Tot en met 21 april vindt in de Fondation Cartier in Parijs de expo ‘Breath of an Architect’ van Bijoy Jain plaats. De architect liet ons binnenkijken in zijn huis.
Architect Bijoy Jain wil graag dat je alles wat je ooit over hem las of dacht zo snel mogelijk vergeet. Zijn vaak geprezen gebruik van natuurlijke materialen, zijn typische designtaal, de manier waarop hij traditie en moderniteit in elkaar laat vloeien, maar ook zijn hang naar duurzaamheid: het is allemaal te beperkend, zegt hij. ‘Dat zijn vooroordelen. Mensen delen me in die categorieën in zonder dat eerst aan mij te vragen. Duurzaamheid vind ik vooral belangrijk voor mezelf en mijn omgeving.’
We zitten in de studio van Jain, in de Byculla-wijk in Zuid-Mumbai, India. De directeur en hoofdarchitect van de wereldwijd gerenommeerde Studio Mumbai woont hier al negen jaar. Hij loopt rond op blote voeten en is van top tot teen gekleed in het blauw. Een zeer intens mens. Hij spreekt over ‘gecentreerd blijven’ en ‘afstemmen op haptisch of tactiel bewustzijn’. De rode draad doorheen zijn discours is een streven om met materialen te werken en de elementen – water, lucht en licht, en ook emotie – in zijn creaties te stoppen.
Met dat als doel gaf hij zijn expo de naam ‘Breath of an Architect’, een installatie in de Parijse Fondation Cartier pour l’art contemporain. Verdeeld over twee verdiepingen zie je er sculpturen, renderings, frameworks van bamboe en structuren die traditionele Indiase huizen moeten voorstellen. Jain zelf beschrijft het als ‘een nieuwe ruimte voor stille contemplatie en mijmering’.
Van hotel tot wijngaard
Bijoy Jain werd geboren in 1965 en keerde in 1995 terug naar India om er zijn praktijk op te zetten, nadat hij eerder studies architectuur had gedaan aan Washington University en had gewerkt in Los Angeles en Londen. Vandaag heeft Studio Mumbai een wereldwijde reputatie, met projecten variërend van privéwoningen in heel India tot de restauratie van een hotel in Japan en een wijngaard in Avignon. Zijn multidisciplinaire verkenning van kunst, architectuur en materialen leverde talloze prijzen op. Het Canadian Centre for Architecture, het MoMA San Francisco en het Centre Pompidou in Parijs deden een beroep op hem en zijn werk werd wereldwijd tentoongesteld, zoals in het Londense Victoria and Albert Museum of tijdens architectuurbiënnales in Sharjah (2013), Venetië (2010, 2016) en Chicago (2017).
Zijn doel, zo beklemtoont hij, is op een ‘lichtere manier’ te bewegen: ‘Als je bouwt met de middelen die direct beschikbaar zijn, wordt de afstand kleiner. Het is allemaal veel intiemer.’ Ontwerpen die uitgaan van regio of traditie zijn volgens hem gewoon te sentimenteel. ‘Het ambacht redden. De wereld redden. Forget it. De wereld zorgt wel voor zichzelf’, zegt hij met strakke nuchterheid. ‘Het gaat er gewoon om dat je op alle fronten zuiniger moet zijn. Financieel, met energie en met menselijke middelen.’
Geen huissleutels
Vandaag assembleert een groep werknemers een bamboestructuur in de zonverlichte centrale ruimte. De werkplaats slash studio neemt twee verdiepingen in en buiten, op een binnenplaats met zicht op bomen en dansende libellen, vermengt het geluid van boor- en schuurmachines zich met het geblaf van zijn honden. Helemaal in de verte klinkt het gerommel van een traag denderende trein.
Jain leeft op door alles wat uit Mumbai voortkomt, maar ook door de energie en ziel van de stad. Daarom doopte hij zijn praktijk in 2005 om in ‘Studio Mumbai’. ‘De stad heeft de beweging, de diversiteit en materialiteit waarop je kunt inspelen’, zegt Jain. ‘Ik heb geen huissleutels. Alles blijft open, behalve de hoofdpoort.’
Elke hoek van de stad heeft wel iets te bieden: van arbeiders die voor hem elementen vergulden tot een bepaalde soort klei, gespot op een straathoek en gebruikt voor een project. ‘Je kunt op alles inspelen’, zegt de architect.
