Een tocht langs garages in België. Deze week: de Toyota's van Jurgen De Bruyne.
We treffen Jurgen De Bruyne op zijn 47ste verjaardag. 'Bijna dag op dag 29 jaar geleden kocht ik mijn eerste auto', vertelt hij. Hij trekt zijn poort open, en daar staat diezelfde Toyota Corolla (1969). 'De allereerste generatie van het model, en een van de oudste Toyota's in België', licht hij toe.
Vanaf 1966 werd het merk mondjesmaat ingevoerd. Belgische Toyota's van voor 1970 zijn zeldzaam. 'Hij stond in de plaatselijke Toyota-garage waar ik met mijn vader ging kijken. Twintig jaar oud, maar van de eerste eigenaar en met amper 60.000 kilometer op de teller. We betaalden 20.000 frank, omgerekend 500 euro. Een paar jaar lang was het mijn daily, waarna ik hem aan de kant zette. Echt gerestaureerd werd hij nooit.
Twintig jaar geleden heb ik hem wel wat opgeknapt. En groen gelakt. Wanneer ik hem op termijn restaureer, krijgt hij zijn oorspronkelijke, witte kleur terug. Ook die luidsprekers in de deuren monteren zou ik nu niet meer doen. Maar ja, je bent achttien en wil een ferme installatie. Ach, ook dat vertelt het verhaal van de auto.'
Nu staat er 140.000 kilometer op de teller. 'Ik spaar hem wat en rij er zo'n duizend kilometer per jaar mee. Nog steeds vind ik het een zalig autootje. Klein en koddig, stil, relatief comfortabel, en zeer zuinig: hij verbruikt iets meer dan zes liter. En kijk eens naar die mooie, chromen grille. Klassieke Kevers en Kadetts staan op elke straathoek, in Japanners was lange tijd niemand geïnteresseerd.
Nu verandert dat. Heel af en toe zie ik er een te koop voor 5.000 à 6.000 euro. Maar deze gaat nooit meer weg. Ik heb er veel herinneringen aan. Mijn vrienden en ik reden er overal mee naartoe. Ook op reis, ja. Naar Luxemburg of zo. En naar rally's!'
Behalve de legendarische betrouwbaarheid speelde ook het feit dat Toyota het in de rallysport erg goed deed een rol in zijn gestaag groeiende liefde voor het merk. 'Zelf doe ik zowel regelmatigheids- als snelheidsrally's - die laatste weliswaar buiten competitie', vertelt hij. 'Onder meer binnen de Classic Toyota Lovers Belgium help ik mee parcours uit te stippelen. Die events zijn jaarlijks goed voor 6.000 kilometer.
Daarvoor heb ik de Celica (1974). Ik bouwde de officiële auto die in 1973 deelnam aan het WK Rally optisch perfect na - tot de exacte afmetingen van de stickers toe. Technisch is hij zowat 80 procent identiek. Daardoor word ik ermee op zowat elk classic-event toegelaten. Vroeger was mijn vrouw copiloot. Ze deed dat graag en goed, maar moest ermee stoppen omdat ze onpasselijk werd. Nu rijdt mijn vijftienjarige zoon Tim mee.
Vorig jaar wonnen we de Sezoens Regularity in Bocholt, en uiteindelijk werden we tweede in het VAS Regularity Championship. Ook die auto zal ik niet gauw wegdoen. Al dertien jaar beleef ik er mateloos veel plezier aan.'
Jurgen De Bruyne (47)
Technicus bij Farys
Eerste: Toyota Corolla KE10 (1969).
Daily: Lexus ISF 5.0 V8 (2009).
Beste: Alle Toyota's. 'In 13 jaar wedstrijden heb ik één keer moeten opgeven, en dat was mijn eigen schuld.'
Slechtste: Volkswagen Passat (1986).
'De gele Corolla (1974) kocht ik vijf jaar geleden. Hij heeft de 1600 GT-motor die uitsluitend voor de Amerikaanse en Japanse markt beschikbaar was. Ik vind het een zeer mooi model. Hij is ongerestaureerd, wel herspoten. Hier roestten de oude Toyota's snel, maar dit exemplaar uit Californië is keihard en in topstaat. En 106 pk lijkt weinig, maar voor amper 700 kilogram is dat best pittig.'
De garage achter zijn huis bouwde hij speciaal voor zijn klassieke Toyota's. 'Nu heb ik er zeven. Vorig jaar kocht ik in Nederland de gerestaureerde Corolla AE86 (1984). Die kreeg speciale remmen, een regelbare ophanging en een tweelitermotor met ruim 200 pk in plaats van de 1.6-liter. Deze is erg snel. Het model is een icoon, zowel in de rallysport als op circuit en drift-events. Ook daarvan hou ik, ja. De handrem op een dwars door de bochten gaan: heerlijk.'
Ooit kocht hij een Porsche 911 van 1977. 'Maar zodra ik die had, vond ik hem niet speciaal meer. Hij voelde log en lomp. Hij paste niet op de oprit, en niet bij mij. Na minder dan een jaar heb ik hem weer verkocht. Een droomauto heb ik niet meer. Ik ben geen dromer. De zeldzame 2000 GT van eind jaren 60 is de mooiste Toyota aller tijden, maar die kost honderdduizenden euro. Dat is niet voor de werkmens.'