La Muralla Roja (1973).
La Muralla Roja (1973).
© Salva López / courtesy of gestalten, Ricardo Bofill

Ricardo Bofill, de architect die iedereen een kasteel wil geven

Bombastisch, rebels en utopisch: met zijn postmodernistische architectuur had Ricardo Bofill alles in de hand om dé starchitect te worden. Toch tuimelde de Spanjaard in de vergetelheid... tot de Instagramgeneratie zijn werk herontdekte.

Afgaande op de schaal van zijn projecten is het bijna tragisch hoe onbekend Ricardo Bofill vandaag bij het grote publiek is. Want architectuur zag de Spanjaard groots. Na zijn beginjaren in zijn geboorteland werd Bofill (79) eind jaren zeventig en begin jaren tachtig dé postmodernistische architect die in Frankrijk nieuwe stadsdelen en sociale huisvestingsprojecten uitwerkte.

Altijd aangetrokken door de nieuwste materialen wisselde Bofill meermaals van stijl. 'Ik rebelleer altijd tegen mezelf', zo verklaarde hij zijn gebrek aan homogeniteit.
Advertentie

Geld mocht niet bepalen hoe indrukwekkend je woning was, dus creëerde hij buitenproportionele sociale paleizen die refereerden aan zowel de Parijse renaissancestijl als de Griekse oudheid: een bombastisch Versailles voor het gewone volk.

Advertentie

Hoewel Bofill zijn utopische plannen achteraf als mislukt beschouwt omdat de juiste sociale mix nooit werd bereikt, reiken zijn mastodonten nog steeds naar de hemel. Meer nog: in 2015 vormden de buitenaardse Abraxas-buildings in de Parijse voorstad Noisy-le-Grand de achtergrond voor de thriller 'The Hunger Games' met Jennifer Lawrence.

Tetris

Advertentie
© Gregori Civera / courtesy of Ricardo Bofill Taller de Arquitectura, Ricardo Bofill

Het Abraxas-complex mag dan vandaag nog steeds een dankbaar onderwerp voor architectuurfotografen vormen, het is Bofills werk van zijn beginperiode dat nu de meeste Instagramlikes verzamelt. Hoewel de modernisten als Le Corbusier destijds predikten dat vorm functie moest volgen, veegde de jonge Spanjaard daar vanaf zijn eerste projecten de voeten aan. Het appartementsgebouw Kafka's Castle in Barcelona en Xanadu, een vakantiecomplex in Alicante, rezen als blauwe en groene tetrispuzzels uit de natuur.

Maar nog opvallender is het vakantieoord La Muralla Roja. Vooral de roze en blauwe kleurvlakken van dit gebouw duiken de jongste jaren op social media op. Wat de Instagrambijschriften niet vertellen, is dat deze projecten Bofills eerste pogingen waren om zijn utopische steden te verwezenlijken.

Filosofen en poëten

Bofill groeide in dictatoriaal Spanje op als zoon van een architect in een vrijdenkend Catalaans bourgeoisiegezin. Zijn sociale engagement kostte hem zelfs zijn inschrijving aan de architectuurschool van Barcelona ('te close met de marxisten'), maar het vormde wel de basis van zijn progressieve architectuurfilosofie. Bofill week voor zijn architectuuropleiding noodgedwongen uit naar Genève en zette zijn ontwerpfilosofie vanaf 1963 - hij was dan 23 - op punt met Ricardo Bofill Taller de Arquitectura.

Advertentie
Advertentie

Opvallend: in dat bureau zaten niet alleen gelijkgestemde architecten, maar ook sociologen, filosofen, cineasten en poëten. Ze droomden van een toekomst waarin mensen woonden in verticale wijken met overlopen en pleinen die de woningen verbonden: een 'City in Space' zoals hij die in Spanje en Frankrijk zou bouwen.

Paleizen, gerechtsgebouwen en banken lijken op tempels. Ricardo Bofill vond dat ook arbeidersgezinnen dergelijke architectuur verdienden wanneer ze na een werkdag thuiskwamen.

In zijn meer dan vijftig jaar durende carrière heeft Ricardo Bofill meer dan duizend gebouwen ontworpen, van Lissabon over Boston tot Sint-Petersburg. Met zijn mix van traditionele Catalaanse bouwmethodes en vooruitstrevende bouwconcepten en planningsmethodieken werd hij vanaf midden jaren zestig een van dé topnamen in de architectuurwereld.

