© Jean-Pierre Gabriel

Hoe Piet Blanckaert de Belgische landschapsarchitectuur naar een hoger niveau tilde

Piet Blanckaert herschrijft al meer dan veertig jaar de spelregels van de landschapsarchitectuur. Een nieuw boek zoomt in op zijn gigacarrière. Een gesprek.

Piet Blanckaert kijkt uit over zijn Japanse tuin, waar gesnoeide vormen en Belgische blauwe steen samenkomen met varens en een ‘natsume chozubachi’, een cilindervormig waterornament. In zijn huis, aan weerskanten van het raam, staan een bronzen beeld van Miguel Ortiz Berrocal en een Dogon-object, terwijl een toguna-paal rust op een typische Japanse commode uit Sendai.

Passies worden vaak al in de jeugd geboren, en dat geldt zeker voor Piet Blanckaert. ‘Mijn vader had een indrukwekkende collectie Afrikaanse kunst. Toen ik een keer in de fout ging, moest ik als straf elk Afrikaans object dat hij bezat in zijn boeken opzoeken. Zo ontdekte ik die fascinerende wereld, begon zelf kunst te verzamelen en opende uiteindelijk een galerie voor etnografische kunst in Het Zoute. Nadat ik pas was afgestudeerd als landschapsarchitect, had ik nauwelijks opdrachten. Dus combineerde ik aanvankelijk die twee beroepen.’

Advertentie
Advertentie
Met imposante vormsnoei tilt Piet Blanckaert deze ontvangstplek buiten naar een koninklijk niveau.
Met imposante vormsnoei tilt Piet Blanckaert deze ontvangstplek buiten naar een koninklijk niveau.
© Jean-Pierre Gabriel

A l’Anglaise

Gelukkig koos Blanckaert in 1979, het jaar waarin hij ook trouwde, definitief voor de landschapsarchitectuur. Zijn vroege tuinen zijn een eerbetoon aan snoeivormen en getuigen van zijn onmiskenbare liefde voor Engelse tuinen, die hij door de jaren heen met veel enthousiasme heeft bezocht. ‘Ik heb zoveel favorieten, maar in de herfst zijn de kleuren van het Westonbirt Arboretum in Gloucestershire werkelijk adembenemend. Iets dichterbij, in Kent, biedt Godinton House alles wat je in het zuiden van Engeland kunt verwachten: architectonische heggen, kunstzinnige snoeivormen, uitgestrekte gemengde borders, een kanaal en een wilde tuin.’

Het zijn thema’s die ook op een briljante manier tot leven komen in Blanckaerts eigen tuinen, zoals blijkt uit het nieuwe boek ‘Piet Blanckaert Gardens’. Zo ontwierp hij in 1995 de tuin van een typisch boerderijkasteel in het hart van de Condroz. Vanuit de voordeur leidt een hoofdpad naar het landschap, met een lange, gemengde border en een dubbele laan vol hortensia’s. Hoge taxushagen creëren verschillende tuinkamers, waarvan één het zwembad omzoomt. Hier en daar staan grote gesnoeide figuren, en een imposante dubbele haag van haagbeuk vormt een golvende lijn die naar de grote, wilde weide leidt. Een lange laan laat zich met rododendrons afbakenen.

Binnenkijken in het huis van CEO en dj Didier Engels en influencer Tiany Kiriloff
Advertentie

Ook op het Vlaamse platteland duiken die tuinen à l’Anglaise op, inclusief taxushagen en andere gesnoeide vormen. Voor een tuin in West-Vlaanderen maakte Blanckaert gebruik van het hoogteverschil in het terrein om meerdere terrassen met waterlijnen te creëren. De eerste terrassen zijn omringd door vaste planten en rozen. Verderop strekken de weiden zich uit, bevolkt met solitaire bomen zoals de Nyssa sylvatica, Acer palmatum en Quercus palustris, die een schitterend herfstpalet creëren.

