Haar eerste elektrische auto stuurde ze terug nog voor ze hem in ontvangst nam. Intussen heeft journalist Francesca Vanthielen (50) de Hyundai Kona van haar vriend nagenoeg helemaal ingepalmd.
In ‘Batterijders’ vraagt Sabato overtuigde petrolheads om hun diesel of benzine even in te ruilen voor een nieuw elektrisch exemplaar. Na een week gaan we langs met de vraag of elektrisch rijden hen heeft kunnen overtuigen.
De automerken stellen voor deze rubriek een wagen en laadkaart ter beschikking maar zijn niet betrokken bij de redactionele uitwerking van het artikel.
Dat ze een brandende autopassie heeft, wil Francesca Vanthielen niet gezegd hebben. ‘Ik kan niet poëtisch doen over auto’s, pk’s of lederen zetels. Het blijft een vervoermiddel. Maar het is wel een plek waarin ik veel tijd doorbreng, waardoor ik wel degelijk begaan ben met de keuze ervan’, klinkt het. ‘En ik kan wel blij zijn omdat hij doet wat hij belooft. Een collega heeft een Mercedes plug-inhybride. Die auto heeft een hele tijd stilgestaan omdat iets niet werkte. Ik ben fan van Aziatische merken. Met de Hyundai Kona (2019) ben ik nooit stilgevallen.’
'Ja, ‘t is koud, hé madammeke, pak een Mini-dieselke'
Vanthielen is een van de oprichters van de vzw Klimaatzaak, de rechtszaak tegen de Belgische overheden, die hun internationale klimaatbeloften niet nakomen. Logisch dus dat toen ze dik vijf jaar geleden dringend een auto nodig had, elektrisch wilde rijden. ‘Vroeger werd ik gesponsord door Hyundai. Over die auto’s was ik zeer tevreden, maar het merk had toen nog geen elektrische variant in zijn catalogus. Ik kende iemand met een BMW i3 en na een testrit bestelde ik er ook een. Op de levering moest ik enkele maanden wachten, maar BMW gaf me tijdelijk een andere i3 om intussen te gebruiken. Een mooie geste. Maar ik ben toen heel boos geworden.’
Autobiografie | Francesca Vanthielen (50)
- Eerste: ‘De Opel Rekord (+/- 1977) van mijn bompa. Donkerblauw met blauwe fluwelen zetels. Heerlijk. Had ruim 200.000 kilometer en reed 100 kilometer per uur.’
- Beste: ‘Hyundai Kona (2019).’
- Slechtste: ‘BMW.’
- Droom: De slimme, zelfrijdende auto die me perfect op tijd afhaalt en het ideale traject berekent om ook anderen op te pikken en naar hun bestemming te brengen. Dan ben ik op mijn gemak. Nu kan ik afgeleid zijn omdat het spettert in mijn hoofd. Ik mag er niet aan denken dat ik iemand zou omverrijden.’
‘Ik rijd zowat 25.000 kilometer per jaar, veelal op de snelwegen. Van Antwerpen naar Brussel, of naar mijn ouders in Limburg. Het was januari en het rijbereik van de i3 bedroeg 140 in plaats van de beloofde 200 tot 250 kilometer. Als ik rustig reed dan nog, achter de vrachtwagens, met de verwarming uitgeschakeld en een dikke pull aan. Ik deed alles om het rijbereik te rekken – op het display zie je de impact van al die dingen: op den duur zou je de lichten uitschakelen. Er was een bijmotortje, zoals de generator achter een frituur. Daarmee verbruikte hij 10 liter benzine. Ik heb toen lang gebeld met een hoge pief van BMW België. Ik legde uit dat ik stress kreeg van die auto. “Ja, ‘t is koud, hé”, klonk het. Daar hadden ze nooit iets van gezegd. De enorme reclamepanelen met het beloofde rijbereik die ik vanaf de trein zag, herinnerde ik me wel heel goed.’
Vanthielen annuleerde haar aankoop. ‘Ik moest een stevige verbrekingsvergoeding betalen, voor een auto die ik nooit had gezien. “Weet ge wat, madammeke”, zei de man. “We laten dat vallen, pak een Mini-dieselke.” Toen werd ik zó kwaad. Ik was al met de vzw Klimaatzaak bezig, hé. Zij leefden toen echt nog in de jaren 1990.’
