Henk Warnier, de bekendste tuinman van Knokke, vertelt over de veerkracht van de natuur, dorstige bomen en de Lippens-legacy.
29 maart, een Facebookbericht van Henk Warnier. ‘Kom je eens af naar Knokke-Heist? Laten we een toer doen langs een paar mooie tuinen.’
Exact 310 tuinen onderhoudt hij in het Knokse. En daar kun je niet naast kijken: overal aan tuinmuren of hagen zie je de zwarte borden van zijn tuinbouwbedrijf opduiken. ‘En dan zijn er nog veel gestolen of gevandaliseerd’, zegt Henk Warnier. ‘Ik ontwerp tuinen, leg ze aan of onderhoud ze. Voor de meeste tuinen, perken en gazons werk ik met vaste servicecontracten. Het gros van mijn klanten zie ik dus amper. Maar ik weet goed wie hun conciërge of syndicus is. Ik ken de code van hun poort of ik heb de sleutel. Mijn team van 16 mensen onderhoudt hun tuin het hele jaar rond’, zegt hij.
‘En aangezien de klanten weten dat wij binnen kunnen, bellen ze soms om de poort open te doen voor iets anders. Een kunsttransport, een herstel of een levering. We zijn niet alleen de tuinman, maar ook een beetje hun persoonlijke conciërge aan zee.’
Den Hul
Warnier brengt ons eerst naar ‘de mooiste landschapstuin van Knokke-Heist’. Als we een discrete oprijlaan in het bos inslaan, parkeren we aan ‘Den Hul’, een beboste duin op 18 meter boven de zeespiegel. ‘Dit is het hoogste punt van het Zoute, met uitzicht op de oude Hazegraspolders. Deze tuin is een paradijsje in Knokke dat ik nooit beu raak. Als je hier ’s avonds stil bent, zie je de reeën uit het bos komen om aan de grote eendenvijver te drinken’, zegt Warnier.
‘Nu is dit een privétuin, maar eind 19de eeuw waren de landerijen die je van hieruit kunt zien nog schrale zandgronden. Omdat die duinen alsmaar opschoven, konden de boeren moeilijk aan landbouw doen. Dus lieten de grondeigenaren 125 jaar geleden een trein vol jonge zeedennen overkomen uit de Landes in Frankrijk. Die bomen hielden het zand veel beter vast. Daarom zijn die inlandse duinen hier uiteindelijk een bos geworden, waar de oudste bomen van Knokke staan. Beneden is een weiland, waar we tijdens snoeiwerken onder klimop een strandcabine uit de jaren 1930 vonden. Die moet ooit van de familie Lippens geweest zijn, al was ze mettertijd als tuinhuis gebruikt.’
Léon Lippens en zijn zoon Leopold Lippens waren tuin- en natuurliefhebbers. Mensen zeggen wel eens: ‘Knokke zal nooit meer hetzelfde zijn zonder burgemeester Lippens’. Maar dan antwoordt Warnier altijd: ‘Ken jij de burgemeester van Cannes? En die van Deauville of Biarritz? Nee? Wel, die mondaine badsteden zijn toch ook aantrekkelijk? Het zijn de inwoners die een stad maken, niet de burgemeester. Die moet de scheidsrechter zijn tussen wie er snel geld wil maken en wie er een langetermijnvisie heeft. Of hebben alle mensen die in Knokke verblijven hun huis gekocht omwille van Lippens misschien? En zullen ze nu hun huis verkopen omdat hij jammer genoeg overleden is?’
7 april, een Facebookbericht van Warnier. ‘We zullen doorgaan en uit de as herrijzen. Courage runs through my veins.’
‘De brand was vervelend. Maar niets in vergelijking met Syriërs of Palestijnen van wie het huis wordt gebombardeerd.’
Een week na onze eerste ontmoeting – en daags na zijn 58ste verjaardag – brandt Warniers tuinbedrijf aan het Walletje helemaal uit. Een waar inferno was het, de rookpluim was tot in Brugge en Oostende te zien. Van zijn gebouw en tuinbouwmaterieel blijft – behalve zwartgeblakerd schroot – niks meer over. De stalen gebinten van zijn hoge loods zijn zo sierlijk doorgebogen dat ze – met enige verbeelding - een art-nouveaubouwwerk van Horta konden zijn. ‘Deze loods was gelukkig geen erfgoed. We bouwen hem gewoon opnieuw. Ons bedrijf is een feniks die uit zijn as zal verrijzen’, zegt Warnier moedig als we langs de ruïne stappen. De materiële schade is nochtans enorm. ‘Ook zo’n honderd afstandsbedieningen en sleutels van tuindeuren en poorten van mijn klanten zijn in de brand gebleven. Vervelend natuurlijk, maar we lossen dat wel op. Ach, het is uiteindelijk maar materieel. Syriërs of Palestijnen die hun gebombardeerde huis moeten verlaten en hun leven met lege handen moeten voortzetten als een paria in een vreemd land: dat is pas erg. Ik blijf het positief bekijken.’
