De ideale manier om uw buurt te herontdekken in coronatijden: doe een gevelsafari per fiets of te voet. Sabato liet twee huizenroutes uitstippelen door kenners, in Brussel en Gent.
Op gevelsafari in Schaarbeek met Cécile Dubois
Cécile Dubois is kunsthistorica en freelancestadsgids in en rond Brussel. Ze stelde een parcours samen in Schaarbeek, omdat 'daar een ondergewaardeerd ensemble van interessante architectuur te zien is’.
Bekijk de interactieve kaart van de gevelsafari online via deze link: tijd.be/sabato/facadeparadeschaarbeek
Autriquehuis
Victor Horta, 1893, Haachtsesteenweg 266, Schaarbeek
Architect Victor Horta ontmoette ingenieur Eugène Autrique in de vrijmetselaarsloge Les Amis Philanthropes. De driehoeken in het smeedwerk verwijzen daar subtiel naar. Doordat Horta wat van zijn honorarium deed, kon Autrique zich een witte gevelsteen veroorloven.
In de façade vallen boven de ramen ook de sgraffiti (een decoratieve techniek waar in de verse pleister een lijntekening wordt gekrast en ingekleurd volgens de frescotechniek) met zweepslagmotief op. Het zou een thema worden van de art nouveau, waarvan dit Autriquehuis een voorbode is. De woning is geklasseerd in 1976 en gerestaureerd tussen 2002 en 2004. Ze is open voor het publiek.
Sint-Suzannakerk
Jean Combaz, 1925-1928, Gustave Latinislaan 50, Schaarbeek
De Sint-Suzannakerk was de eerste Brusselse kerk die opgetrokken is in gewapend beton. In de gevel van zandsteen en beton zitten heel wat kleine raampjes, die licht als een kantwerk laten binnenvallen. Helemaal origineel was architect Jean Combaz niet: hij haalde zijn inspiratie duidelijk bij de Église Notre-Dame du Raincy van de Franse betonpionier Auguste Perret uit 1922.
SASASA-school
Maurice Uyttenhoven, 1937, Maurice Maeterlincklaan 2, Schaarbeek
Nu huist in dit prachtige late art-decogebouw de SASASA-school, een school rond zelfexpressie (SASASA staat voor Savoirs, Saveurs, Sagesse). Maar in 1937 ontwierp Maurice Uyttenhoven dit gebouw wel degelijk als woning. De gevel in Franse steen doet wat streng aan, maar de afgeronde gevelelementen verwijzen naar de pakketbootstijl. De deur is nog origineel, net als de betonnen pergola op het dak.
Woning Ajoux
René Ajoux, 1935, Hyacintenlaan 19, Schaarbeek
In de Bloemenwijk, bij de Lambertmontlaan en het Josaphatpark, ligt de residentiële Hyacintenlaan. Er staan best wat mooie modernistische en art-decowoningen. Maar deze hoekwoning uit 1935 is extra bijzonder, omdat architect René Ajoux overal cirkel- of boogvormen gebruikte. Ook in het interieur komen die terug. Ajoux is in Brussel vooral bekend om zijn ontwerpen voor cinema’s, onder meer de Mirano.
Appartementsgebouw ‘Les Pavillons français’
Marcel Peeters, 1930-1934, Notelaarstraat 282, Schaarbeek
Je kan er niet naast kijken in Schaarbeek: ‘Les Pavillons français’ is een monumentale woontoren in art-decostijl, geïnspireerd op Amerikaanse flatgebouwen. Een geklasseerd ontwerp van Marcel Peeters voor de bouwpromotoren Lucien en Gérard Kaisin, geen familie van feestarchitect / designer Charles Kaisin.
Wie dichterbij gaat kijken, ziet dat de sokkel van het gebouw is uitgevoerd in gepolijst zwart granito, een materiaal dat nu een comeback maakt. En wie nog dichter gaat, ontdekt de mooie inspringende hall en het originele houten interieur van de lobby.
Woningen Nyst
Alfred Nyst, 1922 en 1928, Vergotesquare 16 en 45, Schaarbeek
Op de ellipsvormige Vergotesquare in Schaarbeek ontwierp Alfred Nyst maar liefst vier woningen. Twee ervan, op nummer 16 en 45, hebben geklasseerde gevels en verdienen aandacht. De architect bouwde ook prestigieuze herenhuizen aan de Molièrelaan en in de Géo Bernierlaan, bij de Vijvers van Elsene.
Op nummer 16 staat een streng modernistisch burgerhuis in gele baksteen met een leuke loggia waarop sterren geschilderd zijn. Woning Fournier op nummer 45 heeft een prachtige gevel met portiek, versierd met mozaïek, gouden keramiektegels en decoratief traliewerk.
Huizen Henri Jacobs
Henri Jacobs, 1899-1905, Maarschalk Fochlaan 7 tot en met 11, Schaarbeek
Architect Henri Jacobs woonde in het middelste van deze drie huizen aan de Maarschalk Fochlaan. Zijn eigen woning heeft de meest uitgewerkte gevel met sgraffiti van kunstschilder Privat-Livemont. Jacobs had hier zijn eigen architectenkantoor: zijn naam staat zelfs nog op de klep van de brievenbus.
