Waarin woont de man die het nieuwe hoofdkwartier van Google bouwt en werkt aan een stad op de planeet Mars? De Deense toparchitect Bjarke Ingels viel in de haven van Kopenhagen als een blok voor een afgedankte ferry, die hij volledig naar zijn hand zette.
Eerder dit jaar sprak Darwin zijn eerste woordje. ‘Agua’, zei het zoontje van Bjarke Ingels en Rut Otero. ‘Water’ in het Spaans, de taal van mama. Normaal dat het kind aan water dacht. Zijn hele leven al ligt de nu bijna tweejarige peuter voor anker in de haven van Kopenhagen, samen met zijn ouders, allebei architect, op een tot woonboot omgebouwde ferry.
Stel het je voor, een van je eerste visuele prikkels, doorheen een patrijspoort: die van voorbij peddelende eenden. Als vriendjes komen spelen, komen ze aanvaren in een klein bootje. En iedere dag laat zijn ritme bepalen door de getijden. Het is de wereld waarin de kleine Darwin opgroeit.
De dingen die je geweldig vindt op zo’n boot zijn echt magisch. Maar alles wat klote is, is écht klote.Bjarke Ingels
Omgebouwde woonboot
Maar het leven aan boord van de SS Ingels was niet altijd zo idyllisch. Toen de Deense architect eind 2016 het vaartuig kocht, was het niet meer dan een haveloze, metalen koker van 38,5 meter lang: een uit de vaart genomen veerboot die al gedeeltelijk was omgebouwd tot woonruimte.
Lees: met een container die op het dek was geplaatst om er te fungeren als slaapruimte. De boot lag toen, overigens net als nu, in de buurt van een voormalig industrieterrein dat de voorbije jaren is omgebogen in een bruisend centrum van creativiteit.
De BIG-Bjarke Ingels Group, het bedrijf van de architect, droeg trouwens een serieuze steen bij met een aantal projecten, zoals een op het water drijvend studentenhuis, de Urban Rigger, gebouwd in 2016. Het wereldbekende restaurant Noma is er nu ook gevestigd. Net zoals Copenhill, een fabriek die op zeer innoverende wijze afval recycleert tot energie, waarop ook nog eens een skipiste is aangelegd door, jawel, BIG.
De woonboot van Ingels was uiteraard nauwelijks geïsoleerd, maar dat was voor hem geen punt. ‘Die boot belichaamde het verleden, maar ook het heden en de toekomst van Kopenhagen’, zegt hij. ‘Hier zie je het allemaal in één oogopslag. Kijk naar het oosten en je ziet de zon opkomen. Kijk naar het westen en je ziet de zon ondergaan, daar boven het paleis van de koningin.’
Moeilijke renovatie
Die bedwelmende vergezichten deden hem wel een beetje de enorme omvang van het project vergeten. ‘Sommigen hadden me gewaarschuwd dat wonen op een woonboot tegelijk hemel en hel is’, herinnert Ingels zich. ‘De dingen die je geweldig vindt, zijn echt magisch. Maar alles wat klote is, is écht klote.’
Dat ontdekten Ingels en Otero tijdens hun eerste winter, toen ze het soms zonder verwarming en stromend water moesten doen. Ze werden wakker in de ijzige kou en moesten zelfs douchen met flessen San Pellegrino, net toen er een belangrijke meeting met een klant in de agenda stond. Noem het een noodzakelijke ontgroening voor het koppel.
‘Je moet immers eerst begrijpen wat zo’n boot inhoudt’, legt Ingels uit en zegt dat niet alleen hun capaciteit om te overleven maar ook de verbouwingsplannen in de hoogste versnelling werden geschakeld toen bleek dat de kleine Darwin op komst was. Zoals Otero het zegt: ‘Leven op een boot is een leerproces. Na verloop van tijd wordt duidelijk wat iedere ruimte van het schip wil worden.’
Futuristische ferry
Het werk van Ingels, dat soms moeilijk in stijl te typeren valt, wordt al lang gestuurd door de beperkingen waarmee hij geconfronteerd wordt. Die leiden ertoe dat hij dan voor zeer in-situgedreven oplossingen gaat. ‘Dit is een boot. Die wil dus symmetrisch zijn’, vertelt hij zeer zakelijk – de architect die spreekt. ‘Een belangrijk deel van het project bestond er dan ook in om die symmetrie aan beide assen van de boot te herstellen.’
