Dat een Marokkaanse tuin meer kan zijn dan cactussen, oleanders en dadelpalmen bewijst de Mechelse advocaat Gert Buelens. Aan zijn opulente vakantiewoning in de buurt van Marrakech liet hij een ‘jardin sec’ aanleggen met 300 plantensoorten uit de hele wereld.
Zo’n drie maanden per jaar woont de Mechelse advocaat Gert Buelens in de rand rond Marrakech. Maar tijdens de covidcrisis bleef hij er maanden aan een stuk. ‘Fulltime in Marokko wonen zou ik niet zien zitten. De lente en herfst zijn prachtig. Maar 50 °C in de zomer: daar wen je als Belg toch niet aan. Ook al bieden de bomen in mijn nieuw aangelegde tuin al natuurlijke verkoeling en zonnewering’, zegt hij.
Eigenlijk zocht Buelens eerst een klassieke riad in de medina van Marrakech. ‘Maar die zijn onbetaalbaar, toch zeker als je veel buitenruimte wilt’, zegt de dandyeske advocaat, die met zijn kantoor Konsilio gespecialiseerd is in processen rond lichamelijke schade. ‘Ik wilde specifiek een ruime privéwoning met een bibliotheek, bureau, eetkamer en salon. Geen vakantiewoning met tien kamers.’
Langs de Route Amizmiz, de weg tussen Marrakech en het Atlasgebergte, vond hij in 2017 zijn droomhuis: een twintig jaar oude villa. Maar als je er nu rondloopt, lijkt het wel een art-decopaleis uit het koloniale tijdperk. Het opulente plafond van zijn oriëntalistisch salon is een kopie van de sigarenbar van Hotel El Minzah, het mythische art-decohotel in Tanger. En de zwartgrijze natuursteen uit Moulay Brahim, in het Atlasgebergte, was een nog groter folietje. In residentiële projecten wordt die steen nauwelijks gebruikt, maar aan Buelens’ villa zijn alle terrassen, paden en waterpartijen ermee afgewerkt. ‘Het is een lokale steen, maar hij wordt niet systematisch ontgonnen in groeves. Sommige berberdorpen hebben wel de toelating om die specifieke natuursteen te zoeken in de natuur. Maandenlang leverden locals wekelijks de ruwe brokken aan huis die ze die week hadden gevonden. Ter plaatse zijn die allemaal in tegels van 40 bij 40 gezaagd. Mijn tuinarchitecten wilden altijd al eens werken met die lokale steensoort. Maar ik denk dat het de eerste en de laatste keer zal zijn geweest.’
Jardin sec
Vastgoed in de rand van Marrakech is sowieso geen slechte investering, want – ondanks de covidklappen die de toeristische sector er kreeg – is de stadsrand volop in opkomst. Drie kilometer van Buelens’ huis ontwierp het Franse architectenbureau Studio KO recent een villaproject voor de Fairmont-hotelgroep. En vijf kilometer verderop bouwt het Ritz op 50 hectare een hotel met polovelden.
‘Fulltime in Marokko wonen zou ik niet zien zitten. De lente en herfst zijn prachtig. Maar 50 °C in de zomer: daar wen je als Belg toch niet aan.’Gert Beulens
Vijftig hectare heeft Buelens niet. Maar zijn ommuurde privétuin van 10.000 m² is wél goed op weg om school te maken in Marrakech en omstreken. Niet door zijn formaat, maar door zijn uitzonderlijke vegetatie, die nu al groepen tuinliefhebbers lokt. ‘Ik hou van islamitische architectuur en tuinarchitectuur. Maar toen ik hier in Marrakech aankwam, was ik gefrustreerd dat je in tuinen of bij kwekers altijd diezelfde tien soorten planten of bomen vond. Oké, palmbomen, cactussen, oleanders en olijfbomen zijn mooi, maar kon het echt niet anders? Voor een land waar al meer dan duizend jaar een tuincultuur bestaat, vond ik dat toch maar magertjes.’
Schandalige gazontuinen
De kentering kwam toen Buelens in de zuidelijke stad Taroudant de tuin van het boetiekhotel Dar al Hossoun ontdekte. Die was ontworpen door Éric Ossart & Arnaud Maurières: een duo Franse landschapsarchitecten dat erin slaagt om weelderige tuinen te maken, zelfs in de extreemste klimaten. ‘Omdat er in Zuid-Marokko niet veel plantensoorten zijn die bestand zijn tegen die extreme omstandigheden, zoeken Éric en Arnaud naar vergelijkbare klimaten in de wereld waar er meer biodiversiteit is. Ze trokken naar Noord-Mexico, het Arabisch Schiereiland, Madagaskar, Australië, Noord-India en Californië. Van die plekken brachten ze planten of zaden mee die je in de natuur nooit samen zou aantreffen.’