Het huis rechts, in neorenaissancestijl, bouwde Jacobs voor een wisselagent. Gemeenteontvanger Vincent Coen vroeg Jacobs in 1905 ook de woning links te ontwerpen. Met succes, want hij won er een gevelwedstrijd mee. Let vooral op de bloemmotieven in het glas-in-lood, de blauwe hardsteen en de sgraffiti van Privat-Livemont.
Op gevelsafari in Gent met Gerlin Heestermans
Gerlin Heestermans is de bezieler van Toerist Modernist. Organiseert groepsrondleidingen in modernistische parels in België. Koos voor Mariakerke ‘omdat de Gentse deelgemeente voor architectuurliefhebbers nog altijd een goed bewaard geheim is. Op een kleine oppervlakte zijn er heel wat mid-century pareltjes te zien, van Expo 58-stijl tot puur functionalisme’. Legde in haar parcours de nadruk op het werk van Daniël ‘Dan’ Craet (1926-2013), een architect die zelf in de gemeente woonde.
Bekijk de interactieve kaart van de gevelsafari online via deze link: tijd.be/sabato/facadeparademariakerke
Villa Geirnaert
Emil Buyse, 1963, Paul van Tieghemlaan 24, Mariakerke
Met zijn vlinderdak en speels verspringende volumes is deze bungalow van architect-decorateur Emil Buyse een schoolvoorbeeld van de Expo 58-stijl. Een beauty in compleet originele staat.
Woning Hublé
Marcel Dietens, 1956, Amand Casier de ter Bekenlaan 35, Mariakerke
Via de Vijverstraat, waar je op nummer 2 de prachtige Woning Ingels (getekend door architect Louis Geirnaert in 1966) ziet, wandelen of fietsen we de vaart over naar de Woning Hublé: een vrijstaande woning in Expo 58-stijl met funky rode accenten.
Woning Sackesijn
Prosper Boutchon, 1958, Unescolaan 14, Mariakerke
Dit is het vroegst bekende ontwerp van de Gentse architect Prosper Boutchon. Zijn stijl evolueerde naar brutalisme, maar deze villa is met haar asymmetrie, lichtheid, pastelkleuren en heldere ruimtes nog in zuivere Expo 58-stijl. Een eervolle vermelding voor de funky blauw-witte deur. Een jong koppel kocht de villa onlangs. Hopelijk restaureren ze haar met respect.
Woning Jan Burssens
Dan Craet, 1955, Korte Rijakkerstraat 16, Mariakerke
De huizen in de Rijakker, de Korte Rijakkerstraat en de Edgard Blancquaertstraat behoren allemaal tot de ‘modelwijk’: een verkaveling uit 1955 op gronden van de ouders van architect Olivier Nowé. Wie er een perceel kocht, was verplicht om te werken met Nowé, René Heyvaert of Daniël ‘Dan’ Craet. Daardoor bleef de wijk stilistisch homogeen.
Uitschieters in de Korte Rijakkerstraat zijn de houten bungalows van Heyvaert (knappe voorbeelden zijn de nummers 11, 13 en 21) en, op nummer 16, de woning van kunstschilder Jan Burssens (1925-2002), in 1955 ontworpen door zijn schoonbroer Dan Craet.
Woning Wampers
Victor Laureys, 1959, Rijakker 19, Mariakerke
Een prachtig vroeg voorbeeld van een huis in de optimistische Expo 58-stijl, in 1959 ontworpen door de Lokerse architect Victor Laureys. De voorgevel is een interessant spel van verspringende volumes, rode, witte en bakstenen vlakken.
Woning Saelens-Minnebo en Beeldhouwerswoning Poetou
Dan Craet, 1960 en 1961, Emiel Poetoustraat 21 en 23, Mariakerke
De Emiel Poetoustraat is een rustige zijstraat van de Oranjeboomstraat met enkele mooie realisaties van Dan Craet. Net in de bocht staan op nummer 21 en 23 twee typische bungalows van Craet uit 1960 en 1961. Op nummer 23 woonde de Gentse beeldhouwer Emiel Poetou (1885-1975). Op de prachtige Westerbegraafplaats in Mariakerke, daar vlakbij, zijn een paar graven versierd met zijn sculpturen.
Woning Ost
Dan Craet, 1958, Verschansingsstraat 1, Mariakerke
Langs het Kasteel Ter Beken komen we in de Verschansingsstraat, waar architect Dan Craet en (interieur)vormgeefster Frida Burssens op nummer 4 woonden. Op nummer 6 liet Frida’s vader, een professor Afrikanistiek, zijn woning én het bijbehorende museumgebouwtje in zijn tuin eveneens door Craet tekenen.
Ook op nummer 1 staat een villa van Craet, met zijn typische witgeschilderde bakstenen op een zwarte plint. Dat huis is in 1984 uitgebreid, en is dus niet langer 100 procent origineel.