag twee tot drie uur aan te schuiven op de E40. Met 4G op de laptop hebben we toen maandenlang software geschreven in de auto. De ene reed, de andere codeerde.’
Het bleek ook de ideale context om ideeën of conflicten te bespreken. ‘In de file kan je niet ontsnappen. Het zijn de enige momenten waarop je eens stilzit en niet met je gsm bezig bent – dat doe ik nooit aan het stuur.’ Toch zit Xu niet te wachten op de zelfrijdende auto. ‘Dan word je lui of ga je wel op je gsm kijken. Dan neem je beter een taxi. Mijn Volvo rijdt semi-automatisch: hij blijft op zijn rijvak en remt zelf. Dat is oké. Maar een compleet autonome auto zou ik niet vertrouwen. Die moet maar één keer haperen.’
‘Bovendien rijdt zo’n auto met jou, terwijl ik zo graag met de auto rijd. Roadtrips zijn mijn grootste plezier. Onlangs zijn we met de Volvo zijn naar Zuid-Frankrijk gereden. Maar het hoeft niet met mijn eigen auto. Toen ik onlangs voor het werk in Los Angeles was, heb ik een BMW 3-serie Cabriolet geleend en ben ik ermee naar San Diego gereden in plaats van erheen te vliegen. In Las Vegas huurde ik een Ford Mustang. Dan voel ik me als een kind in een snoepwinkel. Muziek, het landschap, een muscle car, en rijden maar. Uren aan een stuk, moe word ik nooit. Ook toen ik vier dagen in Schotland was, heb ik meer wel in de auto gezeten dan niet.’
‘Roadtrips zijn mijn grootste plezier. Muziek, het landschap, een muscle car, en rijden maar.’Zhong Xu
Zijn Volvo is een XC90 T8 Recharge AWD Ultimate (2022), een plug-inhybride en het absolute topmodel uit Zweden. De tweeliter-viercilindermotor en de elektromotor zijn samen goed voor 455 pk en 709 nm aan koppel. ‘In powermodus accelereert de auto heel vlot’, zegt Xu lachend. ‘Dat is het leukste: met een grote SUV naast een Porsche met verbrandingsmotor staan en sneller weg zijn. In iets meer dan vijf seconden schiet hij naar honderd kilometer per uur.’
Xu heeft zijn auto speciaal voor ons bezoek laten wassen. ‘Opladen ben ik vergeten. (lacht) De elektrische actieradius bedraagt zowat tachtig kilometer. Die gebruik ik in de praktijk wel degelijk. Ik kan thuis en op het werk laden. Tussen die twee locaties hoef ik nooit te tanken. Toen de benzineprijzen torenhoog waren, was dat interessant. Maar met mijn vorige auto, de eerste generatie van de XC90 als plug-inhybride, was het elektrische rijbereik ternauwernood vijftig kilometer. Dat was onvoldoende. Die batterijen waren ook problematisch. Na twee jaar moesten ze worden vervangen.’
In 2018 richtten Xu en Hollez Deliverect op, dat vorig jaar werd uitgeroepen tot Scale-up van het Jaar 2021. Na een kapitaalverhoging van 150 miljoen dollar heeft het de status van eenhoorn, een niet-beursgenoteerd bedrijf dat meer dan een miljard dollar waard is. Sinds de overname van ChatFood in Dubai dit voorjaar levert het aan meer dan 43.000 restaurants en andere voedingsleveranciers wereldwijd een softwareplatform waarmee die klanten hun bestellingen voor thuisleveringen kunnen bundelen en beheren, ongeacht het kanaal waarop de bestelling gebeurt. Er werken bijna vijfhonderd mensen voor Deliverect.
‘In onze hoofdzetel in Gent hebben we een tachtigtal bedrijfswagens’, zegt Xu. ‘Als nu een auto wordt vervangen, is dat doorgaans door een elektrische. Vanwege de fiscale voordelen, zowel voor de werknemer als voor het bedrijf. Het gros zijn Volvo’s, maar we hebben ook Volkswagens en andere merken.’
Zijn auto is Onyx Black Metallic. Lees: gitzwart. ‘In het wit zou hij nog zwaarder ogen, en dat heb ik niet graag. Maar met twee kinderen is een SUV nu eenmaal handig.’ Hij opent het portier. De zevenzitter biedt een zee van beenruimte achterin. ‘In al mijn auto’s wil ik houten inlegstukken in het interieur, om geregeld aan te raken. Als Aziaat ben nogal bijgelovig.’
| Daily | Volvo XC90 T8 AWD Ultimate (2022).
| Eerste | Opel Astra (+/-1997). ‘Een lelijk appelblauwzeegroen ding van mijn ouders.’
| Beste | Aston Martin DB11 (2019).
| Slechtste | Peugeot 3008 (2008). ‘Een bedrijfswagen. Log, gevaarlijk, en altijd iets mis mee.’
| Met spijt verkocht | ‘I’m a buyer not a seller.’
| Droom | AC Cobra.