Verschrikkelijke acid yellow kleur
‘Op de BMW moest ik ook alles kiezen’, gaat ze voort. ‘Alle snufjes zijn opties. Toen ik na dat verhaal mijn Hyundai Ioniq (2018) kocht, zat alles er al op en in – er zijn gewoon enkele uitrustingsniveaus. En de auto was al onderweg. Ik moest alleen de kleur kiezen. Tof, hé.’
Die gewone hybride werd intussen tot tweede auto gedegradeerd. ‘De volelektrische Kona is eigenlijk van mijn vriend Koen, maar hij werkt vaak thuis en dan neem ik altijd deze. Mijn Ioniq blijft dan staan voor als hij hem echt nodig zou hebben. Op termijn zullen we evolueren naar één auto. Nu woont hij nog in Zoutleeuw, ik in Antwerpen. En in Zoutleeuw is geen treinstation, die twee auto's hebben we helaas nog nodig.’
De auto heeft 82.000 kilometer op de teller. ‘De gebruikskosten komen op zowat de helft van een benzinewagen. Koen heeft ook zonnepanelen. Er is bijna geen onderhoud. Herstellingen zijn nog niet nodig geweest.’
De kleur van de Kona is... speciaal. ‘Aanvankelijk vond ik ze verschrikkelijk, intussen ben ik eraan gewend’, lacht Vanthielen. ‘Ook Koen had destijds dringend een auto nodig. Deze stond in de etalage, naast een grijze. Hij had met zijn dochter afgesproken geen grijze auto te kopen. Dus werd het acid yellow.’
‘Hij rijdt zalig. Alles zit erop: perfect werkende multimedia, een goede achteruitparkeercamera, zetelverwarming waar de dochter van Koen gek op is – zelf gebruik ik die niet: in Antwerpen staat de auto in een ondergrondse garage. De auto heeft geen zelfrijdende functie, wel Lane Keep Assist, zodat hij wat bijstuurt als je over een volle streep dreigt te gaan. En alles werkt gewoon. Heerlijk toch? Alsof we daarover verbaasd moeten zijn.’
De vreemde streken van Elon Musk
Het verkeer in downtown Vilvoorde tempert haar vrolijkheid. ‘Allez, kom’, klinkt het, waarna we verder zoemen richting kanaal. Ze is een vlotte rijder. ‘Koen haalt er een pak kilometers extra uit. Hij kan tegen 90 km/u achter een vrachtwagen hangen. Zalig, vindt hij, met muziek, en aan niets denken. Dat kan ik niet. Als ik 120 mag, zal ik 120 rijden.’
‘In de zomer bedraagt het rijbereik zowat 450 kilometer, ‘s winters ongeveer 360 kilometer. Dat zijn afstanden waarmee je je plan kunt trekken. Laadstress heb ik nooit: waar ik kom, zijn laadmogelijkheden en bij me thuis had ik al een laadpaal gezet voor de BMW. En reizen doe ik doorgaans met de trein. Binnenkort ga ik met mijn beste vriendin wel op fietsreis naar Zwitserland. Dan neem ik mijn Ioniq. De Kona heeft een vrij kleine koffer.
Zijn er nog nadelen? ‘Het is een vrij hoog model, ik heb liever een gewone auto’, zegt ze. ‘Zo’n hoge bak heeft een hoge luchtweerstand, wat ingaat tegen het idee van elektrisch rijden. Aan een verkoper vroeg ik ooit waarom ze al die auto’s zo hoog maken. Hij verwees naar de vraag van de klant. Dat is de kip of het ei, hé. In reclamecampagnes werd de idee gecreëerd: hoe hoger een auto, hoe chiquer en hoe duurder. Plus: de veiligheid van mijn kind, als ik het naar school breng! Dat hij onveiliger is voor fietsers wordt dan vergeten. De Ioniq 6 die eraan komt, is wel een gewone, lage berline, maar die is dan wel erg groot en lang.’