Aan elk uiteinde van het hoofddek, dat vroeger een open oprit voor auto’s was, kwamen reusachtige schuiframen. Zo ontstond een loftachtige leefruimte met terrassen die in de kleur van het water werden geschilderd.
Voor de bovenverdieping liet hij zich inspireren door de twee grote schoorstenen en navigatiebruggen. Tussen de oorspronkelijke structuren kwam dus een paviljoen met glazen overkapping, die nu fungeert als slaapkamer. Daarboven is er een dakterras met uitzicht, helemaal rondom, in 360 graden.
Benedendeks is de romp omgebouwd tot een futuristische speelruimte voor alle leeftijden. De ruimte beklemtoont de gestroomlijnde rondingen van de boot, en Ingels voegde er patrijspoorten aan toe, maar ook een groot, rond dakraam. Muren, vloeren en plafond behandelde hij op die manier als een soort doorlopend wit oppervlak.
Kosmopolitisch design
‘De vormen waren een geschenk voor ons’, zegt Ingels en legt uit dat hij zonder die vormen zelf wellicht nooit dat ontwerp had kunnen verzinnen. ‘Dit is een voorbeeld van creativiteit die je op een andere manier gaat gebruiken, omdat dit door verschillende krachten wordt gestuurd.’
En hoewel hij specifieke elementen van de boot behield, zoals de stuurhut met haar grote stuurwiel – Darwin vindt dat geweldig – verwerkte hij ook heel wat souvenirs van hun vele reizen in het interieur. Reizen is immers een belangrijke bron van inspiratie voor zowel Bjarke Ingels als Rut Otero, die ook heel wat culturele referenties in haar gelijknamige modelijn stopt.
De badkamer van het echtpaar heeft bijvoorbeeld een badkuip van hinokicipres, of een wastafel en douche waarvoor ze het idee vonden tijdens een reis naar de traditionele ryokans in Japan.
De technicolor-zitzakken en -kussens in de speelkamer, handgeweven door Zuid-Afrikaanse ambachtslieden met restjes T-shirtstof, vonden ze toen ze in 2017 in Kaapstad waren voor de opening van het door Thomas Heatherwick ontworpen Zeitz MOCAA. Het zijn allemaal accenten die zich harmonieus laten combineren met eigen ontwerpen van Ingels, zoals de KiBiSi-banken in de woonkamer of de Artemide-lampen.
Klimaatverandering
Ingels wilde eigenlijk altijd al drijvend wonen, maar de woonboot was voor hem vooral een kans om in de praktijk te brengen wat hij predikt. ‘Dit is de meest veerkrachtige vorm van architectuur’, mijmert hij. ‘Als de zeespiegel stijgt, dan doen woonboten dat ook.’
'Architectuur is van oudsher zeer statisch. Drijvende constructies zijn dynamisch en mobiel.'Bjarke Ingels
Behalve Urban Rigger, een systeem van gestandaardiseerde containers waarmee Kopenhagen het tekort aan huisvesting voor studenten kon aanpakken, denkt Ingels nu dus ook aan volledige gemeenschappen op zee. Zoals zijn concept Oceanix City: duurzame, modulaire structuren met plaats voor... tienduizend mensen.
Op het land is hij dan weer bezig met projecten als The Big U, een systeem dat gebouwen op de oever beschermt tegen het stijgende waterpeil, bestemd voor Lower Manhattan. Of The Islais Hyper-Creek, een masterplan voor de zuidoostelijke kustlijn van San Francisco. Zijn manier om de realiteit van het veranderende klimaat aan te pakken.
‘Architectuur is van oudsher zeer statisch en permanent’, zegt Ingels over zijn interesse voor de waterkant. ‘Drijvende constructies, daarentegen, zijn dynamisch en mobiel.’
Al een jaar lang – corona, weet u wel – is de woonboot ook het kantoor voor de virtuele vergaderingen. Ingels lacht fijntjes als hij terugdenkt aan een recente videocall, daar benedendeks. ‘Ze vroegen me of ik misschien vanuit een ruimteschip vergaderde.’ Hij kon ze tenminste toch vertellen dat hij zich in een schip bevond.