Dominique Eeman ontwierp al zo’n 350 tuinen in Knokke. De bekendste tuinarchitect van Knokke loodst ons langs zijn bijzonderste projecten.
‘Ik durf het bijna niet te zeggen, maar vandaag zijn we met 106 dossiers bezig. 85 procent van onze realisaties zijn in Knokke. Vroeger deed ik nog geregeld projecten in het buitenland, van Normandië tot Marokko of Zwitserland. Heel verrijkend allemaal. Maar ik woon zelf in de polders op een boerderij met een manege. Ik laat mijn vrouw en dochter minder makkelijk achter dan vroeger.’
Van pronkerige gazontuinen tot duintuinen, van beeldentuinen tot botanische beauty’s voor discretere klanten: het spectrum van Eeman gaat breed. Zo breed dat je je kunt afvragen wat zijn stijl of visie precies is. Om die twee toe te lichten, neemt hij ons mee op botanisch sleeptouw door Knokke-Heist. Eerste stop: het hedendaagse landhuis van Edouard ‘Natan’ Vermeulen, vlak bij de Royal Zoute Golf Club. ‘De modeontwerper wilde vooral een zeer sobere, stijlvolle tuin, waar ook ruimte is om veel volk te verwelkomen. Recepties moesten er zeker mogelijk zijn, vandaar het grote gazon’, zegt Eeman.
‘Bijzonder is dat zijn tuin niet met een haag is afgescheiden van de tuin van zijn buurman. We werkten met een grasheuvel die gradueel overloopt in de tuin van de buur. Zo’n overlopende tuin naar de buren zie je wel vaker in de VS, in onze contreien veel minder’, weet Eeman. ‘Ik moet zeggen: het idee slaat wel aan. Daags nadat Edouard Vermeulen een receptie gaf in zijn tuin, kreeg ik telefoon van een grote Knokse ondernemer, die iets gelijkaardigs wilde. Ik moet zelf geen reclame maken, mijn tuinen doen dat in mijn plaats.’
Foute kitsch
Op vijfhonderd meter van Vermeulen houden we halt bij Hubert Bonnet, de Belgisch- Zwitserse vastgoedondernemer en kunstverzamelaar die recent de modernistische ‘Villa Paquebot’ in de Sparrendreef restaureerde. Zijn woning ligt op een historische duin. Logisch dat Eeman het originele glooiende landschap errond herstelde. Met strategische grasheuvels creëerde hij een discrete barrière tussen de dreef en de pakketbootvilla. Maar hij integreerde in het reliëf ook een landartkunstwerk van Richard Long, gemaakt van witte zwerfkeien. ‘Ik noem mezelf geen kunstkenner’, zegt hij meteen. ‘Maar goedgekozen kunst kan de kers op de taart zijn in een tuin.
Helaas neigt het snel naar – in mijn ogen – foute kitsch. En dat kan het niveau van de tuin naar beneden trekken. Gelukkig kan het ook anders. Recent kreeg ik de vraag om een privébeeldentuin in Knokke te ontwerpen. De verzamelaars hebben belangrijke werken en stuurden me een lijst door met de hedendaagse sculpturen, waarrond ik een tuin mag breien. Die beelden mag ik vrij plaatsen in een scenografie, waarbij de zichten optimaal zijn en de wandeling spannend blijft. Een fantastische opdracht is dat.’
Tuin met schelpenzand
De tuin die hij ons vervolgens toont in de Helmweg kunnen we zonder twijfel categoriseren onder de noemer ‘vernieuwend’. Eeman werkte hem nog maar recent af. En nu al voelt hij dat zijn ‘jardin sec’ wel eens school zou kunnen maken. ‘Die had ik tien jaar geleden niet kunnen ontwerpen. Het publiek was er ook nog niet rijp voor’, zegt hij. Het opmerkelijkste, zeker voor het klassieke Knokse publiek: er is geen sprietje gras te bespeuren, of het moet helmgras zijn. Eemans ‘zeetuin’ is een artificieel duinlandschap van zand, schelpen en bijbehorende planten. ‘Het pad naar de voordeur is geïnspireerd op een golfbreker: je stapt over lamellen van gekloven arduin tussen zandheuvels. De tamarisk die aan de straatkant staat, is een struik met rozige pluimen, die zelfs op de Zeedijk zou overleven. Zo sterk is die’, zegt Eeman.
