De Brusselse interieurarchitecte Anne Derasse is kastelendokter: ze geneest kastelen en monumenten van hun ouderdomsziektes. Met veel geduld werkt ze ook al jaren aan haar eigen Château de Montmoreau in de Charente, Frankrijk. Sabato kwam op bezoek.
Bij een nieuwe partner hoort meestal een rugzak. Kinderen, een vreselijke ex, een sterfgeval, een schuldenberg: niemand is een onbeschreven blad als hij een doorstart maakt. Het komt er alleen op aan hoe en wanneer je die rugzak opent. Toen Anne Derasse haar nieuwe vriend Jörg Bräuer leerde kennen in Brussel, vertelde ze hem niet meteen alles. De architecte zweeg wijselijk over haar kolossale levenswerk: het Château de Montmoreau in de Charente, Frankrijk.
Kasteelvrouw
Derasse en haar echtgenoot, wijlen Willy d’Huysser, verwierven de kasteelruïne in 1999. Ze waren zo verliefd op het 15de-eeuwse kasteel dat ze het bij hun eerste bezoek kochten. Begrijpelijk: het gotische gebouw met renaissancetrekjes torent prachtig uit boven het dorpje Montmoreau, tussen Angoulême en Bordeaux.
D’Huysser en Derasse waren de perfecte kasteelheer en -vrouw. Hij een gerespecteerd antiquair en kunsthandelaar gespecialiseerd in haute époque; zij een interieurarchitecte en kunsthistorica die raad wist met historische bouwkundige uitdagingen.
'Elk gebouw spreekt zijn eigen taal en daar luister ik aandachtig naar.’Anne Derasse
Het sprookje begon helaas met pech: in de winter van 1999 hield een storm lelijk huis in het sinds 1952 geklasseerde ‘monument historique’. Het kasteel kwam er gehavend uit en de 12de-eeuwse romaanse kapel had serieuze waterschade geleden. Een valse start voor het restauratieavontuur, dat Derasse en D’Huysser met uitzonderlijk veel respect voor de geschiedenis aanpakten.
‘Het was een monsterlijke opdracht’, zegt Derasse, ‘maar het is mijn grote passie: al die artisans met eeuwenoude ambachten aan het werk zetten om zo’n ingedommeld monument een nieuw leven te geven. Als ik ergens binnenstap - in welke staat die plek ook is - probeer ik de oorspronkelijke aura te voelen. Ik doe er alles aan om die te behouden.'
'Elk gebouw spreekt zijn eigen taal en daar luister ik aandachtig naar. Veel architecten willen per se hun stempel op een project zetten. Dat is niet mijn aanpak. In mijn projecten zoek ik naar de originele indelingen, zichtassen en lichtpunten. Vaak zijn die in de loop van de 20ste eeuw brutaal uitgewist. Als je alle overtollige lagen van een monument afpelt, merk je meestal: het vroegste ontwerp is het zuiverste.’
Unieke architectuur
Anne Derasse kust ingeslapen kastelen en monumenten zo stilletjes wakker, dat die niet merken dat ze eeuwen in coma lagen. Ze behandelt haar patiënten met zachte hand en geneest hen van alle ouderdomsziektes. Zelfs het hoogbejaarde, palliatieve Château de Montmoreau.
‘Het kasteel was inderdaad erg toegetakeld’, zegt Derasse. ‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben Duitse SS’ers het ingepalmd. Ze lieten tal van inscripties na op de muren. Na de oorlog werd zowat het hele interieur geplunderd, behalve de 15de-eeuwse schouwen. Zelfs de vloeren ontbraken. In de streek hebben we naarstig naar oude vloertegels gezocht. Drie jaar heeft het geduurd voor we genoeg stenen hadden voor onze vierkante meters vloeroppervlak.’
De grootste klus was misschien wel het dak met zijn magnifieke gebint, dat het koppel onzichtbaar vernieuwde in samenwerking met Philippe Villeneuve, de architect van de ‘monuments historiques’. Maar in 2011 stierf D’Huysser, lang voor zijn levenswerk voltooid was. Na zijn dood zette Derasse de monsterrenovatie alleen verder.
‘In de eerste plaats als herinnering aan hem. Want hij was een bijzonder man met een ongelooflijke energie. We hadden een fantastische synergie. Hij rekende op mij om het project zonder hem voort te zetten. Het was financieel en emotioneel niet evident om dat alleen te doen. Er kwam zoveel op mijn nek terecht dat het bijna niet houdbaar was.’
Restauratie van erfgoed
Maar toen ontmoette Derasse Jörg Bräuer in Brussel, via gemeenschappelijke vrienden. Over het kasteel bleef ze in het begin discreet: ze woonde destijds vooral op de Grote Zavel. Samen met D’Huysser was ze daar in 2005 begonnen met de renovatie van de voormalige nuntiatuur van het Vaticaan: een 19de-eeuws pand met 16de-eeuwse kelders dat onder de naam ‘Ancienne Nonciature’ als luxueuze eventlocatie ter beschikking wordt gesteld.
Ook de kantoren van Derasses binnenhuisarchitectuurbedrijf zijn er ondergebracht. ‘Vijf jaar hebben we in Brussel verbouwd. De originele lay-out en de neoklassieke architectuurdetails uit 1827 waren compleet overwoekerd door foute recente ingrepen en misplaatste tussenwanden. Het was niet om aan te zien.'
'Onze eerste taak was: de originele volumes herstellen. Daarna draaiden we voorzichtig de klok terug, samen met onze specialisten in stucwerk, sierlijsten, bas-reliëfs, vergulding en marmer. Dat savoir-faire bestaat nog en dat wil ik ook tonen. Ik toon respect voor het verleden, maar ik integreer wel altijd hedendaags comfort. Op een discrete manier, niet met grote domoticaschermen aan de muur.’
