Toparchitect Kengo Kuma eert Albert Kahn

De Franse bankier en pacifist was rond 1900 een van de rijkste mensen op aarde. Zijn fortuin ging in 1929 in rook op, maar zijn parktuin in Boulogne-Billancourt zag er nog nooit zo goed uit. Zeker nu er een nieuw expopaviljoen van toparchitect Kengo Kuma in staat.

‘Albert Kahn was misschien naïef dat hij geloofde dat hij de wereld kon veranderen. Maar tegelijk is hij een voorbeeld voor toekomstige generaties. Vandaag zou de wereld hem alleszins goed kunnen gebruiken’, zegt Magali Melandri, de directeur van het Musée Albert Kahn, dat volgende week zijn deuren heropent. Gelijk heeft ze, want de steenrijke Franse zakenbankier was een van de actiefste pacifisten en humanisten van de vorige eeuw.  

De Franse zakenbankier Albert Kahn was een van de actiefste pacifisten en humanisten van de vroeg-20ste eeuw.
De Franse zakenbankier Albert Kahn was een van de actiefste pacifisten en humanisten van de vroeg-20ste eeuw.
©CD92 Musée départemental Albert-Kahn
Advertentie
Advertentie

Dinodiplomatie

Feit is: bij het begin van de 20ste eeuw behoorde Kahn tot de rijkste én vrijgevigste mensen ter wereld. En binnen dat selecte kransje doet men al eens extreme inspanningen voor de wereldvrede. De Amerikaanse industrieel Andrew Carnegie (1835-1919) deelde replica’s van zijn diplodocusskelet ‘Dippy’ uit aan natuurhistorische musea wereldwijd: van Sint-Petersburg tot Parijs, van Bologna tot Buenos Aires. Met zijn dinosaurusdiplomatie hoopte Carnegie te kunnen aantonen dat naties meer gemeenschappelijk hebben dan de dingen die hen scheiden.   

Albert Kahn (1860-1940) had – bijna tegelijk – hetzelfde doel. Maar hij liet een universele parktuin aanleggen rond zijn landhuis in de Parijse voorstad Boulogne-Billancourt. Op 4 hectare verenigde hij er zeven tuintypes, waaronder een Japanse, Franse en Engelse. Zijn paradijselijke park is een botanische poging om de vijf continenten harmonieus te verenigen.

Albert Kahn (1860-1940) liet rond zijn landhuis in Boulogne-Billancourt, in de Parijse rand, een ‘universele parktuin’ aanleggen. Noem het een botanische poging om de vijf continenten te verenigen.  
Albert Kahn (1860-1940) liet rond zijn landhuis in Boulogne-Billancourt, in de Parijse rand, een ‘universele parktuin’ aanleggen. Noem het een botanische poging om de vijf continenten te verenigen.  
©CD92/Olivier Ravoire

Helaas, toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, spatte de vredesdroom van Kahn uiteen. De filantroop in hem sneuvelde gelukkig niet. Op 4 augustus 1914, de dag na de Duitse oorlogsverklaring aan Frankrijk, richtte hij ‘Secours national’ op: een steunfonds waarin bedrijven, banken en mecenassen geld stortten voor kleding, voedsel en warme dekens voor kansarmen.

Kahns tuin is nu een publiek park, met een prachtige winterkas, een fotogeniek rood bruggetje en een authentiek Japans ‘dorp’. Wie in Parijs in de buurt moet zijn van Roland-Garros, het voetbalstadion van PSG of het appartement van Le Corbusier, moet beslist eens omrijden. Maar wel best na 2 april, want dan gaat het nieuwe museumpaviljoen van Kengo Kuma open, als vervanger van het gedateerde bezoekerscentrum. De Japanse toparchitect won in 2012 de competitie met een discreet gebouw, bekleed met eikenhouten lamellen, als venster op de tuin (én dus op de wereld). Kuma renoveerde in één adem ook de traditionele Japanse woningen die Kahn eind 19de eeuw in Japan liet demonteren om ze in zijn park herop te bouwen. ‘In zijn museumontwerp herinterpreteerde hij het traditionele ‘engawa’-principe: de transitiezone tussen binnen en buiten, typisch voor Japanse architectuur’, zegt Melandri. ‘Natuurlijke materialen, zoals hout, behoorden sowieso al tot het vocabularium van Kuma.’

Advertentie
Advertentie

Schatrijk

Aan Albert Kahns privéwoning - discreet aan de rand van het park - raakte Kuma niet. Het is een wat sinistere plek, waar de bankier zijn laatste levensjaren sleet in armoede in een nagenoeg leeg interieur. Door de beurskrach van 1929 ging zijn bank failliet en werden al zijn bezittingen verkocht. Inclusief zijn landgoed, dat eigendom werd van het departement Hauts-de-Seine. Sinds 1937 stelde die het privépark met bijbehorend museum open. Intussen mocht Kahn er wel blijven wonen tot aan zijn dood op 13 november 1940. 

Albert Kahn - geboren als Abraham - was de oudste van vier broers in een Joodse boerenfamilie uit de Elzas. Van zijn vader, een veehandelaar, leerde hij onderhandelen op de beestenmarkt. Zijn moeder verloor hij toen hij tien was. Ongeveer tegelijk brak de Frans-Pruisische oorlog uit, waarbij Frankrijk in 1871 uiteindelijk Elzas-Lotharingen moest ‘teruggeven’ aan het pas opgerichte Duitse keizerrijk.

