Vijf Rosengarts heeft Dirk Vermeersch in zijn garage staan. Onder meer de LR539 Supertraction Décapotable (1939) van wijlen Johnny Hallyday.
‘Toen ik negentien was, wilde ik een oldtimer kopen. Maar dat mocht niet van mijn vader, omdat ik niks van mechaniek kende’, vertelt Dirk Vermeersch. ‘Het idee ebde weg, maar de autoliefde bleef.’ Het zou tot zijn 43ste duren voor die eerste oldtimer er kwam. Vandaag passen zijn vijf Rosengarts net in zijn garage, die hij tien jaar geleden bouwde. ‘Eerder stonden mijn auto’s verspreid, hier zien we ze elke dag. Al bouwde ik ze ook wel zo om mijn verzameldrang in toom te houden.’ (lacht)
Zelfs onder autoliefhebbers is Rosengart een vrij onbekend merk. ‘Dat was het ook voor mij toen ik in 1997 in een advertentie botste op een Rosengart LR44 (1932), in onderdelen van een man met rugproblemen. Ik kocht de auto voor 60.000 frank (1.500 euro, n.v.d.r.). Niet veel later lag alles hier in de garage. Het zal wel lukken om alles gemonteerd te krijgen, dacht ik.’
De onderdelen van de in 1997 aangekochte Rosengart liggen nog steeds in dozen, onder doeken in een andere garage. ‘Ik begon het koetswerk te mastieken. Maar de motor was andere koek. Ik kocht een identiek, rijvaardig exemplaar uit de Dordogne en zette het ernaast. Dan was het een kwestie van goed kijken. En avondlessen volgen. Zo verzamelde ik wat kennis, maar niet genoeg. Ik heb de klus nooit geklaard gekregen. Of dat ooit lukt? Wie weet!’
In de Rosengart-merkhistorie heeft Vermeersch zich wél verregaand verdiept. ‘Lucien Rosengart werd in Parijs geboren als zoon van Poolse Joden. Zijn vader had een fabriek in precisiemechaniek, waar de kleine Lucien vaak rondhing. Na zijn legerdienst richtte hij een eigen zaak op in bouten, sluitringen en speciale schroeven. Zijn uitvinding en grote doorbraak was die van een schroefbout om sporen vast te zetten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest hij overschakelen op de oorlogsindustrie. Na afloop was hij een van de rijkste Parisiens, bevriend met André Citroën, Louis Renault, de familie Peugeot. Ze gingen samen uit. Intussen zat in elke Franse auto wel een onderdeel uit zijn fabrieken.’
Autobiografie
Dirk Vermeersch (°1954) | Gepensioneerd administratief medewerker bij de NMBS
| Daily | Land Rover Freelander (2014).
| Eerste | Volkswagen Scirocco I (1973).
| Met spijt verkocht | Volkswagen Scirocco I (1973).
| Droom | ‘Toen ik klein was, droomde ik van een Mercedes-Benz 190 SL. Daarvoor zou ik alles moeten verkopen, en dat is niet aan de orde.’
Zijn eigen automerk richtte Rosengart in 1928 op. ‘Hij nam een licentie op de kleine, betaalbare Austin Seven en paste die aan voor de Franse markt. De LR2, hier in Torpedo-uitvoering (1929), was de start van zijn commerciële activiteit. Later kwam er een iets groter model, zoals deze LR44 (1932). Rosengart produceerde personenauto’s van 1928 tot in 1955.’
Ook zijn tweede aangekochte Rosengart, een open LR4 Torpedo (1931), is niet rijklaar. ‘Daar heb ik één keer mee gereden. De motor liet ik vijftien jaar geleden reviseren, maar hij is er nog niet in geplaatst. De LR2-bestelwagen (1930) staat mooi ‘dans son jus’ en is wél rijwaardig. ‘Die heeft in de Pyreneeën rondgereden met boerderijproducten. Kijk: het logo van Daniel & Marie Collet staat er nog op.’
Zijn pièce de résistance is de imposante LR539 Supertraction Décapotable (1939). ‘Die was ooit van Johnny Hallyday: een verjaardagscadeau van Serge Gainsbourg, Jane Birkin, Gérard Lenorman, Coluche en Dani. Maar hij heeft er weinig mee gereden: wellicht was hij niet snel genoeg. Later kwam de auto in een museum in Nancy en bij een Zwitserse verzamelaar terecht. Na diens overlijden kon ik hem van de weduwe kopen. Er werden er slechts 1.053 van gebouwd. Twee daarvan werden vorig jaar geveild voor meer dan 40.000 euro. En daar was nog veel werk aan. Deze is in concoursstaat of het scheelt niet veel.’
‘Ik doe zelf geen concours. Ik rij hier alleen in de buurt rond.’ Voor de jaarlijkse ‘Concentration’ van de Club L. Rosengart France, telkens op een andere plek in Frankrijk, zet ik een auto op de aanhangwagen. Ik ben al ruim twintig jaar lid van de club, die zo’n tweehonderd leden telt. Mijn vrouw en dochter Jolien gaan ook altijd mee.’
In de garage staan naast miniaturen en een trapauto ook andere uitvindingen van Lucien Rosengart. ‘Hij had 130 patenten op zijn naam’, vertelt Vermeersch. Een hulpmotor voor een fiets, een batterijlader, dynamo’s: het staat hier allemaal. ‘Zijn tafelvoetbalspel zag ik één keer aangeboden, maar dat lag buiten mijn budget.’
Nadat zijn merk in 1955 ophield te bestaan, trok Rosengart zich terug in zijn villa in Zuid-Frankrijk. ‘Hij is toen beginnen te schilderen. Hij toont twee werken. ‘Als schilder is hij al even onbekend’, lacht Vermeersch.