Autofanaat Chris Salomez | ‘Ik kan niet schatten hoeveel auto’s ik al heb gehad’
Zijn auto’s figureerden in films en tv-series. Maar als Chris Salomez er één mag houden, is het de Pontiac Trans Am uit ‘Smokey and the Bandit I’.
Zijn auto’s figureerden in films en tv-series. Maar als Chris Salomez er één mag houden, is het de Pontiac Trans Am uit ‘Smokey and the Bandit I’.
Een Ferrari 308 GTSi (1981) staat broederlijk naast een Fiat 500 (1969). Het is een combinatie waaruit authentieke autoliefde spreekt. Maar er is een extra laagje, want Chris Salomez verzamelt vooral auto’s die belangrijke filmrollen kregen. De Fiat zou Luigi uit de animatiefilms ‘Cars’ kunnen zijn, die hopeloos verliefd is op Ferrari’s. De 308 is natuurlijk bekend van ‘Magnum, P.I.’ ‘Dit is de meest betrouwbare en onderhoudsvriendelijke uitvoering’, zegt Salomez. ‘Met de Fiat hebben we lang gesukkeld. Nu heeft hij een nagelnieuwe motor. Die kun je kopen in Polen.’
‘Al mijn auto’s heb ik al minstens tien jaar. Ik kocht ze net voor de grote oldtimerhype. De Alpina B12 5.0 (1992) met V12-motor was in mijn jeugd de ultieme limousine. Alpina is een zelfstandig merk, gebaseerd op BMW, maar met eigen chassisnummers. Van deze verlengde versie in Highline-uitvoering werden negen exemplaren gebouwd. De achterbank is uitgerust met onder meer een radio, ijskast, telefoon en masserende zetels. De jongste jaren is Alpina zeer geliefd. Toen ik hem kocht, keek niemand ernaar. Ik betaalde er 13.000 euro voor. Recent werd hij geschat op ruim het drievoudige.’
Investeren was nooit het opzet. ‘De auto’s zijn stuk voor stuk jeugddromen. De allereerste was de Pontiac Firebird Trans Am (1979) uit ‘Smokey and the Bandit II’ – die uit de eerste film was onvindbaar. Deze auto kocht ik twaalf jaar geleden in Sofia, vanwaar ik ermee door Servië, Kroatië, Slovenië, Oostenrijk en Duitsland huiswaarts reed: een echte roadtrip. De auto had jaren in een douanedepot gestaan. Hij was begin jaren 1980 gebruikt voor drugstrafiek en werd door de politie beschoten toen de criminelen ermee wilden vluchten. Een man bij de douane had hem voor een prikje gekocht. De volgende eigenaar liet hem perfect restaureren. Hij had centen nodig en de overdracht gebeurde met tranen in de ogen. Tot vandaag houden we contact. Zijn amulet hangt nog altijd in de auto. Ik heb er nooit problemen mee gehad.’
De originele, op kleine schaal gebouwde Special Edition van de Trans Am met productiecode Y82 (1977), zoals in ‘Smokey and the Bandit I’, wist hij uiteindelijk toch te bemachtigen. ‘Ik schuimde elk weekend autosites af, op zoek naar een exemplaar. Mijn vriendin kwam via Google terecht bij een Nederlander in geldnood die er een aanbood voor 9000 euro. In topstaat nog wel. Ik had net 20.000 euro geboden voor een wrak in Engeland, maar werd overboden. Inmiddels is mijn auto geschat op 65.000 euro. Als ik ooit platzak ben en er maar één kan houden, wordt het deze. Dit was als kind mijn grote droom.’
‘Die films heb ik als kind wel duizend keer gezien, zo ontstond mijn liefde voor auto’s’, vertelt hij. ‘Mijn vader had zelf een Pontiac Trans Am van 1977. Dat was: wauw! Hij reed ook met Citroën CX’en. De typeplaatjes zoals TRD en Turbo 2 staan op mijn netvlies gebrand. Nu heb ik er vier, waarvan twee voor onderdelen. De CX 25 Prestige Turbo 2 (1986) met de GTI-motor is pas terug van de carrossier, ik moet hem alleen nog in elkaar zetten. Die is ongemeen snel en comfortabel. Ik heb ook een zeswieler, gebouwd door de Belgische carrosseriebouwer Pijpops (1994). Die auto’s doorkruisten heel Europa voor koeriersdiensten.’
We zien nog een Austin Mini (1979) zoals in ‘Mr. Bean’, een Mercedes-Benz SL500 (1992) en een 500 SE Coupé Cabriolet (1983). ‘Een Duitse auto, geconverteerd tot cabriolet in de VS. Alle auto’s zijn ingeschreven, behalve de Chevrolet BelAir (1957) die ik nu restaureer. Dat wordt de ultieme muscle car. In open versie, bovendien: beter wordt het niet.’
‘Ik kan niet schatten hoeveel auto’s ik heb gehad. Met duizend kom ik er niet. Al sinds mijn dertiende ben ik bezig met kopen, afbreken, verkopen. Zeven jaar lang was ik autohandelaar. In 2014 ging ik nabij Eindhoven een BMW kopen. Zestig kilometer verderop had de verkoper een loods met 130 stuks in, waarbij exemplaren van de eerste 6- en 7-reeks, 02-modellen enzovoort. Ik heb ze toen allemaal gekocht, per vier op de trailer naar hier gebracht en geveild. Ik heb er goed aan verdiend.’