Het best bewaarde architectuurgeheim van Oostende? Dat moet Villa Ooievaar zijn. Eindelijk kan de Schotse kunstenares Lucy McKenzie haar woning beginnen te restaureren.
Het wordt een bijzonder jaar voor kunstenares Lucy McKenzie (46). De Schotse, die al sinds 2006 in Brussel woont en werkt, heeft vanaf september een solotentoonstelling in het Hasseltse kunstencentrum Z33. Volgende maand lanceert ze ook een nieuwe collectie voor haar modelabel Atelier E.B. Maar waar ze al het langst naar uitkijkt, is de restauratie van haar Villa Ooievaar in Oostende. En die kan – na tien jaar wachten – eindelijk van start gaan.
Haar majestueuze pakketbootvilla is in 1935 gebouwd voor de katholieke dokter Depuydt, die maar liefst dertien kinderen had. Vandaar de bronzen ooievaar op het platte dak. ‘Het pand stond al jaren leeg toen ik het in 2014 kocht. Ik was verwonderd dat je zo’n parel gewoon op Immoweb kon vinden’, zegt McKenzie, die als een blok viel voor het modernistische meesterwerk aan de drukke Elisabethlaan. ‘Er was wel interesse van ontwikkelaars, die de villa wilden afbreken om er een appartementsblok te bouwen. Iemand wilde er zelfs een Chinees restaurant van maken. Dat kon gelukkig niet, omdat het een beschermd monument is’, zegt ze. ‘Toen ik hier voor het eerst binnenstapte, voelde ik een emotionele shock. Hetzelfde gevoel als toen ik in het Pantheon in Rome of in Palais Stoclet in Brussel rondliep.’
De modernistische woning heeft een langgerekte voorgevel in kenmerkende gele baksteen, geïnspireerd op het werk van de Nederlandse architect Willem Dudok. Binnen is Villa Ooievaar een moderne bourgeoiswoning met subtiele rondingen (typisch voor de pakketbootstijl), rijke materialen en een heel apart kleurenpalet. Opmerkelijk is de monumentale traphal met een pistachegroen fonteintje en een kleurrijk glas-in-loodraam. ‘Het licht, de proporties, de volumes, de materialen: alles zit goed in deze woning’, zegt McKenzie. ‘Goeie architectuur kan me een subliem gevoel geven.’
Slapen onder Jezus en Maria
Dat de architect, Josef De Bruycker (1891-1942), lid was van het extreemrechtse Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen) hield McKenzie niet tegen om de villa te kopen. ‘Ik ben de perfecte alien voor dit pand’, zegt ze. ‘Als buitenstaander kan ik die voorgeschiedenis onbevangen en met een zekere afstand bekijken. Dat maakt het net interessant. Ik negeer de ambigue geschiedenis niet van het huis. Maar ik geef het ook niet te veel gewicht. Een nostalgicus ben ik zeker niet. Ik beschouw deze woning als een machine om nieuwe verhalen en frisse ideeën te produceren. Ik geloof in de kracht van kunst om elementen uit andere tijdperken naar het nu te vertalen. Ik zoek naar gelijkenissen uit de wereld van toen en die van vandaag. En die zijn helaas talrijk.’
Dat de woning zowel vanbinnen als vanbuiten beschermd is, schrikte McKenzie evenmin af. Ook al wist ze van tevoren dat de restauratie een duur levenswerk zou worden. ‘Ik vergelijk het niet met een kind opvoeden, maar ik voel me toch even verantwoordelijk om dit huis te redden’, zegt ze. Dat het interieur glasramen heeft met prominente christelijke symboliek, stoorde de kunstenares duidelijk ook niet. ‘Ik ben niet katholiek opgevoed. Dus die heiligen zijn voor mij gewoon figuren in mooie kleren en kleuren. Mijn Belgische vrienden vinden dat raar, maar ik heb er geen probleem mee om onder zo’n glasraam met Jezus en Maria te slapen.’
Art deco meets Memphis
In diezelfde slaapkamer staan nog de bijzondere meubelen die De Bruycker op maat ontwierp voor de villa. ‘Met hun flashy kleuren en De Stijl-invloeden doen ze bijna denken aan jarentachtigmeubilair van Memphis’, zegt McKenzie.
Architect-meubelontwerper De Bruycker heeft vooral in Roeselare, zijn bakermat, zijn belangrijkste realisaties gedaan. Een van zijn privéprojecten, de woning De Buscher-Declercq, won in 2021 trouwens de Onroerenderfgoedprijs voor de markante restauratie, die maar liefst twintig jaar duurde. McKenzie bezocht die woning, dus ze weet waar ze aan begint.
Nogal wat origineel maatmeubilair is met de jaren verdwenen uit Villa Ooievaar. Als er een stuk opduikt bij een handelaar of veilinghuis, probeert ze dat stelselmatig te kopen. Met als einddoel: de woning zoveel mogelijk in haar originele staat herstellen. Inclusief de opvallende verfkleuren, de verschillende soorten natuursteen en de details in exclusieve houtsoorten.
Dat McKenzie tien jaar moest wachten om met de restauratie te beginnen komt omdat het erfgoeddossier van Villa Ooievaar bijzonder complex was: het vooronderzoek duurde lang, omdat De Bruyckers archieven verloren gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Omdat McKenzie er ook niet woont, kreeg haar dossier geen voorrang. ‘Intussen ging het huis natuurlijk fel achteruit. Er zijn ramen kapotgegaan en krakers hebben al vier keer ingebroken. Gelukkig zonder al te grote schade.’
Ze vat de renovatie aan met twee architecten: Ann Gilson en Hubert Debiesme, die ook haar studio in Brussel verbouwde. ‘Het enige waar we nu nog op wachten, zijn de bakstenen om de façade te herbouwen. We lieten die typische gele gevelstenen namaken in de fabriek waar ze ook de replica’s produceerden voor Villa Cavrois, het meesterwerk van Robert Mallet-Stevens in Noord-Frankrijk. Als die stenen geleverd worden, is dat het startschot van de restauratie. Ik ben er al tien jaar voor aan het sparen, het geld staat klaar bij de bank.’
Summer school
Wie hoopt dat Villa Ooievaar een soort ‘Oostendse Villa Cavrois’ zal worden, moeten we meteen teleurstellen: je zult het huis niet zomaar kunnen bezoeken als monument. Maar een privévakantiehuis aan zee wordt het ook niet. ‘Waarom zou je zo’n meesterwerk verpesten door er alleen maar in te komen wonen? Ik wil er een open plek van maken, een projectruimte voor kunstenaars, studenten en denkers’, zegt McKenzie. ‘Mijn plan is om hier artiestenresidenties te houden en een summer school te organiseren voor invités, die hier komen werken en studeren. Het huis moet een open werkplek worden, die ik kan delen met velen. Het voordeel is: de bovenverdieping is niet beschermd. Daar kan ik een appartement maken met hedendaags comfort.’
In Brussel kocht McKenzie onlangs het appartement naast haar atelierwoning, om er ook een project space van te maken. Maar in Oostende is ze dat niet van plan, ook al is Villa Ooievaar niet langer compleet. ‘Eén deel van de woning, het voormalige dokterskabinet, werd apart verkocht. Het huis en zijn geschiedenis zijn geamputeerd. Maar dat maakt het extra interessant. Het creëert een opening voor nieuwe invullingen.’
| Website | lucymckenzie.com