‘Wat als?’ Het is de centrale vraag van de ‘Atlas of Never Built Architecture’. Met ruim 300 nooit gerealiseerde gebouwen toont het nieuwe boek dat de wereld er helemaal anders had kunnen uitzien.
Stel dat Le Corbusier de Antwerpse architectuurwedstrijd had gewonnen voor Linkeroever. Dan prijkte daar nu zijn modelstad ‘Cité Radieuse’. Ook het hart van Parijs had er anders kunnen uitzien. Voor hetzelfde geld stond er op de plek van de Arc de Triomphe een gigantische olifant. Het was een utopisch idee van architect Charles Ribart uit 1758. Via een wenteltrap in de buik zouden bezoekers naar boven kunnen klimmen en de slurf zou water spuiten. Er was binnenin zelfs plaats voorzien voor een echt orkest. De muziek zou uit de oren klinken. En in de jaren 60 wilden sommigen de bulldozer zetten in de Londense overheidskwartieren van Westminster om die te vervangen door een brutalistisch complex. Wist je trouwens dat de beroemde Antoni Gaudí – de architect van de Sagrada Familia in Barcelona – ook een ontwerp maakte voor een wolkenkrabber in New York? Het zou een van de hoogste en zotste torens zijn geweest, maar de Spanjaard bedacht zich.
Walt Disney
De ‘Wat als’-vraag scoort niet alleen hoog op de comedy-meter. Iets wat had kunnen zijn, spreekt tot onze verbeelding. Het doet iets met ons. Ook als het over architectuur gaat. Goed nieuws: zopas verscheen ‘Atlas of Never Built Architecture’. Een vuistdik boek met een overzicht van meer dan driehonderd nooit gerealiseerde gebouwen uit de 20ste en 21ste eeuw. In de meest uiteenlopende types: van bruggen tot begraafplaatsen, van wolkenkrabbers tot pretparken, van musea tot hotels en van casino’s tot concertgebouwen. Alles verdeeld over tachtig landen en overzichtelijk gerangschikt op locatie. De vijfhonderd illustraties – zoals tekeningen, schetsen en etsen – tonen een bevreemdende en wonderlijke simultane wereld die er ooit had kunnen zijn.
De realisaties die erin staan, zijn niet van de minste. Zowat alle grote namen staan ertussen. Een greep uit de eindeloze lijst: Le Corbusier, Frank Lloyd Wright, Norman Foster, Alvar Aalto, Lina Bo Bardi, Ricardo Bofill, Rem Koolhaas, Oscar Niemeyer, Ludwig Mies van der Rohe, Tadao Ando, Zaha Hadid, en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Maar er zijn ook onverwachte namen, zoals Walt Disney. Die bedacht in 1966 een visionaire autovrije stad van 20.000 mensen waar iedereen zich zou verplaatsen met automatische monorails. Auto’s en vrachtverkeer reden onder een grote glazen koepel om voetgangers te behoeden voor lawaai, vervuiling en ongevallen. Hij liet zijn topdesigners zelfs een promofilmpje maken voor zijn project. Helaas stierf hij twee maanden later en vond de raad van bestuur van Disney het plan financieel te risicovol.
Geld was meestal de reden dat de projecten niet verder kwamen dan de tekentafel. Maar evengoed wispelturige klanten, oorlog of een nieuw politiek regime. Af en toe was het idee ook gewoon belachelijk of totaal onhaalbaar.
Belgisch njet
In het boek staan ook drie ongerealiseerde Belgische projecten, waaronder twee van architect Renaat Braem. Het originele ontwerp van het VUB-rectoraat en de begraafplaats van Deurne. Voor die laatste tekende Braem een gigantische spectaculaire entree: een H-vormige parabolische boog met hoge puntige zuilen en een kegelvormig auditorium met een groot daklicht. Het gemeentebestuur wees de entree naar de vuilnisbak en liet de aanleg over aan de lokale groendienst. ‘Ze bagatelliseerden het geheel op een heel vervelende manier’, sneerde de architect die niet op zijn mondje was gevallen.
Ook de Notre-Dame Basilica van Henry Lacoste in het Naamse Beauraing haalde de selectie. Het grootse ontwerp was te megalomaan voor het stadje en werd vervangen door een kleine stenen kapel, die tot op vandaag een bedevaartsoord is.
