Autohotel met butler | Welkom in Classic Legends Circle in Waregem
Een hotel voor oldtimers met dienstverlening: dat is Classic Legends Circle in Waregem. De auto’s van de leden zijn altijd gepoetst vertrekkensklaar én krijgen een gedigitaliseerde papierwinkel.
Op de hefbrug wordt de Austin-Healey 3000 Mk III (1967) van Hans Dewaele op vrij spectaculaire wijze gereinigd. Rond de brug gaat een gigantisch douchegordijn dicht, waarna ook de bodem en de wielkasten van de oldtimer tot in de kleinste hoekjes worden schoongespoten. Ideaal als je met een vuil vehikel terugkeert van een rally, natuurlijk.
Classic Legends Circle is evenwel geen poetsbedrijf. ‘Ik heb een kleine loods met vier oldtimers’, vertelt Dewaele. ‘Toen ik er recent een bijkocht, ontstond er plaatsgebrek. Dus bracht ik die auto hier onder. Mijn Alfa Romeo Giulia (1974) is nu in herstelling, nadat ik tijdens de Omloop van Vlaanderen in de gracht belandde. Ook die zal ik wellicht hier in Waregem stallen. Het zijn twee auto’s waarmee ik deelneem aan regulariteitswedstrijden. Als ik terugkeer van zo’n rally worden de stickers verwijderd en wordt de auto schoongemaakt en technisch nagekeken. In het contract is ook het basisonderhoud voorzien, net als de garantie dat de auto altijd rijklaar staat als ik hem opnieuw nodig heb. Dat stelt me gerust. Zoals velen is het me niet vreemd: je wil rijden, maar stelt vast dat iets niet werkt.’
Advertentie
Advertentie
‘Ontzorgen’ werd de voorbije jaren een buzzword, ook bij de doorsnee autoverzamelaar, en vooral in de winter. Voormalig oldtimergaragist Hendrik Béatse (48) en twee vrienden-verzamelaars zagen er brood in. ‘Die brug is er in de eerste plaats natuurlijk voor een regelmatige mechanische check-up van de auto’s die hier worden gestald’, lacht Béatse. ‘We hebben een tiental klanten die elk jaar Le Grand Tour meerijden. Voor en na zijn er gegarandeerd auto’s met problemen. We hebben een vaste checklist en gaan alle functies na. En rijdt de eigenaar niet geregeld met zijn auto, dan doen wij dat sowieso driemaandelijks. Draait hij goed? Trekt hij goed? Remt hij goed? Werkt de verlichting naar behoren? Basiswerkzaamheden, zoals smeren en de bandenspanning checken, voeren we hier uit. En we bieden de wagens ook aan bij de verplichte technische keuring – iets wat veel eigenaars als een last beschouwen. We hebben een mecanicien in dienst, Louis De Wilde, 23 jaar. Die jongen voelt zich als een kind in een snoepwinkel. Ik doe de administratie.’
‘Rijdt de eigenaar niet geregeld met zijn oldtimer, dan doen wij dat sowieso driemaandelijks. Draait hij goed? Trekt hij goed? Remt hij goed? Werkt de verlichting naar behoren?’
Hendrik Béatse
Voormalig oldtimergaragist
Béatse haalt zichzelf dus veel zorgen op de hals? ‘Is er écht iets niet pluis, dan overleggen we met de klant’, zegt hij. ‘Eventueel stellen we dan een iets meer gedetailleerde diagnose. Merken we dat de auto een beetje scheeftrekt bij het remmen, dan kunnen we zelf een remklauw reviseren. Maar ingrijpende werken doen we niet. Is bijvoorbeeld de versnellingsbak stuk, dan bekijken we samen met de klant waar de auto zoal naartoe kan voor herstel.’
Constante temperatuur
In oktober vorig jaar ging het autohotel open. De eerste steen werd gelegd in het voorjaar van 2020. Het gebouw van net geen vierduizend vierkante meter groot is van de hand van architect Paul Lecluyse en conceptueel designer Nick Top. ‘Die laatste heeft de inrichting en technieken uitgedokterd’, zegt Béatse. ‘In de basis is dit een eenvoudige industriebouw van beton en staal, maar de afwerking is wel zeer specifiek. Zo is er een auto- en persoonslift en wordt de temperatuur constant op 15 °C gehouden – daarom is er ook weinig rechtstreeks zonlicht. Ook de luchtvochtigheid blijft constant, en het gebouw is beveiligd met niet minder dan 85 branddetectoren en antidiefstalcamera’s van het hoogste niveau. In een volgende ronde komen er stapelliften, zodat we de oldtimers ook in de hoogte kunnen parkeren. Dan is er plaats voor 175 klassiekers. Op dit moment zijn er 55 plekken ingenomen.’
Advertentie
Advertentie
Veiligheid en discretie zijn prioriteiten. Zo krijgt elke auto dezelfde afdekhoes. ‘Hier in de streek kent iedereen iedereen’, zegt Béatse. ‘Als mensen het echt willen, zullen ze zelf wel vertellen welke auto’s ze bezitten.’ Niettemin herkennen we het silhouet van twee Range Rovers, broederlijk naast elkaar. De beperkte volumes verraden dat het zeer vroege versies zijn. Verderop staat een Land Rover Series 1, de verre voorvader van de Defender. Zoals alle auto’s hier hangen ze aan een druppellader en ligt er een niet geheel overbodige lekpan onder.