In en rond Brugge, de stad waar Blanckaert zo’n dertig tuinen heeft ontworpen, vinden we nog meer verwijzingen naar Engeland, maar dan op een andere schaal. De afmetingen en verhoudingen van stads- en achtertuinen vragen om structurele elementen die de bloemen omlijsten en ondersteunen. Zo ontstaan er in elk seizoen levendige scènes, zelfs in de winter, wanneer vorst of sneeuw hun witte deken over de tuin leggen.

Advertentie
Advertentie
In deze Zuid-Corsicaanse tuin vermengen de strak gesnoeide vormen zich rimpelloos met de wilde begroeiing.
In deze Zuid-Corsicaanse tuin vermengen de strak gesnoeide vormen zich rimpelloos met de wilde begroeiing.
© Jean-Pierre Gabriel

Franse ster

Blanckaert heeft zijn creativiteit ook tot uiting gebracht in landschappen die direct met water zijn verbonden. Een tuin in het zuiden van Corsica, ooit eigendom van een populaire Franse artiest, weerspiegelt perfect zijn ontwerpprincipes: subtiele lijnen die wel degelijk aanwezig zijn, maar nauwelijks zichtbaar. Hij benadrukt die lijnen door zijn planten op strategische plekken neer te zetten en rotsblokken te plaatsen die de glooiingen van het terrein accentueren. ‘Dit deel van Corsica is rotsachtig. We selecteerden enkele grote en kleine rotsblokken uit de regio en plaatsten ze in de tuin. Zodra ze op het gras stonden, leken het wel Japanse stapstenen.’

Welkom in de ‘jardin seco’ van Bart & Pieter op Menorca

Aan de westelijke oever van het Meer van Genève ontwierp Blanckaert dan weer een dubbele tuin rond een paadje met treden en een paar oude bomen, die hij selecteerde bij Solitair, de boomkwekerij van Dirk Cools in Loenhout. ‘Een tuin ontwerpen is eigenlijk een soort scenografie bedenken. Of een doek schilderen’, zegt Blanckaert. ‘Door te spelen met de proporties wordt de tuin een onderdeel van het landschap. Dat verandert wat we zien en dus ook onze blik.’

Advertentie
In deze Brugse tuin was het doel de rechte lijnen te doorbreken. Grote, ronde taxushagen bakenen het zwembad en de perken af.
In deze Brugse tuin was het doel de rechte lijnen te doorbreken. Grote, ronde taxushagen bakenen het zwembad en de perken af.
© Jean-Pierre Gabriel

Marc Corbiau

Wat Blanckaert uniek maakt, is zijn bereidheid om een breed scala aan invloeden en culturen te omarmen, terwijl hij toch stevig verankerd blijft in het Belgische ontwerp-DNA: met imposante bomen, krachtige wintergroene hagen en sierlijk gesnoeide vormen. Zijn ontwerpen combineren het beste van de Belgische, Nederlandse, Franse, Italiaanse, Engelse en… Japanse tuintradities.

In 1990 vroeg zijn vader Jacques Blanckaert aan architect Marc Corbiau om een nieuw huis te ontwerpen in Ukkel; aan zijn zoon vroeg hij de tuin te schetsen. ‘Mijn vader gaf me de passie voor primitieve kunst en Japans vakmanschap mee. Om volledig aan te sluiten bij Marcs strakke lijnen, greep ik de kans om mijn eerste Japanse tuin te creëren’, zegt hij. Het zou de eerste van een hele reeks collabs worden tussen Blanckaert en Corbiau. ‘De connectie met architectuur vormt meestal een extra uitdaging voor een landschaps­architect. De tuin moet zich aanpassen aan de locatie en de wensen van de eigenaars.’

Dat Blanckaert en Corbiau zo’n goede partners zijn, komt natuurlijk ook omdat er veel raakvlakken zijn: schaduwrijke doorgangen, ruwe afwerking met ‘crust’-steen, en de Japanse invloedssfeer.