Concreet legden de tuinarchitecten natuurlijke steppes aan, door verschillende soorten heel dicht tegen elkaar te planten. ‘Snoeien is niet echt nodig. En ik irrigeer maar een fractie van wat andere mensen op hun gazon sproeien hier in Marokko’, zegt Buelens. ‘Ik snap niet dat gazontuinen nog zo courant zijn in deze regio, waar water zo schaars is. In en rond Marrakech alleen al zijn er zo’n 15 golfterreinen. Je wilt niet weten welke schandalige hoeveelheden water daar worden verspild.’
Ossart & Maurières, opgericht in 1989, ontwierp in het verleden al enkele privétuinen in Marokko, maar was de jongste jaren vooral actief in Mexico. ‘Omdat ze voor de cosmeticagroep L’Oréal en het modehuis Saint Laurent een tuin voor influencerevents mochten ontwerpen, kwamen ze opnieuw vaker naar Marrakech afgezakt. Dat was mijn geluk, want zo kon ik ze overtuigen om mijn tuin te ontwerpen’, zegt Buelens. ‘Vooraan is er een stukje boerderij van 4000 m², een lusthof met fruitbomen, ezels, kippen en een moestuin. Maar in het aangelegde deel van 6000 m² tekenden ze voor elke gevel van mijn huis een ander type tuin: een steppe, een ‘palmeraie’, een tropische tuin en een islamitische tuin met geometrische waterpartijen. Die tuintypes lopen zacht in elkaar over. Maar aan de geluiden van de vogels en de krekels hoor je dat je telkens een andere vegetatie hebt.’
Lush paradijs
Het mag gezegd: het botanisch experiment van Ossart & Maurières is meer dan geslaagd. In nog geen drie jaar tijd is de tuin uitgegroeid tot een ‘lush’ paradijsje met 300 soorten, waarvan het gros niet endemisch is voor Zuid-Marokko. ‘De planten staan zeer dicht in clusters bij elkaar. Ze zoeken zelf een evenwicht in een uniek ecosysteem, waarin nieuwe planten- en dierensoorten zich thuis voelen. Vijf jaar geleden zaten er misschien drie vogelsoorten in mijn tuin, nu gemakkelijk tien. Het idee achter mijn ‘jardin sec’ is: we geven de natuur een zetje en dan doet die vanzelf de rest van het werk, zonder dat we te veel ingrijpen. Overwoekeren is niet per se slecht. Want hoe denser de plantengroepen, hoe beter ze elkaar beschermen tegen de extreme temperaturen. Al is het vooral de warme lucht waar ze last van hebben. Als je niets doet, föhnt die alle planten kapot, zeker als ze niet uit de wind kunnen staan’, legt Buelens uit.
‘Als je nietsdoet, föhnt de wind hier alle planten kapot.’Gert Beulens
‘De aanplanting van Ossart & Maurières is volledig experimenteel. Ze werken niet met uitgewerkte plantenlijsten of uitgekiende plantschema’s. Ze inspireren zich op de klassieke Perzische tuinarchitectuur, maar dan vermengd met moderne invloeden van de architecten Geoffrey Bawa en Luis Barragán of landschapsarchitect Roberto Burle Marx. Het zijn kunstenaars, die je het vertrouwen moet geven. Wereldklasse, maar in België nog te weinig bekend.’
Plantenracisme
Op het gevaar af om een plantenracist genoemd te worden: is de introductie van die exotische soorten niet gevaarlijk voor de endogene soorten? In onze contreien hebben we zelf gezien hoe invasief planten zoals de Japanse duizendknoop kunnen zijn. ‘De grenzen van ons ommuurde perceel zijn het kader van het schilderij waarbinnen we werken. Zonder irrigatie, bodemverbetering of muren zou die biodiversiteit in de omliggende natuur hier niet mogelijk zijn. Buiten de muren van mijn perceel is de natuur extreem hostiel.’
Maar ook binnen de muren moet je opletten voor doornen en stekels allerhande. Het veiligst is als je op het pad rondom de woning loopt, dat speciaal is aangelegd als parcours om de wilde perken te beleven. ‘Er zijn ook onverharde paadjes tussen de planten, maar die durven al eens te overwoekeren’, zegt Buelens. ‘Gelukkig hebben we een tuinman in dienst, die de planten in toom houdt.’