De bouwheer had een strakke crepidoos in zijn hoofd. Maar Graux & Baeyens Architecten verraste met een betonnen meesterwerk dat de bek openspert naar het landschap.
De vele wandelaars en wielertoeristen zagen de voorbije jaren langs de Leuvense Vaart in Mechelen beetje bij beetje een bijzonder bouwwerk opdoemen. De ruwbouw zonder ramen leek wel een landartkunstwerk in beton.
Zodra het bewoond en ingericht was, kreeg de sculptuur een menselijke schaal. De bewoner is een digitaal ondernemer die liever anoniem blijft. Hij kocht de grond al tien jaar geleden. ‘Dat het bouwproces zo lang duurde, zie ik nu als een voordeel: we beslisten niets overhaast. Waren we ongeduldig geweest, dan zou ons huis er helemaal anders uitgezien hebben.’
De bouwheer consulteerde een tiental bureaus en koos in 2013 uiteindelijk voor het Gentse Graux & Baeyens Architecten (GBA). ‘We stapten naar de architecten toe met een knipselmap vol architectuur die we mooi vonden. Als je daar de grootste gemene deler van nam, kwam je uit bij een strakke, rechte doos in witte crepi.’
Wacht, waarom is het huis dan geen crepiblok geworden en wel een asymmetrische betonnen monoliet met uitgespaarde spieën? ‘We luisteren altijd heel goed naar de wensen van de klant, maar we ontwerpen niet zomaar klakkeloos wat die ons voorlegt’, zegt architect Koen Baeyens.
Onze esthetiek is geen formule. Natuurlijk is dit huis sculpturaal, maar elke vorm heeft een reden.Basile Graux
'We condenseren hun eisen in één weloverwogen ontwerp, waaraan we wekenlang schaven. Intern zijn er zeker 30 voorontwerpen gepasseerd. Die tonen we nooit aan de klant. Pas als we één kernidee, één verhaal, één coherente vormentaal hebben gevonden waarin alles past, leggen we dat voor.'
'Het was geen witte crepidoos, maar toch ging de bouwheer meteen akkoord met ons ontwerp. Er is maar één aanpassing gebeurd: de hellende luifels zijn gespiegeld, omdat ze vooral de ochtend- en avondzon binnen wilden.’
Geometrisch experiment
In de knipselmap zat ook een oudere realisatie van Graux & Baeyens. Ook daar lijkt dit huis totaal niet op. ‘Wat de bouwheer ook vraagt, we tekenen nooit iets wat we al eens ontworpen hebben. De klant krijgt altijd een one-off, want elk eisenpakket, elk perceel, elke oriëntatie is anders’, zegt Basile Graux.
‘Sommige mensen zeggen dat het jammer is dat het huis niet wat meer vrijstaand is. Maar het punt is: als dit huis op een immens perceel in een parktuin gestaan had, zonder inkijk of dichte buren, had het er nooit zo uitgezien.’
Op het eerste gezicht lijkt de woning vooral een geometrisch experiment. De architecten noemen het liever ‘esthetische noodzakelijkheid’. ‘Onze esthetiek is geen formule. Natuurlijk is dit huis sculpturaal, maar elke vorm heeft een reden. Basile en ik blijven schetsen totdat we de ideale vorm vinden, die we consequent kunnen toepassen en die ook functioneel klopt.’
Logisch dus dat de leefruimte op de eerste verdieping zit: van daaruit kijk je over de dijk heen naar de Leuvense Vaart. Logisch dat de betonnen luifels zo schuin aflopen, ze creëren spannende zichten van binnen naar buiten en garanderen de nodige privacy in de keuken en de leefruimte.'
Logisch ook dat de drie bouwlagen wat verspringen: het gebouw oogt dan minder imposant en het zet de buren niet compleet in de schaduw. En logisch dat de oriëntatie diagonaal is, zo valt de zon op het gewenste moment van de dag binnen. ‘We tekenden geen huis met oogkleppen dat zich asociaal afschermt van de straat of van de buren. Waar je privacy nodig hebt, blijft de betongevel dicht. Waar licht moet binnenvallen, zijn de hoeken opgetrokken. Vandaar die dynamische gevel.’
Handgemaakt beton
Graux en Baeyens onderzochten staalskeletbouw, maar kwamen snel uit bij een constructie in beton. ‘Ik weet nog goed hoe onze maquette klaar was op een warme zomerdag. Toen de ventilator ze met een zuchtje wind al deed wiebelen, beseften we allebei: we hebben een goeie ingenieur nodig.’ Dat werd Mouton uit Gent.
Prefabbeton lag op tafel, maar dat vonden de architecten dan weer geen optie. Ze verkozen het beton volledig ter plaatse te storten. ‘Dat proces is gewoon eerlijker’, vindt Baeyens. ‘De bouwheer wou absoluut geen kil huis, dus werkten we met ruwe plankenbekisting. Die geeft de architectuur een imperfect, handgemaakt karakter.’
Beton, staal, notelaar en leempleister: het valt op dat het palet ook binnen heel beperkt is gehouden. ‘Onze architectuur staat of valt niet met dure marmersoorten of tadelakt’, zegt Graux.
‘We beschouwen een huis ook niet als een fotogeniek object. Wel als een roman, waarin zich verschillende scènes kunnen afspelen. Waar zit je een magazine te lezen? Waar doe je je vuile schoenen uit? Wat is je uitzicht als je staat te koken? Hoe breed moet de gang zijn, zodat hij ook een speelruimte kan worden? De luxe zit bij ons niet in de grote oppervlaktes, wel in de vrijheid om sommige ruimtes te kunnen invullen zoals je wil.’
‘De troef van dit huis is natuurlijk het uitzicht op het water’, aldus Baeyens. ‘Maar dat panorama tonen we – heel bewust – niet overal. We proberen het landschap op verschillende manieren te framen, zodat het spannend blijft.’
Vormelijk statement
De woning is een mijlpaal in het oeuvre van Graux & Baeyens, omdat het vormelijk zo’n consequent statement is. En omdat de bouwheer zo ver is meegegaan in hun radicale ontwerp: zelfs het budget dat voor een zwembad met poolhouse was voorzien, is in het huis geïnvesteerd.
‘De reacties zijn zeer uiteenlopend. Deze woning polariseert en dat is interessant’, zegt Graux. ‘Ook mensen die hier op de dijk passeren, hoor je soms luidop commentaar geven’, zegt de bouwheer. ‘Ofwel vinden ze het prachtig, ofwel lelijk. Maar daar hebben we geen probleem mee.’