Op 4 hectare verenigde Kahn er zeven tuintypes, waaronder een Japanse, Franse en Engelse.
Op 4 hectare verenigde Kahn er zeven tuintypes, waaronder een Japanse, Franse en Engelse.
©CD92/Willy Labre

Dat conflict was niet alleen de kiem voor de Eerste Wereldoorlog, het maakte Albert Kahn ook plots Duitser. Omdat hij die nationaliteit weigerde, besloot hij op zijn 16de te emigreren naar Frankrijk. In Parijs kon hij een tijdje aan de slag bij een kleermaker. Tot een verre neef hem een postje aanbood bij de bank Goudchaux. Terwijl hij na zijn uren nog rechten bijstudeerde, maakte hij bij die bank een opmerkelijke blitzcarrière. Hij overtuigde Goudchaux onder meer om in Zuid-Afrikaanse mijnen van De Beers te investeren. Die move leverde hem (en de bank) extreem veel geld op. Zoveel dat hij op zijn 26ste eerst mede-eigenaar van Goudchaux werd en vervolgens in 1898, op zijn 38ste, zijn eigen zakenbank kon oprichten. Kahn focuste zich niet zozeer op het oude geld, maar op nieuwe technologieën en nieuwe markten, zoals Zuid-Afrika en Japan. Surfend op het ontluikende kapitalisme, de koloniale rijkdommen en de tweede industriële revolutie werd hij in geen tijd schatrijk.

Op 4 hectare liet Kahn zeven tuintypes aanleggen: een botanische poging om alle continenten te verenigen.
Op 4 hectare liet Kahn zeven tuintypes aanleggen: een botanische poging om alle continenten te verenigen.
©CD92/Stéphanie Gutierrez-Ortega

Archief van de planeet

In plaats van alles op te potten of te verbrassen, begon Kahn vrijwel meteen massaal aan filantropie te doen. Ondanks zijn vriendschap met beeldhouwer Auguste Rodin – ze gingen graag samen naar de opera – was Kahn geen mecenas van de kunsten, zoals veel van zijn ‘gecultiveerdere’ tijdgenoten. Liever spendeerde hij zijn fortuin aan niet-rendabele projecten zoals wereldvrede en interculturele dialoog.

Al in mei 1898 begon hij zijn eigen studiebeurs ‘Autour du Monde’ uit te reiken. In
33 jaar tijd zou hij maar liefst 147 van die beurzen financieren. Jonge studenten van over de hele wereld liet hij op zijn kosten anderhalf jaar de wereld rondreizen. ‘Verdrink niet in boeken, vergeet wat je gelezen hebt, neem een pak sigaretten mee en vertrek. Ik vraag je maar één ding: doe je ogen wijdopen’, gaf hij hun mee als enige missie.

Uit Kahns ‘Archives de la planète’: de terugkeer van Costes en Bellonte na hun triomfantelijke vlucht Parijs-New York-Le Bourget in 1930.
Uit Kahns ‘Archives de la planète’: de terugkeer van Costes en Bellonte na hun triomfantelijke vlucht Parijs-New York-Le Bourget in 1930.
©Département des Hauts-de-Seine / Musée départemental Albert-Kahn

Kahn was ervan overtuigd: hoe meer je weet over vreemde culturen, hoe meer je de vrede tussen volkeren kunt bewaren. Dus vertrok hij in 1908 zelf ook op wereldreis, samen met zijn chauffeur en automecanicien Albert Dutertre. Vanuit Cherbourg trokken ze naar New York, Canada, Chicago, San Francisco, Honolulu, Japan, Shanghai en Peking. Overal maakte Dutertre foto’s van wat ze zagen. Hij documenteerde steden en landschappen in volle transformatie.

Het is tijdens die reis dat Kahn besloot om aan ‘Les Archives de la Planète’ te beginnen: een documentaire beeldenreeks over hoe onze planeet er toen uitzag. En hoe die wereld definitief aan het kapotgaan was, onder invloed van de moderniteit. ‘Kahns inventaris van de wereld was een kolossale opdracht, die in totaal 180 kilometer film (goed voor 100 uur) en 72.000 autochrome kleurenfoto’s opleverde, de belangrijkste collectie ter wereld. Kosten noch moeite spaarde hij, want reizen, fotograferen en filmen was extreem duur in die tijd’, zegt Melandri.

Kahn in de Westhoek

Opmerkelijk: Kahn maakte zelf geen foto’s of video’s, hij had een team van twaalf man dat tussen 1909 en 1931 voor hem de wereld documenteerde. In totaal bezochten ze ongeveer vijftig landen. Onder meer ook België, waar ze bijvoorbeeld in de Westhoek de vernielingen van en de heropbouw na de Eerste Wereldoorlog vastlegden.

Het is die gigantische fotocollectie die in het Musée Albert Kahn te zien is. En na tien jaar scannen zijn nu ook alle beelden van Kahns ‘Archives de la Planète’ gedigitaliseerd.

Surfen door die onlinebeeldbank is een nostalgische wake-upcall van jewelste. In de straten van Kosovo zie je nog blozende boerinnen in houten huisjes, waar sinds de oorlog in 1998 niets meer van overblijft. In Syrië fotografeerden Kahn en co. in 1921 onder meer de Unesco-beschermde stad Palmyra, die honderd jaar later bijna integraal door de terreurgroep IS zou worden vernield. En in Mongolië maakten ze in 1913 unieke beelden van de hoofdstad Ulaanbaatar, waar toen nog bijna geen stenen gebouwen stonden. Nu is het de meest vervuilde stad ter wereld. Zullen we het dan nooit leren?

©Stéphane Passet / Département des Hauts-de-Seine / Musée départemental Albert-Kahn

Musée & Jardin Albert-Kahn, rue du Port 2 in Boulogne-Billancourt. Opening op 2/4. Expo ‘Autour du monde’, over Kahns reis uit 1908-1909 die aan de basis lag van zijn ‘Archives de la planète’.

Advertentie