Via een poortje komen we in de achtertuin terecht. Het zwembad buiten beschouwing gelaten lijkt het alsof je op het strand loopt. ‘Dat paadje in schelpenzand moet wat slordig zijn. Zeker niet te strak afgeboord’, zegt Eeman. ‘Ik wil dat het pad eruitziet als de vloedlijn, waar schelpen in clusters aangespoeld liggen.’ Qua beplanting koos hij vooral soorten die je in de duinen ziet, zoals duindistel of zeekool, een zoutminnende eetbare koolvariant. ‘Die duinplanten combineren we met een kurkeik, een Zuid-Europese boomsoort met een ruwe schors en sculpturale vertakkingen.
Maar ook met een meidoorn, een iets banalere inheemse soort, die we niet als haag, maar als solitaire struik gebruiken. Die struiken en bomen vormen het skelet van deze zeetuin. Die is streekeigen en ecologisch, want hij vraagt weinig bewatering. Zeker in vergelijking met een klassieke gazontuin. Daarom vind ik dit een tuintype voor de toekomst’, zegt Eeman. ‘Zo’n jardin sec past beter bij de klimaatcrisis en bij de vegetatie van de streek. Hij voelt naturel aan in Knokke. Maar pas op, ik moet met mijn vier man sterke ploeg nog altijd veel tuinen met grote graspartijen ontwerpen, hoor. Klanten vragen me dat ook expliciet.’
Botanisch racisme
Die meiboom staat er niet toevallig: Knokke zet de jongste tijd enorm in op inheemse soorten. Liguster, wilg, populier, haagbeuk, meidoorn: er circuleert een officiële lijst met ‘toegelaten’ fauna waarmee tuinarchitecten aan de slag kunnen. Er komen zelfs controles op, want de gemeente checkt de beplantingsplannen vooraleer ze een vergunning aflevert. Maar heeft zo’n ‘botanisch racisme’ – eigen soort eerst – wel zin?
‘Aan de ene kant is het begrijpelijk: streekeigen planten, struiken of bomen hebben minder water of onderhoud nodig. Aan de andere kant: door de klimaatcrisis verandert hun originele biotoop enorm. Bepaalde inheemse soorten, zoals de beuk, krijgen het bijvoorbeeld steeds moeilijker. Je moet er maar eens op letten, als je door Knokke rijdt: de morfologie van beuken verandert. Het klinkt cru, maar een steeneik – toch een uitgesproken mediterrane soort – heeft vandaag meer overlevingskans dan een beuk. Dertig jaar geleden heb ik de eerste steeneiken weten aanplanten in Knokke. Vandaag is die soort alomtegenwoordig, omdat ze – zeker aan zee – beter bestand is tegen het nieuwe klimaat.’
16.000 euro sproeiwater
Zonder intensieve bewatering is een klassiek gazon ook niet bestand tegen de nieuwe klimaatrealiteit. Kun je als tuinarchitect nog wel een gazontuin ontwerpen, zelfs als de klant aandringt? ‘Een graspartij geeft natuurlijk een onevenaarbare openheid. Ik werk vaak voor ontwikkelaars en investeerders, die nieuwbouwvilla’s verkopen met een aangelegde tuin erbij. De tuin is dan het cadeaupapier, maar vaak zijn dat wel klassiekere gazontuinen die er ‘zo groot mogelijk’ moeten uitzien. Met minder artistieke touch dus, want dat zou de potentiële klant zogezegd kunnen afschrikken. Ecologisch is dat zeker niet de beste optie. Een perfect biljartlakengazon vergt enorm veel water. En in de zomer is dat nauwelijks te verantwoorden. En helemaal niet als je er duizenden liters stadswater op moet spuiten. De rekening is snel gemaakt: in Knokke kost stadswater 10,42 euro per kubieke meter (duizend liter). Een hovenier die komt water geven kost ongeveer veertig euro per uur. Dus sproeien is een dure grap, zeker als je een perfect gazon wil. Ik heb weet van particulieren die een waterafrekening van zestienduizend euro in de bus hebben gekregen’, zegt hij.
‘Sowieso probeer ik met regenwaterputten geen druppel water verloren te laten gaan. Helaas zijn rieten daken – alomtegenwoordig in Knokke – heel slecht om regenwater te recupereren, al kan het water wel rechtstreeks infiltreren. Riet is zogezegd een ecologisch natuurproduct. Maar als je weet dat het veelal uit China komt en behandeld is met allerlei chemicaliën, dan ben je weer verder van huis.’
