Wie heeft er nog nooit over gefantaseerd hoe het zou zijn om de drukte van files en spitsverkeer letterlijk te ontstijgen? Binnenkort kan het: het Nederlandse PAL-V International legt de laatste hand aan de eerste commerciële vliegende auto ooit.
Vanuit de kantoorruimte in het hoofdkwartier van PAL-V in Raamsdonksveer, Nederland, lopen we een kleine gang en een beveiligde deur door. ‘Authorised Personnel Only.’ Onze begeleider toetst een cijfercode in, waarna het slot ontgrendelt. De deur zwaait open naar het heilige der heiligen. Een enorme assemblagehal, licht en clean. Witte vloer, hoge wanden, stellingen vol onderdelen en componenten. Paden op de vloer, helder gemarkeerd met gele lijnen. Recht in het midden: de Vliegende Auto. Een droom van duizenden – in volle glorie en ready for take-off.
Het voelt zo echt en zo toegankelijk, en toch zo onwerkelijk dat je straks zelf zou kunnen vliegen.
Een paar minuten later, nog altijd diep onder de indruk, stappen we binnen in het kantoor van Robert Dingemanse, de medeoprichter en CEO van PAL-V. Lange tafel, laptop open. Aan de muur een enorme afbeelding van rijdende en vliegende PAL-V’s tegen een decor van ruige Montenegrijnse bergen. Nu nog digitaal gemaakt, vanaf 2023 werkelijkheid. Dan krijgen de eerste kopers de sleutels van hun vliegende auto overhandigd. De culminatie van jarenlang dromen, ontwikkelen, testen en certificeren.
Eerste exemplaren verkocht
Dingemanse, die na zijn ingenieursstudies electrical engineering en een MBA zijn carrière aanvatte bij Philips en daar onder meer de breedbeeldtelevisie introduceerde, richtte in 2008 samen met John Bakker PAL-V op. Hun missie is om het revolutionaire idee van een aantal ambitieuze onderzoekers werkelijkheid te maken. Dingemanse heeft het bedrijf opgebouwd, partners en financiers gezocht en vooral aan de geloofwaardigheid van het concept gewerkt. Het bedrijf telt nu 140 man en de eerste tientallen exemplaren zijn inmiddels verkocht. Dat was hard werken. ‘Als je tien jaar geleden aanklopte bij mensen om te vragen of ze je wilden helpen bij het bouwen van een vliegende auto, gingen de deuren niet echt open’, blikt Dingemanse terug. ‘Inmiddels is dat anders. Zo stond onlangs nog een bekende Japanse autofabrikant op de stoep die ons aanbood waterstofmotoren voor toekomstige modellen te leveren. Ze komen nu naar ons toe.’
‘Toen we tien jaar geleden aanklopten bij mensen om te vragen of ze ons wilden helpen bij het bouwen van een vliegende auto, gingen de deuren niet open. Vandaag contacteren autoproducenten ons zelf.’Robert Dingemanse
Dingemanse is vaak raar aangekeken toen hij vertelde over zijn project. ‘Iedereen wil het, maar niemand geloofde dat het kan’, lacht hij. ‘Er zijn meer uitvinders die dit hebben geprobeerd. Maar de meesten, om niet te zeggen allen, sneuvelen doordat wat ze willen technisch misschien kan, maar niet aan de regelgeving voldoet.’
Ironisch genoeg is niet de techniek de beperking: de Liberty is feitelijk klaar voor serieproductie. Wat hem nog bij klanten weghoudt, is de regelgeving. ‘Om te voldoen aan de wetten en regels voor voertuigen op de weg heb je tijd nodig, en voor de luchtvaart geldt dat nog veel meer. Het duurt daardoor gemakkelijk tien tot vijftien jaar om een nieuw vliegtuig te ontwikkelen, laat staan een vliegtuig en auto ineen.’
Om een idee te geven van de regelgeving: de Liberty is helemaal af. ‘Nu moeten we alleen nog bewijzen dat alles wat is goedgekeurd ook daadwerkelijk op dezelfde wijze in de serievoertuigen terugkomt. Van zelfs het kleinste onderdeeltje moet tot veertig jaar later terug te vinden zijn op welk voertuig het is toegepast.’ Dat betekent een papierwinkel waar je u tegen zegt. ‘Maar dat wisten we van tevoren, dat hoort nu eenmaal bij de luchtvaart. Over Fokker werd al gezegd dat, als het na honderden jaren ooit zou worden opgegraven, mensen zouden denken dat het een papierbedrijf was dat toevallig ook vliegtuigen bezat’, grapt Dingemanse.