‘Oei, iemand heeft hier met vuile schoenen gelopen’, zegt Béatse terwijl hij me meeneemt naar de kelderruimte. Veel kunnen dat er niet zijn. Hier geldt een nog striktere discretie. ‘In principe komt niemand verder dan de werkplaats, maar zeker hier beneden komt niemand, behalve ikzelf en mijn medewerker.’ Of hij toch een tip van de afdekhoes wil lichten? Er bevinden zich zeer bijzondere specimen, zo blijkt, waarbij prewars met ronkende namen zoals Lagonda en Alta. ‘De meest waardevolle is wellicht de Ferrari 225s, een prototype van de Vignale’, vertrouwt Béatse ons toe.
Digitaal rapport
Met de oprichting van de Classic Legends Circle gaf Béatse een draai aan zijn oude businessmodel. ‘Ik was al tien jaar bezig als garagist voor klassieke auto’s in Waregem. Op kleine schaal, alleen, met één hefbrug, voor onderhoud en herstellingen. Een van mijn klanten heeft een omvangrijke collectie. Hij kwam met het idee. Voor kunstwerken zijn er plaatsen waar je werken in alle veiligheid kunt bewaren. Auto’s zijn vaak verspreid. Iedereen heeft plaatsgebrek. En specifieke kennis om met de oldtimers bezig te zijn is nog een groter probleem; velen doen niets met hun wagens, waardoor ze verkommeren.’
‘Voor kunstwerken zijn er plaatsen waar je werken in alle veiligheid kunt bewaren. Auto’s zijn vaak verspreid. Iedereen heeft plaatsgebrek. En specifieke kennis om met de oldtimers bezig te zijn is nog een groter probleem; velen doen niets met hun wagens, waardoor ze verkommeren.’
Hendrik Béatse
Voormalig oldtimergaragist
Het idee is: alles samenbrengen in een onestopshopervaring voor stockage, dagelijkse verzorging én de papierwinkel. ‘Wij digitaliseren alles en gieten dat in een rapport’, aldus Béatse. ‘Als een auto hier binnenkomt, maken we een honderdtal foto’s, die er letterlijk een beeld van geven. Ook na elke proefrit maken we een rapportje op. Hier in de streek werden de afgelopen vijftien jaar massaal klassiekers aangekocht. Mensen rijden er af en toe mee, maar voorts gebeurt er weinig. In de documentatie zitten soms gaten van vijf jaar.’
Behalve Béatse als beheerder zijn er twee stille vennoten: Jochen Moortgat van de familiale investeringsmaatschappij Sufina en vastgoedondernemer Johan Rogiers, die uit een familie van oldtimerverzamelaars komt en hier een mooie collectie onderbracht. ‘We kennen elkaar uit de rallywereld, vooral Le Grand Tour, maar ook de Kiwanis Classic Tour, de Belgian Westhoek Classic en de Ypres Historic Regularity’, zegt Béatse.
De investering is significant. En het trio heeft wel degelijk de bedoeling om een rendabel bedrijf op te richten. ‘Daarom hebben we ook voor dit volume gekozen’, zegt Béatse. ‘Zo kunnen we de prijs democratisch houden, gegeven wat we bieden.’ In het ‘Store en Drive’-programma (250 euro per maand voor de eerste auto, op de volgende wordt korting gegeven) zijn de auto’s onbeperkt beschikbaar volgens afspraak. ‘We vragen wel om 48 uur vooraf een seintje te geven. In de mate van het mogelijke zijn we flexibel, maar vanaf het voorjaar zullen we die tijdspanne nodig hebben.’ Voor 125 euro per maand per auto is er ook Home Support: dezelfde service, maar bij de klant thuis. ‘Klanten kunnen dus ook switchen, en altijd een auto thuis hebben.’
Unieke Arnolt-Bristol
Van buitenaf is er geen inkijk in het gebouw, maar er is wel een exporuimte met veel glas. Daar staan onder meer Béatses eigen auto’s: een Volvo P1800S (1968), een Lancia Fulvia 1.3S Sport Zagato (1972), een Porsche 924 Turbo (1981), een 911 Turbo van de eerste serie (1981) en een BMW M635 CSI (1985). ‘Ik ben geen grootverzamelaar’, klinkt het. Hij beklemtoont dat dit geen showroom is. ‘We zijn carekeepers, geen verkopers. Natuurlijk staat hier af en toe een auto te koop, maar de ruimte is er vooral om sfeer te creëren voor de club en externen die hier iets willen organiseren.’
‘Het doel is de mensen achter de auto’s samen te brengen waar ze zichzelf kunnen zijn.’
Hendrik Béatse
Voormalig oldtimergaragist
Met ‘de club’ verwijst hij naar de bijbehorende vzw. Die werd opgericht met een zestiental kennissen. Onder meer de uroloog Lieven Goeman, wiens schitterende en letterlijk unieke Arnolt-Bristol Deluxe S Hardtop Coupé (1956) ook zichtbaar opgesteld staat, tussen onder meer een prachtige Jaguar E-Type Coupé van de allereerste reeks (‘nummer 78’, 1961), een Healey Silverstone (1949) en een Ferrari 512BB (1978).
In de exporuimte is een clublokaal met bar. ‘Hier drinken we een pint, omringd door auto’s’, lacht Béatse. ‘Het doel is de mensen achter de auto’s samen te brengen in een omgeving waar ze vrijuit zichzelf kunnen zijn’, legt hij uit. ‘Velen onder hen zijn op hun privacy gesteld, maar willen hun passie wel delen. Daarom hebben we voor onszelf dit privéplekje gecreëerd. Wat we níét zijn, is de zoveelste businessclub. We zijn een club van mensen die graag over auto’s praten, het liefst samen met de partners en kinderen. Want we zijn uitdrukkelijk géén mancave, wel een family cave.’