Casestudy Garden
De brand moet rond 12 uur ontstaan zijn. Het toeval wil dat Warnier die ochtend nog drie agaves had ingeladen op zijn vrachtwagen. ‘Die planten zijn de laatste die de brand overleefd hebben’, zegt hij. De grote agaves waren bestemd voor een van de meest exotische tuinen van de gemeente. ‘Een stukje Palm Springs in Knokke’, zegt Warnier, als hij – uit het hoofd – de code van de poort bij Guy Mortreu intikt. De voormalige modeondernemer woont in Villa O.K.: voor Knokke een zeer uitzonderlijke villa in Californische stijl. Mortreu en zijn zoon restaureerden het huis uit 1960 in die funky mid-century sfeer. En ze vergaten de tuin niet. ‘Met die agaves en yucca’s waan je je eerder in Los Angeles dan in het Zoute. In de winter moeten we die woestijnplanten uitgraven en binnen zetten. Een beetje omslachtig. Maar wel een unieke tuin’, zegt Warnier.
Zelf houdt hij meer van duintuinen met helmgrassen, omdat die minder water vergen dan gazons. En omdat die beter bestand zijn tegen het zeeklimaat. ‘Knokke heeft 100 zonuren meer dan Ukkel. Maar door de wind worden bomen en planten hier echt gezandstraald. En de klimaatopwarming stelt hen nog meer op de proef’, zegt hij. ‘Je kunt al goed zien dat de bomen hier afzien. Zelfs zwarte dennen, die normaal goed bestand zijn tegen de droogte, beginnen in hun kruinen al bruin te worden. Als wij tuinen ontwerpen of aanleggen, moeten we daar rekening mee houden. We planten nu veel meer mediterrane of exotische soorten, zoals steeneik (Quercus ilex) of schijnhulst (Osmanthus). Vooral de wintergroene soorten zijn hier populair.’
De klimaatopwarming is niet de enige vijand van de bomen en planten in Knokke. Ook de bouwwoede leidt tot schrale flora. ‘Voor grote bouwprojecten wordt zo ontzettend veel water uit de grond gepompt, dat het grondwaterpeil soms meters zakt. Bomen met oppervlakkige wortels die normaal in de natte grond stonden, hebben plots dorst. Hier aan zee verzilt de grond snel. Het grondwater dat via boorputten opgepompt wordt, is vaak te zoutig. Wie niet oplet en daar gewoon zijn tuin mee bewatert, maakt alles kapot. Het alternatief is even onzinnig: kraantjeswater op je gazon spuiten. Ik ken families die jaarlijks voor duizenden euro’s kraantjeswater op hun ‘pelouse’ lozen. Dat is niet meer te verantwoorden, want water wordt schaars. Dus probeer ik hun te overtuigen om regenwaterputten te steken. Zoals aan Residentie Lekkerbek in het Zoute. In plaats dat het regenwater zomaar naar de riolen vloeit, wordt er nu 40.000 liter opgevangen. Daarmee kunnen we de perken en gazons bewateren in droge periodes.’
Boomgaard
Als je met Warnier door Knokke rijdt, ontpopt hij zich als de ideale botanische stadsgids. Hij weet de interessantste stukjes natuur liggen. Als lid van de lokale heemkundige kring kent hij ook de geschiedenis van de badstad op zijn duim. Als tuinman weet hij de ‘who’s who’ van ondernemend België wonen. En hij kent ook de intriges binnen de zaken-, vastgoed- en politieke wereld.
‘Dit is de voormalige boomgaard van de Compagnie Het Zoute’, zegt hij als we de Kalfstraat doorrijden en aan een troosteloze weide met rijen oude bomen passeren. ‘Tot begin jaren 1960 stuurde de Compagnie met Sabena-vluchten een kist appels naar alle ambassades in het buitenland. Rond elke appel zat een zijdepapiertje. Citymarketing avant la lettre: het doel was om die ambassadeurs en leden van het corps diplomatique naar Knokke te lokken om hier een buitenverblijf te kopen’, vertelt Warnier. ‘Of die appels zo gezond waren, weet ik niet. De boer die de boomgaard onderhield, is begin jaren 1960 gestorven aan kanker. In zijn bloed zijn enorme waarden van het pesticide DDT gevonden. Later werd die stof verboden in België.’