Dat Bofill desondanks niet in het collectieve geheugen is blijven hangen, heeft wellicht te maken met zijn gebrek aan homogeniteit. Sommigen noemen hem zelfs de kameleon van de architectuur. Altijd aangetrokken door de nieuwste materialen wisselde hij meermaals van stijl.

Wordt zijn werk in de jaren zestig gekenmerkt door uitbundige kleuren en Catalaanse lijnen, dan bouwt hij een decennium later bombastische flatgebouwen van lichtgeel beton, rijkelijk voorzien van ornamenten ontleend uit de klassieke Griekse bouwkunst.

Wanneer in de jaren negentig zijn postmodernistische stijl met bogen, frontons en zuilen te populair wordt - 'vulgair' noemt hij het zelf - begint hij paleizen in staal en glas te tekenen, zoals het Shiseido-gebouw in Tokio. Ook indrukwekkend, maar niet zo revolutionair in vergelijking met zijn voorgaande werk. 'Ik rebelleer altijd tegen mezelf', aldus Bofill.

Al zou je de redenering ook kunnen omdraaien: misschien is dat gebrek aan homogeniteit - naast zijn immer flamboyante stijl - wel de grootste constante. Ontdek zelf voor welke these u gaat in zijn nieuwe overzichtsboek.

In het jaar dat de architect tachtig wordt - zijn Taller de Arquitectura wordt intussen geleid door zijn zoon Ricardo Bofill Levi en zijn kleinzoon Pablo Bofill - en de jongere generaties zijn werk ontdekken, zet het boek zijn carrière uiteen met tekst en uitleg en uiteraard veel foto's: likes verzekerd.

6x iconisch

Een tempel voor iedereen

Les Espaces d’Abraxas (1982).
Les Espaces d’Abraxas (1982).
© Courtesy of Ricardo Bofill Taller de Arquitectura, Ricardo Bofill

Wat? Les Espaces d'Abraxas (1982).

Waar? Noisy-le-Grand, Frankrijk.

Putten uit de Griekse geschiedenis - de bakermat van de westerse wereld - dat deed je alleen als je je eigen rol vergelijkbaar belang toedichtte. Paleizen, gerechtsgebouwen en banken leken vroeger altijd op tempels, Ricardo Bofill vond dat ook de arbeidersgezinnen in de Parijse voorstad Noisy-le-Grand dezelfde architectuur verdienden wanneer ze na een werkdag thuiskwamen.

De eenvoudige geometrische figuren en het prefabbeton maakten het mogelijk om Bofills projecten op massieve schaal (bij de grootste ooit in Frankrijk) uit te voeren. 'Als je een systeem maakt voor een raam en een deur dat je duizend keer moet herhalen, dan zoek je daar het beste design voor', aldus Bofill.

Ironisch: zijn utopische Les Espaces d'Abraxas werden de perfecte achtergrond voor het tweede deel van de dystopische thriller 'The Hunger Games'.

Het showbeest en de werker

Swift II (1989).
Swift II (1989).
© Courtesy of Ricardo Bofill Taller de Arquitectura, Ricardo Bofill

Wat? Swift II (1989).

Waar? Terhulpen, België.

Van de meer dan duizend projecten die het architectenbureau Ricardo Bofill Taller de Arquitectura verwezenlijkte, staat er maar één in België: bij Swift in Terhulpen.

De internationale specialist in betalingsverkeer is nogal abstract voor het grote publiek. Overtuigen wou het in de jaren tachtig dan maar doen met futuristisch ogende bedrijfsgebouwen. De Brusselse architect Constantin Brodzki had het eerste Swiftkantoor tussen 1983 en 1984 gebouwd en was in de veronderstelling dat hij ook het tweede geplande kantoorgebouw zou realiseren. Maar Bessel Kok, de toenmalige CEO van Swift, wou iemand die nóg futuristischer wou bouwen om Swift te promoten en zette zijn zinnen op Bofill.

Die stal de show met een betonnen paleis met megalomane hallen en glaspartijen, maar realiseerde het niet. Zo kwam Brodzki toch weer in the picture. Echter niet zoals hij had gehoopt: hij moest Bofills paleis volledig volgens diens plannen uitvoeren.

City in Space

Walden 7 (1975).
Walden 7 (1975).
© Salva López for Monocle, Ricardo Bofill

Wat? Walden 7 (1975).

Waar? Sant Just Desvern, Spanje.

Bofill beeldde zich Walden 7 aanvankelijk in Madrid in, maar daar moest hij zijn boeltje pakken omdat de burgemeester zijn utopische plannen te extreem vond. Nu de maatschappij individueler werd - de vrouwen vrijer, het gezin wankeler - moest de architectuur daarop inspelen, vonden Bofill en zijn team van filosofen, poëten en sociologen.