Veilige driewieler
Hoewel hij al 14 jaar bezig is met PAL-V, oogt Dingemanse totaal niet als een vermoeide ondernemer die een zware kar trekt. Het vergt altijd veel tijd als je een revolutie wilt ontketenen. Net zoals geld natuurlijk: de Nederlanders hebben de voorbije jaren tientallen miljoenen geïnvesteerd in hun vliegende auto, een bedrag waarvoor ze bij een rist investeerders aanklopten. ‘Het gaat niet snel, maar wel nog altijd zoals gepland’, aldus CEO Dingemanse.
Daarvan getuigt ook het voertuig zelf. Het concept daarvoor is sinds het begin nauwelijks gewijzigd: een driewielige auto met een uitschuifbaar staartstuk, een naar achteren gerichte stuwpropeller en een uitklapbare rotor. PAL-V is een gyrokopter. Daarbij wordt de draagrotor niet, zoals bij een helikopter, door een motor aangedreven, maar werkt deze als een draaiende draagvleugel. De luchtweerstand als gevolg van de voorwaartse beweging dankzij de stuwpropeller zet de draaivleugel in gang, die vervolgens de lift geeft om te vliegen. Een stabiel principe: zolang je vooruitgaat, blijft de rotor draaien en lift geven. Zelfs als de motor zou uitvallen, draagt de draaiende rotor het voertuig, als een parachute. Veel veiliger én technisch veel eenvoudiger dan bij een helikopter.
Nog een uitdaging bij dit nieuwe type vervoer: de infrastructuur. PAL-V heeft in Nederland de meest uitdagende uitvalsbasis: weinig landen kennen meer regeltjes, betere wegen en een drukker luchtruim. Dus als het daar lukt, kan het overal. De PAL-V heeft 200 meter nodig om op te stijgen en 50 meter om te landen. In Nederland worden speciale plekken ontwikkeld waar dit kan. Bij ons in België is dat makkelijker: hier zijn de regels soepeler en zijn er veel kleine (vlieg)velden waar de PAL-V kan opstijgen en landen. Daarna klap je de rotor en het staartstuk in en rijd je naar huis.
De Liberty is laag en de cockpit is compact. Erin plaatsnemen is niet voor iedereen even simpel. Het instrumentarium is uitgebreid, het interieur voelt spartaans. De stoelen zijn niet verstelbaar, maar kunnen op maat worden gemaakt voor de eigenaar. Alles is gedaan om gewicht te sparen. Het is immers makkelijker om deze 664 kilogram de lucht in te krijgen (en te houden) dan een 2500 kg zware full options Bentley. Maar één gevoel overheerst: dit is geen showmodel. Dit is een serieus voertuig dat zo naar buiten kan rijden, zijn wieken kan spreiden en het luchtruim kiezen. De PAL-V is klaar!
Hoe het toestel rijdt? Als een lichte sportieve driewielige auto. Hoe het vliegt? Dat ontdek ik op een klein vliegveldje in de buurt van de fabriek. Helaas virtueel, want vooralsnog mogen alleen gecertificeerde testpiloten ermee de lucht in. Maar de simulator geeft je een goed beeld – zeker met VR-bril op. Een bizarre ervaring. Het voelt zo echt en zo toegankelijk, en toch zo onwerkelijk dat je straks zelf zou kunnen vliegen. Het gemak waarmee de Liberty op een kort stukje asfalt of zelfs gras kan opstijgen en landen maakt de dagelijkse toepasbaarheid van de vliegende auto alleen maar geloofwaardiger.
Uiteraard moeten toekomstige kopers een gyrokopterbrevet behalen, maar ook daarbij helpt PAL-V ze graag met gecertificeerde trainingen.
Op elke oprit?
Dan de vraag: hebben we straks in heel België PAL-V’s op de oprit staan? Waarschijnlijk niet. Voor gezinnen is hij te klein, dus die vallen (voorlopig) af. Voor de gewone Belg is hij bovendien met een vanaf-prijs van 300.000 euro te duur. Maar zoals een breedbeeld-tv ook ooit evenveel kostte als een middenklasse-auto, zo zou het ook kunnen gaan met de vliegende auto. Het zal echter nog wel even duren voordat de PAL-V qua prijsklasse concurreert met de BMW 3-series van deze wereld.
Er is echter nog een optie, waaraan eveneens serieus wordt gewerkt: de PAL-V als premiumtaxi. Ideaal voor de welgestelde Belg die zeker op tijd wil zijn voor zijn belangrijke afspraak.
Tot die tijd is de PAL-V een perfect én praktisch speeltje voor de rijken der aarde – mensen met de middelen én het lef om hun dromen te laten uitkomen.