Voor een koppel globetrotters uit Antwerpen creëerde Philip Feyfer een mannelijk penthouse vol artisanale luxedetails. Een reis rond de wereld featuring George Nakashima, Jules Wabbes en Tom Ford.
Philip Feyfer draagt verschillende petjes. Hij is tegelijk kunstconsultant, designdealer en interieuradviseur met een verleden bij Axel Vervoordt. En dat XL-visitekaartje kwam hem goed van pas in dit penthouse aan het Antwerpse Stadspark. De bewoners, Koen Derkinderen en Bart Jordens, vertrouwden hem zowel de binnenhuisarchitectuur als de kunst- en designtoetsen toe. En dat merk je, want beide zijn erg goed op elkaar afgestemd.
‘Huiselijkheid en crafty details zijn de kernwoorden van dit penthouse’, zegt Feyfer. ‘Zowel in het maatwerk, het meubilair als in de kunstobjecten. Bart en Koen zijn goede vrienden. Eigenlijk contacteerden ze me eerst om hun keuken te hertekenen. Maar al freewheelend hebben we uiteindelijk heel het appartement aangepakt.
Hun interieur en collectie evolueert constant. Met zulke jonge verzamelaars samenwerken is een erg boeiend avontuur. Het gaat hen meer om de ziel en persoonlijkheid van een stuk dan om de grote en dure namen.’
Wim Pues
Het uitzicht op de Antwerpse skyline eist alle aandacht op, vooral vanaf de daktuin, die ontworpen is door de Antwerpse landschapsarchitecten Bart & Pieter. De wintertuin, direct geconnecteerd met de keuken, is een pak intimistischer. ‘Vroeger was hier een gedateerde oranjerie met doorsnee meubelen.
Nu zijn de sfeerscheppers een open haard, een gepatineerde stoel van Pierre Jeanneret, een donkere kalkvloer en een monumentale tafel in beukenhout: handwerk van Wim Pues, een onwaarschijnlijk getalenteerde vakman uit Kalmthout’, zegt Feyfer.
‘Voor die tafel heeft Wim alleen traditionele houtverbindingen gebruikt, geen nagels. De asymmetrische stalen tafelpoot is geïnspireerd op een meubel van de Italiaanse architect Angelo Mangiarotti. De massieve slab beukenhout heeft Wim donker gebeitst. Twee weken lang schuurde hij het hout met verschillende diktes schuurpapier, van grof naar fijn. Tot hij de textuur van leisteen benaderde: het materiaal van de open haard.’
Pues is een houtbewerker-designer die in de traditie van George Nakashima (1905-1990) werkt. En laat die Japans-Amerikaanse productontwerper en - uitgezoomd - de andere artisans van de zogenaamde New Hope School in Pennsylvania net belangrijke referenties zijn voor dit interieurontwerp.
‘De keuken is uitgevoerd in Amerikaanse notelaar, die Nakashima vaak gebruikte. Het vlampatroon van het fineer is speciaal uitgezocht en geschikt volgens de groeirichting van de boom, zodat het er zeer natuurlijk uitziet. Nakashima verwerkte altijd sprekende stukken hout met louter artisanale houtverbindingen tot sober meubilair, dat bijzonder geliefd is.’
Tot diezelfde New Hope School behoorde de Amerikaanse designer Phillip Lloyd Powell (1919-2008), aan wie de lange bank in notelaar in de dressing is toegeschreven.’
Jules Wabbes
Van dat soort erudiete designlinks zit dit penthouse vol. De bureautafel is bijvoorbeeld van de Belgische designer Jules Wabbes (1919-1974), de ovalen hedendaagse eettafel is gemaakt van kopshout: een materiaal dat Wabbes heel graag gebruikte. En Wabbes was ook tuk op wengé, de tropische houtsoort waarin de visgraatparketvloer hier is afgeboord. De ambachtelijke spirit van die generatie mid-century ontwerpers - de specialiteit van Feyfer - hangt overal in deze woning.
De grootste ingreep in dit appartement? ‘De valse plafonds uitbreken. Daardoor wonnen de hall en de leefruimte enorm aan ruimtelijkheid’, aldus bewoner Jordens. ‘Bovendien was de leefruimte te groot en te langwerpig om gezellig te zijn. En door de drie aparte ramen miste ze wat samenhang.’
Feyfer loste dat op door van de eethoek en het salon één grote bibliotheek te maken waarin je kan wonen. ‘Ik tekende een enorm overhoeks wandmeubel in donkere eik dat de eethoek en de zithoek verbindt. De kamerhoge wand verbergt ook de radiatoren en werkt een inspringende ringbalk netjes weg. Tegelijk doet de bibliotheek dienst als etalage voor de vele reissouvenirs, boeken en kunstobjecten van Koen en Bart.’
Hun collectie is inderdaad één grote wereldtrip, gecombineerd in eclectische ensembles. In één blik springen we van Afrikaans ruilgeld in brons naar hedendaagse keramiek van de Spanjaard Enric Mestre, van neolithische stenen stampers uit de Sahara tot schilderkunst van Gust Romijn: in 1958 de medeoprichter van de ZERO-beweging samen met de Italiaanse kunstenaar Piero Manzoni.
Tom Ford
Het donkere hout van de bibliotheek komt ook terug in de dressing. Al is die wel een pak glamoureuzer dan de rest van het interieur. ‘Tom Ford was hier het codewoord’, zegt bewoner Derkinderen. ‘Met glanzend kamerbreed tapijt, donkere kasten en bronzen kastdetails benaderen we hier zijn mannelijke, slicke stijl.’
Jean Pierre Temmerman
Het ruime penthouse creëert het gevoel van een open loft, al geeft het zich toch niet in één keer bloot. ‘Dat komt omdat de circulatie hier voor huiselijkheid zorgt’, zegt Feyfer. ‘Je kan echt rondwandelen in dit appartement. Er is een parcours van gangen, muren, doorkijkjes, intieme hoeken en open ruimtes, die telkens een andere sfeer hebben.’
Die ‘promenade architecturale’ begint al in de hall, waar je landt op een organische tafel van diezelfde Wim Pues. Als enige plek in de woning heeft die hall geen daglicht: ideaal als plek om kunst te exposeren en dramatisch uit te lichten.
‘Nu staan hier Indonesische voorouderbeelden en dromerige abstracte kunst van Jean Pierre Temmerman. Hij was een kompaan van Luc Tuymans, maar bleef veel meer onder de radar’, weet Feyfer. Ook van Jan Saverys, Gust Romijn, Hugues Steiner en Carla Venosta zou je datzelfde kunnen zeggen: het zijn vooral ondergewaardeerde kunstenaars en ontwerpers die Feyfer hier integreerde. Maar elk op hun manier linken ze ambachtelijkheid aan schoonheid: arts-and-crafts op haar best.