Een ander project met een Belgisch tintje is de uitbreiding van de Nationale Bank van Zaïre (het huidige Congo), die in 1960 werd getekend door de Belgische architect George Ricquier. De annex kwam uit de pen van Eugène Palumbo, een Italiaan die alle iconische staatsgebouwen tekende onder Mobutu. Maar het ontwerp kwam er niet, omdat het te veel invloeden had van het Braziliaanse modernisme. En dus niet paste in Mobutu’s ambitie van het ‘recours à l’authenticité’, dat de sporen van het Belgische kolonialisme wilde uitwissen om het beeld van het echte Afrika naar voren te schuiven.
Magnum opus
Over niet-gerealiseerde architectuur is al veel verschenen. We zeiden al dat ‘Wat als’-scenario’s ons doen dromen. Maar nooit eerder verscheen er zo’n groot wereldwijd overzicht. Dit is dan ook het magnum opus van Sam Lubell en Greg Goldin, de auteurs die al jarenlang onderzoek doen naar het onderwerp. Eerder cureerden ze al de succesvolle expo’s ‘Never Built New York’ en ‘Never Built Los Angeles’.
‘Meer dan stenen, beton, hout en glas zijn gebouwen een collectie van ideeën, verhalen, moeilijkheden, culturen en toevallige omstandigheden’, schrijven ze in hun voorwoord. ‘De eerste architectuurwedstrijd ooit was een oproep om iets te bouwen boven op de Akropolis in Athene, om zo de verdrijving te herdenken van de Perzische koning Xerxes, die de stad in 480 voor Christus had geplunderd. De alternatieve voorstellen van dat Erechtheion in de Akropolis zijn verloren gegaan. Met andere woorden: ons beeld van Athene is gebaseerd op een scherf die is overgebleven uit een stroom van andere ideeën die nu voorgoed vergeten zijn.’
Dat geldt eigenlijk voor de volledige geschiedenis, die veelal wordt geschreven door winnaars. Wat niet gebouwd wordt, wordt vaak vergeten.
Het duo werkte jarenlang aan het boek. Op hun ‘shortlist’ stonden eerst vijfduizend projecten, die ze geleidelijk terugbrachten tot duizend, om uiteindelijk te landen op de 350 die het boek haalden. ‘Een nachtmerrie voor encyclopedisten zoals wij’, schrijven ze. ‘Bij elke ontdekking beseften we meer en meer dat onze realiteit niet zo vastgelegd is als we denken. Elke beslissing had ook anders kunnen zijn. Op elk stuk grond had iets anders kunnen staan. Of ook helemaal niks.’
Die ontdekkingen lezen af en toe als een jongensboek, vol heerlijke anekdotes. Zo bestelde Tom Monaghan – de grote baas van Domino’s Pizza – een wolkenkrabber die de bijnaam ‘The Leaning Tower of Pizza’ kreeg. Een knipoog naar de toren van Pisa. Maar de scheve toren kwam er nooit. En voor hetzelfde geld was het niet Le Corbusier, maar architect Matthew Nowicki die de Indiase stad Chandigarh had ontworpen. De Pools-Amerikaanse immigrant kreeg de opdracht om de stad te hertekenen. Zijn ontwerp was klaar, maar hij stierf tijdens een vliegtuigongeval, waardoor Corbu in beeld kwam.
En wist je dat Frank Lloyd Wright op zijn 89ste nog een toren van 528 verdiepingen ontwierp die zou moeten verrijzen in Chicago? Of wat dacht je van een hotel in de vorm van een gigantische betonnen condor die zijn vleugels spreidt boven de Andes? Een idee van de Peruaanse architect Miguel Rodrigo Mazuré voor zijn Machu Picchu Hotel. ‘Om de bezoekers de hoogtes van het landschap te laten beleven’ tekende hij een rooftopterras en hellende vensters aan de onderkant van de vleugels. Hoogtevrees gegarandeerd. Maar zo ver kwam het niet. De computerachtige science-fictionfantasie had te veel geclasht met de historische Inca-site.
Sappige anekdotes
Maar meer dan om de sappige anekdotes, is het de auteurs te doen om de filosofie van die nooit gerealiseerde gebouwen. ‘Onuitgevoerde ontwerpen tonen de puurste en onvervalste visie van de architecten, omdat ze ontsnapten aan de onvermijdelijke aanpassingen aan de markt, de politiek of klanten die briljante ideeën soms tot saaie realiteit herleiden. In onze verbeelding vormen al die onuitgevoerde ontwerpen een soort hiernamaals van dromen. Een rijk waarnaar we kunnen kijken en over kunnen nadenken, over alles wat het te bieden heeft.’
‘Atlas of Never Built Architecture’
| Auteurs | Sam Lubell en Greg Goldin
| Uitgever | Phaidon
| Prijs | 125 euro