Walden 7 huisvestte duizend inwoners in getrapte woonunits waarvan het aantal afhankelijk was van je gezinsvorm. Iemand erbij of iemand weg? Dan werd de unit aangepast. Zo ontstond een utopische City in Space, een verticaal complex van 14 etages waarin individuen vrij zouden kunnen zijn.

Zo modern de filosofie, zo lokaal de esthetische inspiratie: langs buiten rijst het complex op als een terracotta zandduin in de woestenij, binnen is het een oasis van aquamarijne tinten en typisch Spaanse keramieken details.

De Instagramhit

La Muralla Roja (1973).
La Muralla Roja (1973).
© Salva López / courtesy of gestalten, Ricardo Bofill

Wat? La Muralla Roja (1973).

Waar? Alicante, Spanje.

Gebouwd als een kleurrijke citadel op de rotsen, 322 meter hoog boven de Costa Blanca in Calpe, is La Muralla Roja zonder twijfel een van de bekendste werken van Bofill. Vandaag zijn de gekleurde geometrische vormen de dankbare achtergrond voor een selfie, maar in de jaren zestig wou Bofill met La Muralla Roja weerwerk bieden tegen de heersende bouwstijl.

Met zijn zonnige weer en goedkope eten werd de Spaanse kust na de Tweede Wereldoorlog een massabestemming, waardoor talloze - volgens Bofill 'saaie' - bouwprojecten ontsproten om de strandgasten te huisvesten. Toen hij de kans kreeg, pootte hij er een voor die tijd hypermodern vakantieresort neer waarvan de vorm refereerde aan de citadels, verdedigingsbastions die je vaak terugvindt langs de mediterrane kustlijn, maar dat tezelfdertijd modern aanvoelde door het lijnenspel.

Binnen in het gebouw ontwierp hij een complex bijennest van trappen en overlopen die de vijftig vakantiehuizen, groene binnenplaatsen en het rooftopzwembad met elkaar verbinden. Als ode aan de Mediterranée schilderde Bofill La Muralla Roja - Spaans voor 'De Rode Muur' - in een palet van terracotta-oranje tot roze tinten, met accenten in lichtblauw. Tip voor vakantiegangers: via Airbnb kun je er logeren.

De droomfabriek

La Fábrica (1975).
La Fábrica (1975).
© Kristina Avdeeva / Courtesy of Ricardo Bofill Taller de Arquitectura, Ricardo Bofill

Wat? La Fábrica (1975).

Waar? Sant Just Desvern, Spanje.

Zelf woont Bofill misschien wel in een van de meest indrukwekkende panden van Spanje. Op een steenworp van Barcelona stootte hij met zijn team op een imposante verlaten cementfabriek. Als beeldhouwers gaven ze het gebouw vorm door 22 van de dertig cementsilo's te vernietigen - wat twee jaar in beslag nam.

Van de overgebleven ruimtes maakten ze La Fábrica: een indrukwekkende loft waar Bofill tot op heden woont, maar ook een co-working space voor het architectenbureau én een culturele hotspot, dankzij 'De Kathedraal' waarin Bofill expo's en optredens organiseert. Geen hemel op aarde zonder hangtuinen: Bofill liet de getrapte terrassen en pilaren overgroeien met prachtige planten.

Blauwe blokkendoos

Kafka's Castle (1968).
Kafka's Castle (1968).
© Courtesy of Ricardo Bofill Taller de Arquitectura, Ricardo Bofill

Wat? Kafka's Castle (1968).

Waar? Barcelona, Spanje.

Het ziet eruit als een ad random gelegde hoop legoblokjes, maar dat is het verkeerde been waarop Bofill je wil zetten. De grillige vorm van het appartementsgebouw met 90 woningen was gebaseerd op een wiskundige formule, vijf notitievellen en twee tekeningen.

Elke geprefabriceerde betonnen unit werd in verhouding tot de volgende geplaatst. Van buitenaf ontwaar je niet meteen wat de voor- of achterkant is en hoe groot de structuur is, waardoor je moeilijk vat kunt krijgen op het indigoblauwe gevaarte. Net zoals het kasteel in Franz Kafka's roman uit 1926.

Advertentie
© rv

'Ricardo Bofill. Visions of Architecture', 300 blz., is uit bij Gestalten, 49,90 euro.

Dit artikel verscheen online op 13 mei 2019.

Gesponsorde service

Lees Meer