‘In de tropen massaal bomen kappen om er hier terrasplanken van te maken: daar doe ik niet meer aan mee. Het mag nog voor de grootste ondernemer van het land zijn.’Henk Warnier
Toen drie van Warniers jongere collega’s recent ook aan kanker stierven, door te veel in contact te komen met pesticides, ging ook bij Warnier de alarmbel afgaan. ‘Wij hebben het vroeger ook gebruikt voor gazons en allerhande. Maar nu echt niet meer. En sinds ik ook enkele bijenkorven heb, zie ik de waarde van ‘onkruid’. Ik wil bewuster de ecologische toer opgaan. Het perfecte gazonnetje is dat absoluut niet. Het is slecht voor de biodiversiteit, het kost veel water en meststof, veel onderhoud, dus ook veel tijd en verplaatsingen. De ecologische voetafdruk van een echt gazon is groter dan van kunstgras. Want dat is tenminste 100 procent recycleerbaar. En daar groeien op den duur ook mossen in, hoor’, zegt Warnier.
Gazon zal hij wel blijven aanleggen, maar gezonde bomen rooien en hardhouten terrassen aanleggen, moet je hem niet meer vragen. ‘In de tropen massaal bomen kappen, dat hout duizenden kilometers transporteren om er dan terrasplanken van te maken die na 15 jaar rot zijn: daar doe ik niet meer aan mee. Het mag nog voor de grootste ondernemer van het land zijn.’
Robin Hood
Die koppigheid typeert Warnier al zijn hele leven. Zijn vierde middelbaar deed hij drie keer opnieuw. Halverwege het jaar, toen hij 18 was, trapte hij het af op school. ‘In talen, aardrijkskunde of geschiedenis was ik zeer goed. Maar in vakken die ik toen als ‘nutteloos’ beschouwde, stelde ik continu alles in vraag. Op het irritante af. Mijn ouders hadden een sanitairbedrijf, maar ik zag me dat echt niet voortzetten. Ik wilde altijd architect of tuinarchitect worden, maar mijn ouders raadden me dat af. Dus begon ik, om wat centen bij te verdienen, alvast wat tuinen te onderhouden. En op mijn 21ste richtte ik mijn eigen bedrijf op. Zonder rijbewijs. Dus sleepte ik
37 jaar geleden mijn grasmaaier achter aan mijn fiets mee.’
‘Velen zeggen dat ze graag naar Knokke komen voor zijn natuur. Maar wat is het eerste dat ze doen als ze hier een villa kopen? De bomen kappen.’Henk Warnier
Of Warnier na 37 jaar ondernemen een haat-liefdeverhouding heeft gekregen met Knokke? ‘Ik voel alleen liefde’, zegt hij. ‘Ik stoor me meer aan ‘la bête humaine’: de domheid van bepaalde mensen. Ze zeggen dat ze graag naar Knokke komen omwille van de natuur. Maar ze vergeten dat al het groen dat je hier ziet, kunstmatig is aangelegd in de duinen. Iemand heeft die bomen ooit geplant. En wat is het eerste dat ze doen als ze hier een villa kopen? De bomen kappen. Zogezegd omdat de naalden in hun dakgoot vallen. Of omdat ze hun zon of het uitzicht wegnemen. Weten die mensen wel dat bomen de perfecte airco zijn? Weten ze wel hoelang het duurt voor een boom 10 meter hoog is?’
Toegevoegde waarde
‘Kijk, die dennen daar in die tuin heb ik 35 jaar geleden geplant’, zegt Warnier als we door de Magere Schorre rijden. ‘Ik ben er trots op, het zijn karaktervolle prachtkanjers geworden. En ik ben blij dat ze er nog steeds staan, want de woning veranderde meermaals van eigenaar. Een boom planten geeft me zoveel voldoening. Als ik een tuin mag aanleggen, reken ik altijd de bomen aan tegen inkoopprijs. Als ik klanten op die manier kan overtuigen om er aan te planten, dan is dat voor mij een overwinning. Want ik weet: die boom zal ons wellicht overleven. Dat is mijn toegevoegde waarde aan Knokke.’
Aan zijn eigen legacy moet Warnier ook niet twijfelen. Zijn dochters Delphine en Iris werken al mee in het bedrijf. ‘Vroeger hielden ze tijdens het avondeten hun oren dicht als het weer eens over het werk ging. Delphine wou eerst de wereld rondtrekken en surfen en studeerde dan interieurarchitectuur. Iris deed kunstonderwijs. Maar ze hebben zich beiden bedacht en draaien al een paar jaar mee met mij. Nu weet ik zeker dat de zaak in goeie handen zal zijn.’ Maar eerst puinruimen.