Langs de blauwstenen trap groeien knalrode azalea’s.
Langs de blauwstenen trap groeien knalrode azalea’s.
© Jean-Pierre Gabriel

Van maIsveld tot droomtuin

Door de jaren heen zijn de wensen van de klanten geleidelijk veranderd. ‘Ze willen nu minder onderhoud en een meer natuurlijke tuin. Borders worden aangevuld met planten die een wilder karakter uitstralen, zoals asters die zich vermengen met grassen. En tuinen bewegen mee met de seizoenen. Bij een tuin komt het er vooral op aan om te genieten. De perfectie hoeft niet altijd.’

Advertentie
Binnenkijken bij Peter Ivens | Belgiës meest discrete interieurarchitect

Voor een tuin aan de rand van de stad toverde Blanckaert een oud maisveld om. De bodem, door jarenlang herbicidegebruik zwaar uitgeput, onderging een indrukwekkende transformatie. In slechts een paar jaar tijd werd het terrein omgetoverd in een natuurlijke weide. In het laagste deel liet Blanckaert een vijver graven, die via kunstmatige beekjes in verbinding staat met de rest van de tuin. Een grote treurwilg biedt schaduw aan de vijver, omringd door inheemse vaste planten zoals hoefblad. Knotwilgen en fruitbomen vervolledigen het plaatje. ‘Uiteraard hebben we ze geplant, maar het lijkt alsof ze hier altijd hebben gestaan.’

In een paar jaar tijd is dit oude maisveld getransformeerd tot een wilde-bloemenweide met vijver, irissen en een majestueuze treurwilg.
In een paar jaar tijd is dit oude maisveld getransformeerd tot een wilde-bloemenweide met vijver, irissen en een majestueuze treurwilg.
© Jean-Pierre Gabriel

Buckingham Palace

Op welke tuin uit die voorbije veertig jaar is Blanckaert nu het meest trots? De Bruggeling hoeft er niet lang over na te denken: ‘De Flanders Fields Memorial Garden in Londen, op een steenworp van Buckingham Palace. Het idee was om op de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog de tienduizenden Britse soldaten die bij ons zijn gesneuveld te herdenken met een symbolisch eerbetoon in Londen. Honderden Belgische schoolkinderen verzamelden aarde van verschillende militaire begraafplaatsen hier en deden die in jutezakken, zoals die destijds werden gebruikt voor de verdediging van de loopgraven. Met een fregat werd die aarde naar Londen gebracht, om uitgestrooid te worden in de cirkelvormige tuin die ik ontwierp – de cirkel is mijn favoriete geometrische vorm.’ Het project kon op heel wat bijval rekenen van de Britten, onder meer van prins Philip. Queen Elizabeth II opende de tuin in het bijzijn van koning Filip. Voor Blanckaert een droom die werkelijkheid werd.

Blanckaert gebruikt de cirkel vaak als rustpunt.
Blanckaert gebruikt de cirkel vaak als rustpunt.
© Jean-Pierre Gabriel

Ibiza en Marrakech

En wat als hij carte blanche zou krijgen? ‘Als ik nu mijn droomtuin zou mogen ontwerpen, dan werd het een enorm domein, een paar hectaren groot. Ik zou een arboretum creëren, met op gepaste afstand van elkaar verschillende subtuinen: een verborgen snoeituin, een moestuin, een bloementuin en ook een Japanse tuin.’

Intussen werkt Blanckaert aan nieuwe projecten rond de Middellandse Zee: een hotel aan de Azurenkust en tuinen op Ibiza, in Rabat en Marrakesh. ‘We hebben daar net een reeks olijfbomen en palmen geplant’, zegt hij. ‘Het effect is nu al magisch.’

Landschaps­architect Piet Blanckaert.
Landschaps­architect Piet Blanckaert.
© Jean-Pierre Gabriel

‘Piet Blanckaert Gardens’ van Jean-Pierre Gabriel
| Uit bij Hatje Cantz
| 336 pagina’s
| Teksten in het Engels

Advertentie