Adolphe Grutman | ‘Ik tel 27 auto’s, zonder de oldtimers’
Welke classic koopt een petrolhead die massa’s autobladen heeft liggen? Adolphe Grutman twijfelt tussen zijn Lotus Elise Series 1 en Morgan 4/4.
Welke classic koopt een petrolhead die massa’s autobladen heeft liggen? Adolphe Grutman twijfelt tussen zijn Lotus Elise Series 1 en Morgan 4/4.
‘Ik sta ‘s morgens op en begin te dromen van auto’s’, zegt Adolphe Grutman. ‘En dat is al bijna mijn hele leven zo. Mijn vader was landbouwer en had vijf tractoren. Daar begon mijn passie voor mechaniek. Toen ik twaalf was, ververste ik de olie al. En van kleins af kocht ik automagazines. Daar zaten posters in. Op mijn kamer was geen spoortje behangpapier te zien.’
‘Als eerste auto wilde ik eigenlijk een Mini Cooper, maar vader gaf me een 2 pk. Daarmee kun je ook op het veld rijden, argumenteerde hij. Ik ben er nauwelijks mee op het veld geweest. Ik haalde de bumpers eraf, monteerde kuipzetels, een sportstuur, en achteraan twee grote schijnwerpers voor als een achterligger me op de zenuwen werkte. Ik reed voortdurend plankgas en haalde dan 120 km/uur.’
Er volgde heel wat moois. ‘Een Renault R5 Alpine, vier Golf GTI’s, veel BMW’s, onder meer een zeldzame ‘M3 E46’-vierdeurs, vier Alfa Romeo’s 155 2.0 Twin Spark – iedereen lachte, maar ik heb er nooit problemen mee gehad. Ik tel 27 auto’s, zonder de oldtimers. Toen mijn zoon 18 werd, kochten we een Volkswagen Kever 1302. Een en al miserie. Er kwam ook een BMW 2002 voor omgerekend 2000 euro. En een Alfa Romeo Giulia, die ik na drie weken verkocht: ik kreeg het niet over mijn hart dat hij buiten moest staan.’
Van 1977 tot 2015 werkte Grutman als salesmanager voor Autogids/Moniteur Automobile, Autowereld en Motoren & Toerisme. Hij heeft tussen drieduizend en vierduizend automagazines. ‘Met Autogids verzamelen ben ik gestopt: er staan te veel stekkerauto’s in. Ik ben nog geabonneerd op magazines zoals Classic Cars, Autoretro, Octane en Classics & Sports Car.’
Wat koopt een man die decennia in de auto’s zit en met een beperkt budget op zoek gaat naar de essentie van rijplezier? ‘Het allerliefste rijd ik met de Lotus Elise Series 1 (1999). Dat is echt spartaans autorijden. Hij heeft slechts 121 pk, maar voor 725 kilogram is dat voldoende. De wegligging en acceleratie zijn fenomenaal, het contact met het wegdek is zeer direct, en bij 160 kilometer per uur is de ervaring van snelheid enorm. Net als het geluid, overigens. Maar je wilt steeds harder.’
Na een carrière van 25 jaar – in drie series – ging de Elise recent uit productie. ‘Ik rijd er maar 500 kilometer per jaar mee’, lacht hij. ‘Hij staat bij mijn zoon. Toen hij in 2007 een speciale auto wilde, moest het een Lotus zijn. We kochten hem voor 14.000 euro, met 121.000 kilometer op de teller. Nu zijn dat er 140.000 en is hij minstens 22.000 euro waard. Hij heeft vier jaar stilgestaan, maar vorig jaar hebben we hem opnieuw ingeschreven. Er was veel steenslag en hij kreeg een nieuwe lak – het koetswerk is gemakkelijk te demonteren. Eerder werd de motor al opgefrist.’
‘Met de originele Morgan 4/4 (1994) rijd ik een kleine 3000 kilometer per jaar. Hij heeft er nu 87.000 op de teller. Ik kocht hem in 2015 voor 24.500 euro. Het was altijd een droom. Zo’n mooie auto. Deze is nog harder dan de Elise – een romantische ophanging, noem ik dat. Maar het is geen auto voor snel bochtenwerk. Je wordt er ook echt in gezien, al heb ik dat niet graag. Ik rijd altijd met de kap dicht, zelfs in de zomer, behalve als het echt snikheet is. Ik heb zelfs een systeem gemaakt waardoor de kap niet helemaal dicht gaat, waardoor mensen me minder goed zien zitten.’
‘De Morgan 4/4 is een auto waarin je echt gezien wordt, al heb ik dat niet graag. Daarom rijd ik altijd met de kap dicht, zelfs in de zomer.’Adolphe Grutman
Morgan staat voor levenskunst en het opperste Engelse classicisme: handgebouwd, met veel leder en hout. ‘De nieuwe Plus Four die Morgan in 2020 voorstelde, ziet er nog hetzelfde uit als zeventig jaar geleden, maar nu heeft hij de techniek van BMW en een chassis van aluminium in plaats van staal. Het is een moderne auto. Ik vermoed dat hij beter en comfortabeler rijdt, maar ik zou hem niet kopen.’
‘De Morgan-club is een bastion van oude mensen. Van de Lotus-club ben ik geen lid, hoewel die mooiere trips en circuitdagen organiseert. Maar die laatste vind ik te duur.’
‘Mijn auto’s behouden hun waarde. De Morgan werd in 2019 getaxeerd op 36.500 euro. Dat is nooit de bedoeling geweest. Als belegging heb ik ze nooit gezien. Ik denk wel dat de markt zal verzwakken naarmate fossiele brandstoffen meer onder vuur komen te liggen. Niet-gepassioneerde verzamelaars zullen hun wagens verkopen, waardoor het aanbod zal toenemen.’