Rode puntdaken, witte gevels en rustieke villa’s: voor architecturale uitspattingen wordt in Knokke-Heist vriendelijk bedankt. Maar het was niet altijd al cottage wat de klok sloeg: er zitten ook nu nog onverwachte modernistische parels verborgen.
De skyline van Knokke in 2020? Hypermodern. Of dat was toch het ambitieuze plan. Zaha Hadid, Jakob+MacFarlane en Steven Holl: interna- tionale toparchitecten die vooruitstrevende ontwerpen maakten voor het station, het gemeentehuis en een nieuw casino. Van de meeste van die ontwerpen is de toekomst onzeker - de realisaties zijn extreem duur - maar als het van burgemeester Leopold Lippens afhangt, staat Knokke-Heist binnenkort te boek als hét architecturalebedevaartsoord van de Belgische kust.
Een groot contrast met vandaag. Wie in Knokke-Heist een zomervilla of flatgebouw wil neerplanten, botst meestal tegen de strenge bouwregels aan. Hoogbouw? Njet. Platte daken? Geen sprake van. De gevels graag wit, bakstenen en dakpannen liefst ook uit klei van de polders. Voor architecturale uitspattingen wordt al decennialang vriendelijk bedankt.
Henry Van de Velde
Nochtans trok de badplaats in de jaren na de Eerste Wereldoorlog heel wat bekende avant-gardearchitecten aan: Léon Stynen, Henry Van de Velde en Huib Hoste. Meer nog. In 1931, toen de vooruitstrevende archi- tect Henry Van de Velde zijn imposante Gentse boekentoren nog moest bouwen, werd hij al naar zee gelokt. Uitgerekend van Maurice Lippens Sr. kreeg hij de opdracht om een nieuw stadsplan te ontwerpen voor de Knokse wijk De Lekkerbeck.
Van de Velde zag het groots: behalve een villawijk ontwierp hij ook een hotel en een golfterrein in de strakke stijl van toen. Zijn eerste stap naar de Knokse modernistische vrijhaven was de dubbele villa Noordhinder-Westhinder aan de zeedijk.
De symmetrische bakstenen constructie, met stalen ramen en deuren, een buisvormig hekwerk, balustrades en een betonnen fries onder de dakrand, maken van het ontwerp voor de bouwheren Maurice Colman en kunstenaar Albert Saverys een sterk staaltje modernisme. Met daarnaast ook de ‘bekende’ modernistische ingrediënten: beton, strakke geometrische vormen en een plat dak.
De rest van het Knokse wijkontwerp, het hotel en het golfterrein van Van de Velde zagen nooit het daglicht. Lippens kreeg net iets te veel tegenwerking van zijn medevennoten. De modernistische villa alleen vonden ze al ‘verschrikkelijk’ genoeg.
Opschudding aan zee
Een ander sterk staaltje van modernisme is Villa Paquebot, een ontwerp van de Brusselse architect Louis-Herman de Koninck. In 1956 stond deze villa zelfs op de cover van het architectuurtijd- schrift Bouwwereld. De Koninck had nochtans toegevingen moeten doen om de bouwvergunning binnen te halen: een overhangende dakrand en een garage in cottage- stijl. Die laatste is er nooit gekomen, wat wellicht te maken had met de afgelegen ligging van het pand.
Het casino van Knokke is, hoewel de meesten dat niet weten, nog zo'n modernistisch topwerk.
Ook in de buurt van de Lippenslaan zijn er tot op vandaag modernistische huizen - mét plat dak - te spotten. Je vindt er zelfs het basiswerk van de moderne architectuur in Vlaanderen. Wie vanaf de Lippenslaan de Domurtierlaan inslaat, stoot met- een op het Zwart Huis. De woning van de kunstminnende dokter De Beir heeft zijn naam niet gestolen: ze is volledig zwart, met strakke, witte ramen. Architect Huib Hoste gaf het huis kleur door de onderkant volledig met rode, Boomse tegels te bedek- ken. De revolutionaire stijl van Hoste - vergelijkbaar met De Stijl in Nederland van Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld - veroor- zaakte toen heel wat opschudding.
De Franse architect Le Corbusier bewees al dat modernisme niet altijd experimenteel- kleurrijk moet zijn: een witgeschilderde buitenkant, vaak in beton, was de norm. En dat geldt ook in Knokke. Het Hotel Van Bunnen bijvoorbeeld is een knap interbel- lumgebouw dat nog altijd in goede staat is. Een ander topwerk is het bekendste gebouw van Knokke-Heist: het casino. Het ontwerp van architect Léon Stynen was vooruitstre- vend, met beton, staal en een gigantische raampartij naar de zee. Maar het kwam tij- dens de Tweede Wereldoorlog onder vuur te liggen en werd in de jaren vijftig ingrijpend verbouwd - van toen dateren de zware pilasters tussen de grote ramen. Het gebouw heeft intussen heel wat van zijn glans verloren en de toekomst van het casi- no is uiterst onzeker. Er werd een wedstrijd uitgeschreven voor een nieuw ontwerp.
Hoewel veel modernistische bouwwerken in Knokke intussen tegen de vlakte zijn gegaan - denk maar aan het Noordzeehotel van Huib Hoste - blijft er van al dat moois toch nog meer over dan je zou verwachten. Zoals de indrukwekkende witte geometri- sche villa uit 1934 op de Elizabetlaan. Een geluk dat die modernisten ook van witte gevels hielden.