‘Mijn grote passie is: al die artisans aan het werk zetten om zo’n monument een nieuw leven te geven.’Anne Derasse
Met fotograaf en kunstenaar Jörg Bräuer aan boord is Derasses liefde voor monumentaal erfgoed niet bekoeld. Ze voert nog steeds grote restauratieprojecten uit, zoals het Kasteel van Gellenberg in Lubbeek, Château de Fleurac in de Charente, of een 18de-eeuws manoir in de Oise.
Recentelijk leverde ze nog het 18de-eeuwse wijnkasteel Calon-Ségur in de Médoc op, een grand cru classé van Saint-Estèphe. ‘Drie jaar heeft die werf geduurd. Ik heb daar zelfs het tafellinnen, het meubilair en de hedendaagse kunstwerken uitgezocht’, zegt ze.
Haar eigen kasteelproject in de Charente is na 20 jaar nog steeds niet helemaal af. Maar dat lijkt haar niet te deren. ‘Wat me vooral interesseert, is het proces van zo’n restauratie. Dat vergt tijd. Je mag niet overhaast te werk gaan’, zegt ze.
‘Ik moet zeggen: Jörg is met evenveel passie in het project gestapt. Hij werd overvallen door een coup de foudre toen hij zag wat Willy en ik al gedaan hadden. Eerst stelde hij zich heel nederig op ten opzichte van hem, maar naarmate hij zich meer voor het project engageerde, nam hij zijn plaats in. Hij heeft enorm veel gevoel en empathie voor erfgoed. Helemaal niet evident.’
Geschiedenis
‘Je woont nooit écht in een kasteel. Je bent maar een passant in de geschiedenis.’Jörg Bräuer
En het is nog minder evident als je het rugzakje van de kosmopolitische Duitser kent. Bräuer studeerde, woonde en werkte achtereenvolgens in München, New York, Londen, Barcelona en Lissabon. Hij was een computerpionier in de grafische sector, zijn carrière begon hij als grafisch vormgever in de Pentagram-designstudio in New York.
Hij richtte mee twee designstudio’s op, Just Design (Londen) en DE3 (Barcelona), gespecialiseerd in visuele merkstrategieën voor bedrijven als Hewlett-Packard en Portugal Telecom. ‘Toen mijn alleenstaande moeder kanker kreeg, keerde ik terug naar München. Ik zorgde voor haar tot haar laatste snik: ze stierf letterlijk in mijn armen. Twee jaar na haar dood verkocht ik mijn loft in Barcelona en sloot ik DE3.
'Ik ging in een primitief huisje op Mallorca wonen. Het eiland heb ik nagenoeg helemaal gefotografeerd, en ik heb er ook een boek over uitgebracht. Tegelijk leerde ik zeekajakken: vanuit zo’n bootje heb je het mooiste uitzicht op de kliffen. Ik verdiepte me in fotografie en schilderkunst. Toch begon ik na twee jaar opnieuw naar Europa te verlangen. Toen ik Anne ontmoette, belandde ik in een nieuwe levensfase.’
Of hij ooit had gedacht dat hij in een kasteel zou gaan wonen? ‘Eerlijk gezegd: neen. Pas op, ik ga graag naar Château de Montmoreau. Anne heeft er een kantoor, ik heb er een atelier. En het is ook een perfecte plek om te mediteren: de connectie met de aarde en de natuur is er zeer sterk. Maar op koudere dagen is het kasteel oncomfortabel. Ik hou ervan de open haard aan te steken, maar in een kasteel verstook je zoveel hout dat je op de duur naar asbak stinkt. Ik ben tot het besef gekomen dat je nooit écht in zo’n kasteel woont. Je bent maar een passant in de geschiedenis.’
Hedendaagse kunstenaars
Dit jaar gingen de poorten van Château de Montmoreau wel voor het eerst open voor een tentoonstelling. En daar waren de inwoners van het dorp blij om. ‘Iedereen kent het kasteel, je ziet het van ver op de heuvel liggen. Maar weinig dorpelingen waren er al binnen geweest. De meeste hebben zelfs geen besef van hun patrimonium’, zegt Derasse.
‘Daarom organiseerden we een eerste expo, samen met het departementsarchief van de Charente. Zij hebben een collectie 19de-eeuwse foto’s van ons dorp en het kasteel. Die oude foto’s combineerden we met werk van hedendaagse kunstenaars die rond tijd werken.'
Onder die kunstenaars: Richard Long en Jörg Bräuer zelf. ‘Mijn werk heet ‘Texture du temps’. In oude cederhouten balken hakte ik citaten over de tijd, afkomstig van grote denkers als Proust, Heidegger en Goethe’, zegt Bräuer. Het werk wordt momenteel, dankzij galerie Spazio Nobile, tentoongesteld in de Ancienne Nonciature in Brussel.
‘Die balken hebben we op het nippertje kunnen redden toen de oude kelders van het cognachuis Monnet afgebroken werden. Onvoorstelbaar dat ze die zomaar gingen weggooien om een splinternieuw luxehotel te kunnen bouwen.’
Terwijl Derasse die historische elementen het koste wat het kost wil behouden: het contrast kan niet groter zijn. ‘Ja, die manier van werken kost meer geld en meer tijd’, zegt Derasse. ‘Gespecialiseerde artisans doen er vaak drie keer zolang over op de werf. Maar zo wis je tenminste de geschiedenis niet uit. Ze komt net dichterbij.’