© Thomas Vanhaute

Van Land Cruisers tot BMW's | De familie De Smul rijdt met papa's gerestaureerde oldtimers

Restaureren doet hij al sinds zijn twaalfde, van bromfietsen tot amfibievoertuigen. Maar vandaag doet Jean-Marie De Smul het vooral voor het nageslacht.

‘Het is hier al auto’s wat de klok slaat’, zegt Jean-Marie De Smul wanneer hij zijn garagepoort opent. Hij overdrijft niet: het eerste wat we zien, is een Toyota Land Cruiser BJ 42 (1983), die hij restaureert voor zijn dochter Félice (19). ‘De vorige eigenaar, een marktkramer, kocht hem nieuw. Maar sommige koetswerkdelen waren volledig weggeroest.’ De iconische Land Cruiser 40-serie werd gebouwd van 1960 tot 1984, De Smul herstelt zoveel hij kan. ‘De motor werd gereviseerd. Het tapijt is origineel, al zitten er wat gaten in. En elke bout werd ontroest en opnieuw verzinkt. Ook voor wat onherstelbaar is, zoek ik originele vervangstukken. Een originele deurgreep kost driehonderd euro, namaak honderd. Maar ik wil niet telkens als ik die klink vastneem denken: die is fake.’

Van de Toyota Land Cruiser BJ 42 (1983) waren sommige koetswerkdelen volledig weggeroest.
Van de Toyota Land Cruiser BJ 42 (1983) waren sommige koetswerkdelen volledig weggeroest.
© Thomas Vanhaute
Advertentie
Advertentie

‘Deze houd ik tot ik sterf’, zegt Félice, die voor haar auto het Instagramprofiel olijfke_bj42 aanmaakte. ‘Net als de witte.’ Ook de Toyota HJ 61 (1989) restaureerde vader voor haar. Zijn 4.0-zescilindermotor oogt en draait als nieuw, al heeft hij zopas de kaap van 450.000 kilometer gerond. ‘De eerste kleine revisie wordt aangeraden bij een miljoen kilometers. Die motor werd in Japan voor vrachtwagens en bussen gebruikt. Eigenlijk is hij té krachtig, maar mechanisch is het een formidabel ding. In België werd vooral de goedkopere 70-serie verkocht. Dit Franse exemplaar stond in Anderlecht klaar voor export naar Afrika. In Australië en de VS is het de meest gewilde uitvoering.’

De Toyota HJ 61 (1989) restaureerde De Smul voor zijn dochter.
De Toyota HJ 61 (1989) restaureerde De Smul voor zijn dochter.
© Thomas Vanhaute

Broer Charlie (21) toont zijn zeldzame BMW 318i Baur (1981). ‘Toen ik hem twee jaar geleden vond, ontbraken er veel onderdelen. Door het verdwijnen van de luxekoetswerkbouwer Baur zijn ze schaars geworden, maar bij een afbraakbedrijf in Nederland vond ik alles. Op het BMW-evenement BimmerFest, ook in Nederland, hadden ze nog nooit zo’n mooi exemplaar gezien.’ Charlie heeft ook een bijzondere, vierwielaangedreven BMW 325iX Touring (1990). ‘Uit Zwitserland. Letterlijk full option en geen spatje roest. De 325 Ci (2006) had mijn opa voor me opzijgezet. Nu is dat mijn daily.’

Autobiografie

Jean-Marie De Smul (56) | Huisman

| Daily | Porsche Panamera Sport Turismo (2017).
| Eerste | Volkswagen Kever (1976).
| Beste en slechtste | ‘Dat krijg ik niet over mijn lippen. Een panne vind ik helemaal niet erg.’
| Met spijt verkocht | Porsche 356 Super 90 B Coupé (1960). ‘Na een buitensporig bod. Ik had hem gerestaureerd voor mijn vrouw. Het was de enige auto die zij mooi vindt. Ze is nog altijd kwaad.’
| Droom | ‘Mijn Volkswagen Karmann Ghia (1958) klaarkrijgen.’

‘De kinderen doen kilometers, niet normaal’, zegt vader. ‘De eerste week reed Charlie met zijn BMW Baur 1.500 kilometer.’ Hijzelf vindt vooral plezier in het restaureren. ‘Charlie volgde automechanica en sleutelt ook, Félice helpt – zij studeert psychologie. Zelf kreeg ik voor mijn plechtige communie een sleutelset die ik nog steeds gebruik. Mijn neef bracht toen twee snorfietsen mee in een kist. Pas na het diner mochten we de tafel verlaten. Een halfuur later hadden we er één rijdende van gemaakt, en weg waren we. Ik heb nog altijd een tiental brommers uit mijn jeugd. Ik restaureerde ze op de eettafel toen de kinderen in hun wieg lagen. Tussendoor gaf ik hun de fles – ik ben een huisman met een carrièrevrouw. Hoeveel voertuigen ik heb gerestaureerd, weet ik niet: ik ben de tel kwijtgeraakt.’

‘Doordat ik altijd dicht bij de Leie woonde, werd ik ook al vroeg verliefd op bootjes. En op auto’s die kunnen varen. Van de Duitse Amphicar 770 bouwde ontwerper Hans Trippel ruim 3.800 stuks. Ik restaureerde twee exemplaren van dat amfibievoertuig (1961, 1964). Toen de kinderen klein waren, hebben we er veel mee gevaren. Aan de derde ben ik ooit begonnen, aan de vierde nog niet. Kijk, ze staan boven elkaar gestapeld.’

Advertentie
Advertentie
De Smuls nieuwste restauratieproject: een Volkswagen Karmann Ghia uit 1958.
De Smuls nieuwste restauratieproject: een Volkswagen Karmann Ghia uit 1958.
© Thomas Vanhaute

Hij wijst naar een andere hoek in de garage. ‘Als de Toyota Land Cruiser klaar is, begin ik aan mijn Volkswagen Karmann Ghia (1958). Die vond ik in Philippeville. De verkoper had al een zeer hoog bod gekregen, maar voelde dat ik de auto liefdevol zou restaureren, waardoor ik hem voor een lager bedrag mocht kopen. Kijk, de originele nummerplaat, en een attest dat hij bij D’Ieteren werd gebouwd. Ik heb ook nog de Volkswagen Karmann Ghia van mijn geboortejaar 1967, waarmee ik als achttienjarige reed. Toen was originaliteit nog niet zo’n punt: ik heb er destijds het dak afgezaagd.’

‘Na de Karmann restaureer ik weer een oldtimer voor mijn zoon’, besluit hij. ‘Ach, wat kan ik hun anders meegeven? En neen, als ze de auto’s later verkopen om iets anders te doen, zal ik dat helemaal niet erg vinden.’

Advertentie