Plots ziet ze nog een gebrek. ‘Met het oog op mijn volgende auto ben ik gaan testrijden met een Ioniq 5’, vertelt ze. ‘Voor het eerst zat ik in een auto zonder hoge middentunnel, waardoor ik mijn handtas op de vloer van de passagiersplaats kan zetten zonder vreemde toeren uit te halen. Voor het eerst in honderd jaar is daaraan gedacht. De ontwerpers zijn mannen, hé. Ik kijk ook naar de Kia EV6: dat is hetzelfde platform, in een ander kleedje. Maar voor een nieuwe auto wacht ik nog even op kortere levertermijnen.’
Bij haar keuze houdt Vanthielen ook rekening met het ethische luik. ‘De schandalen uit het verleden bij de Europese merken ben ik niet vergeten. Ze hebben ook jarenlang geld gestopt in het vertragen van strengere regelgeving. Ook nu vragen ze uitzonderingen op de regels voor 2035. Zo willen ze ook motoren op e-fuels blijven leveren. Dat is geen goed alternatief: het is brandstof die we recycleren van bestaande uitstoot, de zogenaamde carbon capture and utilization (CCS). Maar we moeten net een immense reductie van broeikasgassen realiseren. Geen goed idee dus. Aan een topman van Febiac heb ik eens gevraagd wat het meest ethische merk is. Ik heb geen antwoord gekregen. Ik was een fan van Tesla als uitdager, maar nu haalt ook Elon Musk allerlei vreemde streken uit. Eigenlijk weet ik niet waar ik terecht moet.’
Auto, de nieuwe sigaret
De regen tikt tegen de ruiten. ‘Ik zit in de raad van bestuur van de vzw Klimaatzaak, ik ben zowat de woordvoerder’, legt ze uit. ‘Eind september komen de pleidooien eraan, in onze beroepsprocedure.’
Ze gaf ook lang lezingen over het klimaat. ‘Als economist denk ik aan efficiëntie’, zegt ze. ‘Daardoor ben ik een sterk pleitbezorger van deelwagens. Een auto is een grote investering, maar nu staan ze ongeveer 95 procent van hun leven stil. Dat is absurd, als je bedenkt hoeveel materialen ervoor gebruikt worden. En wereldwijd klimmen mensen op de welvaartsladder. We hebben niet allemaal een individueel vervoermiddel nodig. Zeker in de steden valt deelvervoer goed te organiseren.’
‘De volgende generatie zal het ongelooflijk vinden hoeveel geld mensen uitgaven aan iets wat ze maar gebruikten om van a naar b te gaan. Hoe we nu naar auto’s kijken, is geïndoctrineerd – het obligate reclamefilmpje van een familie op weg naar Zuid-Frankrijk, liedjes zingend.’ Ze vergelijkt de auto met de sigaret. ‘Ik rook waar en wanneer ik wil: dat was ook het toppunt van vrijheid en individualisme. Als je nu naar de serie ‘Mad Men’ kijkt, zie je een zwangere vrouw in een dokterskabinet tussen rokers zitten. Of denk aan vuilnis door het raampje gooien. Allemaal gedrag dat vroeger evident was, en vandaag totaal not done. Met auto’s zal het ook zo gaan.’
Op hoge hakken
Ze is fel, maar toont begrip voor de nood aan individueel vervoer. ‘Ik rij ook zelf nog veel met de wagen. Als ik debatten doe tot ‘s avonds laat, kleren moet meesleuren naar Kanaal Z of een presentatie op hoge hakken geef, zijn de fiets en de trein niet zo handig. Ook de lintbebouwing in Vlaanderen heeft enorme consequenties voor hoe we ons openbaar vervoer kunnen regelen. Mijn ouders zijn tachtig en wonen in een doodlopende straat in Zonhoven. Dan kun je moeilijk zeggen: wandel een kilometer, neem dan de bus naar Hasselt en vervolgens naar Antwerpen.’
Het blijft een zeer rationele en functionele benadering van een object dat nochtans veel passie genereert. ‘Ik kijk naar hoe we als maatschappij kunnen samenleven’, zegt ze. ‘Als de auto uit de steden verdwijnt, zie je hoeveel ruimte er vrijkomt om te bewegen. En mooi is dat niet hé, straten vol auto’s. Oké, ik geef toe: sommige exemplaren zijn zeer mooi. Maar de overheid móét sturen, en ik mag hopen dat beleidsbeslissingen vooral rationeel ingegeven zijn. We leven niet in China, maar gelukkig durft Europa nu wel al wat moedigere beslissingen te nemen.’