Full option, luidde de eenvoudige bestelling. ‘Ik koos zelfs speciale schokdempers. Dat was belangrijk. De standaardexemplaren zijn afschuwelijk, mocht ik ervaren in mijn vorige XC90. In die auto voelde je elke oneffenheid. Heel onaangenaam. Raar eigenlijk dat je optioneel betere kan bestellen. Maar het maakt een gigantisch verschil.’
De basisprijs van deze topversie bedraagt 101.440 euro. ‘Ik lease mijn auto’s, telkens op vier jaar’, zegt Xu. ‘De restwaarde van een Volvo ligt erg hoog. Ook in gebruik is hij heel economisch. Op benzine verbruikt hij zowat acht liter, als ik hybride rijd drie tot vier liter. Het is een zeer goede, fijne auto. Een grote, robuuste, veilige tank, maar ook comfortabel en dynamisch. Ik geef hem een negen op tien.’ Hij heeft de auto sinds eind vorig jaar. Er staat 14.000 kilometer op de teller. ‘Voor de coronacrisis reed ik zowat 30.000 kilometer per jaar. Nu is dat minder, zeker sinds ik in New York woon. Daar gebruik ik de metro. En in het weekend een klassieker.’
‘Van volledig elektrisch rijden hou ik niet’, zegt Xu, terwijl we een toertje maken in de buurt van de Kristallijn. ‘Ik zou bang zijn dat ik niet op tijd een laadstation vind, ook al is het netwerk intussen beter dan enkele jaren geleden. Plannen doe ik graag op het werk, niet als ik met de auto rijd. Dan is de fun weg. En vooral: ik heb geen geduld om te wachten tijdens het laden. Tenzij het in twee tot drie minuten zou kunnen, wil ik dus nooit een elektrische auto.’
En wat als het op een dag echt moet? ‘Dan toch een Tesla, denk ik. Dat zijn technologisch de beste. Jan heeft er een. Die rijdt geweldig, maar ook zeer klinisch en steriel. Het is een auto zonder ziel.’ Wat later bedenkt hij zich. ‘Ik zou een Lucid Air kiezen: de superluxueuze en krachtige berline en Tesla-uitdager uit Californië. Die auto heeft wel karakter.’
Liefde voor auto’s heeft hij wel degelijk. ‘Zeker voor oldtimers. Net als mijn voorzitter Alexander Van de Rostyne. Ik ben software-ingenieur, maar hou van de mechaniek van oude auto’s. Ik wil weten hoe ze in elkaar steken. Met een digitale auto is dat niet zo boeiend. Ik heb zelf een Jaguar E-Type Coupé uit 1964.’
Xu parkeert en neemt zijn telefoon. ‘Kijk, Tiffany Blue. Of Enzo Ferrari werkelijk heeft gezegd dat het de mooiste auto was die hij ooit zag, durf ik te betwijfelen. Maar ik vind het een kunstobject. Ik doe er regularity rally’s mee. Zonder gps, natuurlijk. Met een roadbook. Dan moet je je hoofd er echt bij houden. Dat draait niet om snelheid, maar om precisie en punctualiteit: juist rijden, de regels volgen en timen. Op bepaalde trajecten moet je zo dicht mogelijk een opgegeven gemiddelde snelheid benaderen. Dat is de kunst van het rijden, al doe ik het ook wel voor het sociale aspect. Ik nam onder meer deel aan de Zoute Rally. De Mille Miglia – van Brescia naar Rome en terug – staat bovenaan op mijn bucketlist. Ooit vind ik de tijd. En een auto die wordt toegelaten.’
‘Mijn Aston Martin DB11 is het enige ding in mijn leven waarover ik niet heb onderhandeld en waarop ik geen korting heb gevraagd.’Zhong Xu
‘Ik heb ook met veel sportauto’s van anderen gereden, ook tijdens trackdays op Zolder of Francorchamps: Ferrari Roma, Porsche GT3, Lamborghini’s. Ik heb nogal wat vrienden met zulke auto’s. Maar ze doen me minder dan de klassiekers. Ik heb eens met een Aston Martin DB5 gereden: wow!’
Thuis heeft Xu wel degelijk een jonge volbloed sportwagen in zijn mooi verlichte glazen garage staan. ‘Ik ben altijd fan geweest van James Bond. Zodra het kon, heb ik de Aston Martin DB11 (2019) gekocht. Het enige ding in mijn leven waarover ik niet heb onderhandeld en waarop ik geen korting heb gevraagd. Ik stapte het dealerschap van ex-rallyrijder Freddy Loix binnen en zei: ‘Deze wil ik, full option.’ Ik dacht dat het de laatste niet-hybride Aston Martin zou zijn. En die wilde ik echt hebben. Iedereen was ervan overtuigd dat de DB12 een hybride zou zijn. Niet dus. Love ‘em. Aston Martin is authentiek Engels: we do what we do. Een elektrische sportwagen vind ik maar niets. Een sportwagen moet lawaai maken. Maar ook bij een elektrische auto met fake geluid, denk ik: why oh why?’
