Twee jaar geleden ontsnapte Filip Baert (46) ternauwernood aan de dood toen zijn Porsche 911 GT3 Touring bij 120 kilometer per uur aan het tollen ging.
‘De snelweg stond blank en ik reed met semi-slicks, zowat de sportiefste banden op de markt. “Laat mij leven!”, heb ik toen geroepen. Ik belandde uiteindelijk in de beek. De dag erna was ik om 7 uur alweer op mijn werk – ik was CEO van het toenmalige familiebedrijf. Maar ’s middags kreeg ik een klop van de hamer: deze bijna-doodervaring deed me beseffen dat het leven kort kan zijn: ik wilde mijn autoliefde nóg hoger tillen. Vandaag leef ik nog meer voor auto’s. Sinds vorig jaar vertegenwoordig ik het Duitse Axel Schuette Fine Cars, een topdealer van klassieke auto’s. Ik reken dat bedrijf bij de wereldwijde top tien.’
‘Maar hier zie je de familiecollectie’, zegt hij. Baert leidt ons rond in de verbouwde, voormalige stallen van zijn vierkantshoeve. Achter glas staat een tiental topwagens.
‘Ik zeg nooit dat het mijn auto’s zijn. Mijn vader is ermee begonnen. Bijna 15 jaar geleden overtuigde ik hem om de Lamborghini Miura (1967) te kopen. Via de Lamborghini Classic Club Germany kreeg ik de coördinaten van een vrijgezel in een oud, vervallen huis, met een aftandse Citroën voor de deur. Toen de man zijn loods opende, viel ik bijna omver. Er stonden wel twintig Lamborghini’s. Met de Miura had hij nooit gereden, want hij had een rugprobleem. De originele factuur zit er nog bij.’
Baert hecht naar eigen zeggen meer belang aan kwaliteit dan aan de omvang van de collectie.
‘Nadat we in 2017 het familiebedrijf hadden verkocht, is de passie geëscaleerd. Toen hebben we de stap gezet naar zogenaamde ‘bluechip’ investeringen: zeer waardevolle modellen.’ Hij toont een Ferrari F40 (1992) én een Ferrari F50 (1996). ‘Die F40 is mijn favoriet, mijn ‘childhood postercar’. En de laatste Ferrari die onder Enzo Ferrari werd gebouwd. Een raspaard. Als je hem op zijn staart trapt, is het een uiterst explosief en listig beestje. Voor we hem kochten, zag ik wel tien exemplaren, in binnen- én buitenland. Soms is the chase better than the catch.’