Op een architectuurparel meer of minder hebben ze het voorbije decennium in Peking en Shanghai niet gekeken. Vandaag ondergaan ook de ‘kleinere’ Chinese steden - de meeste tellen méér inwoners dan België - een architecturale make-over. Elf boomende ‘Chinatowns’ door de lens van de Belgische architect en architectuurfotograaf Kris Provoost.
De beelden staan ongetwijfeld nog op uw netvlies gebrand: de openingsceremonie van de Olympische Spelen, tien jaar geleden. Een afgelikte show, geregisseerd door Zhang Yimou - ook bekend van ‘House of Flying Daggers’ - vormde het startschot van wat legendarische Olympische Spelen zouden worden.
De sportprestaties waren top, maar nóg belangrijker: Peking kwam perfect in beeld. Het duistere, grijze, onbekende China was verleden tijd. Toen de olympische fakkel werd aangestoken om 8.08 pm op 08/08/08 - acht is het geluksgetal in China - zoomde het beeld uit en kwam hét icoon van het hedendaagse China tevoorschijn: het Vogelneststadion, ontworpen door het Zwitserse architectenkantoor Herzog & de Meuron en kunstenaar Ai Weiwei, al is die laatste intussen wel uit de gratie gevallen bij de Chinese machthebbers.
Twee jaar later, tijdens de wereldexpo in Shanghai, de tweede grootste stad in China, een gelijkaardig scenario. De wereldexpo van 2010 werd niet alleen de meest bezochte, in de aanloop ernaar werd in Shanghai een heuse wedren ingezet om de grootste, de gekste maar vooral de meest postkaart-perfecte architectuur te bouwen. De twee wereldevenementen presenteerden een China met klassearchitectuur, topinfrastructuur en zelfs een knalblauwe lucht - wat een beetje chemicaliën in de lucht schieten niet vermag. China werd dé plek voor ‘starchitects’ die hun wilde fantasieën wilden realiseren.
Knallende skyline Peking en Shanghai, met respectievelijk 21 en 24 miljoen inwoners, staan vandaag vol met architecturale parels. Rem Koolhaas’ OMA bouwde de ‘three-dimensional cranked loop’ in het gigantische China Central Television Headquarters. Wijlen Zaha Hadid tekende het Galaxy SOHO. Sir Norman Foster bouwde in ‘Beijing Capital Airport’ het toentertijd ‘s werelds grootste terminalgebouw. Zaha Hadid Architects is intussen bezig aan de nog grotere nieuwe ‘Beijing Daxing Airport’.
En het Amerikaanse bureau Gensler ontwierp het dansende silhouet van de Shanghai Tower, op dit ogenblik de tweede hoogste wolkenkrabber ter wereld. De lijst oogt eindeloos. Architectuur die niet alleen een gezicht geeft aan de stad, maar vooral het ideale marketinginstrument vormt. Wie heeft nog niet de knallende skyline van Shanghai gezien?
Tederder en menselijker
Intussen is een nieuwe reeks steden in de ban van de Chinese architectuurboom. Kan ook moeilijk anders in een land dat niet minder dan 102 steden telt met meer dan 1 miljoen inwoners. Het zijn overigens deze ‘andere’ Chinese steden die nu de drijfveer van de Chinese economie zijn. En omdat elke miljoenenstad een nieuwe luchthaven, een nieuw treinstation, musea, concertgebouwen en wolkenkrabbers nodig heeft, zijn vandaag Tianjin, Harbin, Chengdu en co. het nieuwe walhalla voor architecten die groot, uitdagend en conceptueel willen denken. Er is wél een groot verschil met de architectuur in de topsteden Peking, Shanghai en Shenzhen.
Terwijl de ‘established’ steden architectuur gebruiken om de levenskwaliteit te verhogen - denk aan een kwaliteitsvolle buitenruimte of een nieuw cultureel centrum - en de steden te verdichten, wordt architectuur door de nieuwe metropolen gebruikt om nieuwe stadsdelen te ontwikkelen. Veelal ver buiten de kernen wordt architectuur daardoor een heuse bestemming: grootser, bombastischer, maar ook tederder en menselijker. Inwoners gaan ernaartoe om een fijne dag door te brengen, ver weg van hun kleine appartement in de binnenstad.
Tegelijk is er een stijlbreuk te merken. De nieuwste architectuur ziet er anders uit dan in China’s topsteden. In 2016 riep president Xi Jinping een halt toe aan bizarre en vreemd vormgegeven gebouwen die geen link hadden met het cultureel erfgoed. Na veel kritiek op het vernielen van het cultureel erfgoed worden tegenwoordig meer ‘oude’ gebouwen in een nieuw kleedje gestoken. Oude silo’s worden omgebouwd tot culturele centra, verouderde treinsporen worden ingewerkt in een nieuw museum, en verloederde, oude villa’s worden samengevoegd tot een buitenruimte met gezellige restaurants.
China blijft nog steeds het beloofde land voor de internationale architect, maar de tijd dat alles kon en alleen de superlatieven telden, is voorbij. Nog altijd postkaart-perfect, maar dan wel door een lokale lens.
11 architectuurparels in 'kleinere' Chinese steden
1. Guotai Arts Center in Chonqing
Wat? Cultureel centrum
Architect: China Architecture Design Group
Plaats: Chongqing
Inwoners: 30.000.000
2. Sliced Porosity Block in Chengdu
Wat? Kantoren en hotel
Architect: Steven Holl Architects
Plaats: Chengdu
Inwoners: 14.400.000
3. Grand Theater in Nanning
Wat? Concertgebouw
Architect: GMP Architekten
Plaats: Nanning
Inwoners: 6.914.000
4. The Gate to the East in Suzhou
Wat? Kantoorgebouw
Architect: RMJM
Plaats: Suzhou
Inwoners: 10.600.000
5. Grand Theater in Chongqing
Wat? Concertgebouw
Architect: GMP Architekten
Plaats: Chongqing
Inwoners: 30.000.000
6. Gateway in Ningbo
Wat? Woontoren
Architect: RSH+P
Plaats: Ningbo
Inwoners: 7.600.000
7. Grand Theater in Harbin
Wat? Concertgebouw
Architect: MAD Architects
Plaats: Harbin
Inwoners: 10.600.000
8. Exploratorium in Tianjin
Wat? Museum
Architect: Bernard Tschumi
Plaats: Tianjin
Inwoners: 15.500.000
9. Guangdong Museum in Guangzhou
Wat? Museum
Architect: Rocco Design
Plaats: Guangzhou
Inwoners: 14.500.000
10. Fake Hills in Beihai
Wat? Residenties
Architect: MAD Architects
Plaats: Beihai
Inwoners: 1.500.000
11. Canton Tower in Guangzhou
Wat? Observatietoren
Architect: Information Based Architecture
Plaats: Guangzhou
Inwoners: 14.500.000