‘Ik voel wel een kentering bij de mensen. Ik heb een paar nieuwe klanten die een ros of dor gazon in de zomer geen ramp meer vinden. Ze vinden het normaal. Ik zie ook dat acties als ‘Maai Mei Niet’ goed aanslaan in Knokke. Beter dan ik verwacht had eigenlijk. Ik heb verscheidene klanten die stukken gras wild of ongemaaid lieten voor de biodiversiteit.’
Groene burchten
Naar Dominique Eeman moet je in het weekend niet zoeken in Knokke. ‘Het liefst loop ik rond in mijn tuin nabij Stalhille, vlak bij Oudenburg. In een oude short, een versleten T-shirt en werkschoenen’, zegt hij.
Toch kent Eeman Knokke op zijn duimpje. Door zijn honderden werven natuurlijk. Maar ook privé, want hij groeide deels op in hartje Zoute, op de hoek van de Prins Karellaan en de Sparrendreef. ‘Tijdens het weekend is dat daar nu een drukte van jewelste. Je kunt soms niet rustig in je tuin zitten door het lawaai van de vele voorbijrijdende auto’s. Wat een contrast met mijn jeugd – intussen vijftig jaar geleden – toen we daar gewoon hockey op straat speelden. Af en toe passeerde er eens een auto, en dan ruimden we snel onze doelen op. Nu is dat ondenkbaar. De familiale vakantiesfeer in het Zoute heeft plaats geruimd voor ostentatieve chiqué.’
Een haag graag
En dat heeft ook gevolgen voor de tuinen. ‘Vroeger waren die veel zichtbaarder, omdat er geen haag rond stond. Zeker in het Zoute waren de tuinen veel opener. Nu lijken sommige straten wel holle wegen, omdat je tussen groene muren rijdt. Je hebt geen idee wat er zich achter die hagen afspeelt’, zegt Eeman. ‘Burgemeester Lippens was faliekant tegen die groene forten. Hij vond dat de typische architectuur van het Zoute te veel verborgen zat.’
Als tuinarchitect probeert Eeman een statement te maken in die discussie. Overal waar hij kan, houdt hij de voortuinen bewust laag. Op die manier geeft hij de straat een stukje ‘tuinzicht’ cadeau. ‘In Knokke is de algemene regel dat een haag maar anderhalve meter hoog mag zijn. In sommige zones is het zelfs beperkt tot één meter. Het is vaak het eerste wat mijn klanten vragen: kun je een hoge haag of poort rond mijn eigendom voorzien? Ik probeer me ertegen te verzetten. Maar ik snap het ook wel: er zijn veel meer toeristen en pottenkijkers dan vroeger. Privacy is nu meer waard dan twintig jaar geleden.’
Gelijkvloerse daktuin
Door die drukte in Knokke zijn privéparkeerplekken en opritten ook belangrijker geworden in Eemans tuinontwerpen. ‘In het weekend komen de kinderen en kleinkinderen graag naar het familiale buitenverblijf in Knokke. Dan wil iedereen kunnen parkeren, natuurlijk. Wettelijk mag je maar dertig procent van het perceel verharden, terras, oprit, parkeerplaatsen en zwembad meegerekend. Ontwerpmatig is dat vaak puzzelen, zeker op kleine percelen.’
Hij raakt meteen ook een ander typisch Knoks luxeprobleem aan: de forse grondprijs. Tuinen zijn zelden immens, dus moet Eeman dikwijls toveren op beperkte oppervlaktes. Dat leidt tot nieuwe tuintypes. ‘Door de dure grond is het nu de trend om bepaalde woonfuncties ondergronds te stoppen, om zo buiten wat plaats te winnen’, zegt Eeman. ‘Ook dat is een uitdaging voor mij. Ik heb bijvoorbeeld een klant met een ondergrondse garage en een leefkelder. Die ruimtes zitten ingegraven in de tuin onder een dikke betonplaat. Toch wilde de klant een tuinbeleving. Dus voorzagen we op de betonplaat een ‘duintuin’, die zo licht mogelijk is, om de onderliggende betonnen gewelven niet te overbelasten. Met varens en een oude knotwilg hebben we een mooie tuin kunnen aanleggen. Eigenlijk is het een daktuin, maar dan op de begane grond.’ In Knokke kan werkelijk alles.
| Website | eeman.net