‘Toen Aston Martin in 2018 naar de beurs trok, heb ik ook wat aandelen gekocht. Als liefhebber, al zijn ze wel verdubbeld in waarde, geloof ik. Tesla-aandelen heb ik niet, nee. Niet dat ik er niet in geloofde, maar het bedrijf is nu bijna evenveel waard als alle andere autobouwers samen. Je betaalt een groot Musk-premium. Terwijl hij ook maar een mens is. Als met hem iets gebeurt, kan het aandeel kelderen. Dat komt dan misschien wel goed, maar ik vind het toch riskant.’
Om met Deliverect ook in de VS te groeien verhuisde Xu onlangs met zijn gezin naar New York. ‘Als je dacht dat de Fransen chauvinistisch zijn, ken je de Amerikanen nog niet. Zij zullen nooit iets kopen van Europeanen, en al zeker niet in de techwereld, zelfs al heb je de beste software, kwaliteit, prijs en service. Maar als de CEO er woont, beschouwen ze het bedrijf ook als Amerikaans. Zoals overal is onze ambitie in de VS marktleiderschap. Go big or go home. Naar Belgische standaarden ben ik niet bescheiden. In Amerika zeggen ze: ‘Don’t be so European.’ Een van onze motto’s is: ‘Shoot for the moon. Even if you miss, you’ll land among the stars.’ Als je jezelf niet pusht, weet je niet wat je kan.’
De mechanische microbe kreeg Xu mee van zijn vader. ‘Hij kwam in 1989 naar België om te doctoreren in de materiaalkunde. Ik volgde een jaar later, toen ik vijf was. Bij WTCM, nu Sirris, heeft mijn vader software ontwikkeld die hielp om gietprocessen van motorblokken te perfectioneren en die door veel autofabrikanten werd gebruikt. Daarnaast was hij gastprofessor, ook in China. Hij behoorde tot de eerste generatie die kon studeren, na de Culturele Revolutie vanaf 1966. Hij kwam uit erge omstandigheden. Vergelijk het met iemand die nu berooid uit Oekraïne komt, de taal niet spreekt, duizend euro leent en een carrière opbouwt.’
Als tiener maakte Xu websites voor Chinese restaurants. ‘Maar mijn vader schreef me ook in voor een vacature bij Bekaert (de West-Vlaamse staaltechnologiegroep, red.), dat net Chinese fabrieken had overgenomen en op zoek was naar vertalers-tolken Mandarijn-Nederlands. Of West-Vlaams’, zegt hij lachend. ‘Je moest een universitair diploma en enkele jaren ervaring hebben, want het was high engineering. Ik was zestien, en zag er ook zestien uit. Ik heb niet gelogen. Maar ze vonden niemand beter. En dus werkte ik vanaf dan geregeld enkele maanden als vertaler-tolk op het hoogste niveau. Van de hotshots bij Bekaert kreeg ik goede adviezen, waardoor ik burgerlijk ingenieur ben gaan studeren.’
‘Waar je ermee bent geweest en wat je ermee hebt beleefd, dat maakt auto’s uniek.’Zhong Xu
‘Mijn auto’s heb ik niet kunnen meenemen naar New York. Maar ik ben er lid geworden van de Classic Car Club. Dat is iets heel cools. De club heeft een fantastische collectie van zo’n zestig auto’s en motorfietsen: klassiekers als een AC Cobra, een Ford GT40 en een Ferrari 308 GTS zoals in ‘Magnum P.I.’, maar ook de nieuwste Ferrari’s en Lamborghini’s. Je betaalt 250 dollar lidgeld per maand en vervolgens koop je credits. Een auto gebruiken kost zowat 1.500 dollar per dag. Dat is heel makkelijk: ik heb geen zorgen meer over parkeerplaats, verzekering en onderhoud. Voor de paar dagen die ik ermee rijd, is het een ideale formule.’
‘Zelf hoef ik niet per se een grote collectie. Ik wil wel nog een authentieke AC Cobra. De Aston Martin was een droom, that’s the next thing. Maar ze zijn moeilijk te vinden. En ik heb al geen tijd om met de Jag te rijden. Al ben ik er wel aan gehecht. Die auto verkoop ik nooit. En als ik ooit een Cobra bezit, geldt hetzelfde. De meerwaarde interesseert me niet, wel het verhaal dat ik ermee schrijf. Waar je ermee bent geweest en wat je ermee hebt beleefd, dat maakt auto’s uniek.’