Nieuwe schoonheid
Die filosofie zie je dan ook in projecten over de hele wereld. Projecten die helemaal in harmonie zijn met hun omgeving en de natuurlijke hulpbronnen aldaar. Zoals het Utsav House in het Indiase dorp Satirje, Alibag (2008): gelegen op een dor plateau, met horizontale lijnen, betonnen platen, basaltstenen muren en houten frames die naadloos passen bij de tinten en texturen van het landschap. Of Copper House II (2014), gebouwd op een talud die is opgetrokken met de aarde die werd weggegraven voor een waterput in een mangobos: de gesleufde muren wekken het gevoel dat het allemaal deel uitmaakt van het dichte bos. Of ook nog, natuurlijk, de op papier-maché geïnspireerde troon, een samenwerking met Hermès voor het Salone del Mobile van 2021.
‘Er zit iets kosmisch in de esthetiek van Bijoy’, zegt Hervé Chandès, artistiek directeur van de Fondation Cartier. ‘Zijn creaties komen uit het heden, de toekomst en het verleden.’ Hij beschrijft Jains ontwerpen als ‘een nieuwe manier om te praten over ruimte en architectuur. Een nieuwe wereld en een nieuwe schoonheid. Het is fysiek, het is mentaal, het is abstract. Het is alles.’
Tijd vertragen
‘Breath of an Architect’ werd bedacht in Mumbai. ‘Eigenlijk gaat het over de vraag hoe je de tijd kunt vertragen’, legt Jain uit. Het antwoord? ‘Adem.’ En door ‘in de tegenovergestelde richting van al de rest te bewegen’. Het concept ontvouwt zich in vier kamers waar materiaal, emotie en ideeën van leven en dood samenkomen. Kamers waarin de bezoeker wordt uitgenodigd om even na te denken. Een van de kamers, een hut van bamboe die samengebonden is met katoen, heeft een stoel en een sculptuur. In een andere kamer zien we handgebakken baksteen en plinten van surkhi-mortel, en een ‘Tazia’-bamboesculptuur – een beeld dat tijdens een sjiitische begrafenis wordt gedragen.
Interieurontwerper Rahul Chugh zegt dat de nieuwe en innoverende manier waarop Jain materialen gebruikt, voor anderen een venster is waardoor ze meer fantasierijke ontwerpen kunnen verkennen. ‘Zijn aandacht voor detail is uitzonderlijk. De gelaagde ervaring van de ruimte, gebruikmakend van elementen zoals lucht, water en licht: het is tegelijk vluchtig en holistisch. Het is iets wat je niet in een doos kunt stoppen.’
Denkt Jain na over wat hij ooit zal nalaten? ‘Helemaal niet. Ik doe dit voor mijn plezier.’ Simpel geformuleerd, zegt hij, hebben zijn ontwerpen eigenlijk alleen de bedoeling om licht binnen te laten. Een oefening die hij vergelijkt met diamanten slijpen. ‘En wat is het enige doel van diamanten slijpen?’, vraagt hij en lacht. ‘Inderdaad: meer licht breken. Vandaar, als je me vraagt wat ik doe, dan zeg ik dat ik alleen maar licht wil breken.’
‘Bijoy Jain/Studio Mumbai – Breath of an Architect’
| Wanneer | Tot en met 21 april
| Waar | Fondation Cartier, 75014 Parijs
| Website | fondationcartier.com
Bijoy in België
Er is ook een Belgische link met de Indiase architect Bijoy Jain. ‘We ontdekten zijn werk in 2010 op de Architectuurbiënnale van Venetië’, herinneren Amaryllis Jacobs en Kwinten Lavigne van Maniera, de Brusselse designartgalerie, zich. ‘Daar toonde hij een fragment van zijn atelier. De vele maquettes, experimenten en stalen waren waanzinnig inspirerend en overtuigden ons dat hij ook een bijzondere meubelontwerper zou kunnen zijn.’ Vijf jaar later was Jains eerste meubelcollectie een feit. Maniera bracht in 2015 dertien stuks uit, onder meer banken en stoelen in miniatuurbakstenen, charpai (Indiase dagbedden) en een boekenkast in flinterdun marmer. In 2019 volgde een nieuwe reeks meubels, alweer goed voor 24 stuks. Sindsdien worden er nog altijd items toegevoegd.
Een deel van de collectie, zijn zitmeubelen in bamboe en steen, is nu te zien in de expo van Fondation Cartier in Parijs, zij het in nieuwe materialen, kleuren en afmetingen. (G.A.)
Praachi Raniwala, ‘The cosmic vision of Bijoy Jain’.
© FINANCIAL TIMES / FT.COM. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. MEDIAFIN IS VERANTWOORDELIJK VOOR DE VERTALING.
THE FINANCIAL TIMES LIMITED IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR DE NAUWKEURIGHEID EN KWALITEIT VAN DE VERTALING.