Julien De Smedt werkte al samen met Rem Koolhaas en Bjarke Inghels, en ontwierp de bekende Holmenkollen-skischans in Oslo. Met het 'S-House' werkte hij mee aan een huis dat als een slang de helling afkronkelt, in perfecte symbiose met het landschap.
‘De briefing was: teken ons een huis waar geen rechte hoek in voorkomt’, zegt architect Julien De Smedt (44), die voor zijn bureau JDS Architects al twintig jaar pendelt tussen Brussel en Kopenhagen.
‘De opdrachtgevers wilden absoluut geen blokkendoos, en dat is een bijzonder uitgangspunt. Het gebeurt maar zelden dat een bouwheer zijn terrein zelf zo goed begrijpt: die kronkelende vorm is sowieso het meest logische antwoord op dit perceel. De natuur dicteert die oplossing. Het huis volgt gewoon de natuurlijke topografie. En ik ben de slaaf van het reliëf geworden.’
Lina Bo Bardi
Julien De Smedt bedacht het concept voor het huis en ontwierp het ook. Maar het bureau TWYCE van architect Michel Toussaint nam uiteindelijk de uitvoering en technische aspecten van het project over.
Het S House in de Brusselse Rand is compleet vergroeid met het landschap. Zoals water vanzelf naar beneden meandert, zo vindt het huis zijn weg op het aflopende terrein. Als een slang kronkelt het de helling af. ‘Binnen en buiten zijn volledig in elkaar verweven’, aldus De Smedt. ‘Architectuur en landschap worden één.’ Dat idee heeft hij van Lina Bo Bardi (1914-1992).
‘Architectuur moet de sleutel tot het landschap zijn, moet blenden met het landschap en uiteindelijk het landschap zelf worden’, zei de Italiaans-Braziliaanse architecte. Hoewel dit S House vormelijk eigenlijk meer lijkt op het organische Casa Das Canoas van haar landgenoot Oscar Niemeyer, voelt De Smedt meer voor Bo Bardi’s ideeëngoed.
‘Eerlijk? Ik heb nooit aan Niemeyer gedacht toen ik deze woning ontwierp. De organische vorm lijkt er misschien op, maar de context is compleet anders. Behalve in mijn beginjaren heb ik me nooit op specifieke iconische architectuur geïnspireerd. Ik kan het gewoon niet: elke opdracht is zo specifiek en vraagt om een uniek antwoord. Wat ik wél gemeen heb met Bo Bardi is mijn filosofie: ik voel me als architect ondergeschikt aan het landschap. Het S House hebben we teruggegeven aan de natuur.’
Energiezuinig beton
Om de impact op de omgeving te beperken, ontwierp De Smedt een betonnen woning die deels in de helling is ingegraven. Ze richt zich niet op de straat, wel op het zuidgerichte landschap in een canyon van beton. Door het in te graven was het gemakkelijker om er een energiezuinig huis van te maken. Logisch: onder de grond heb je een constante temperatuur. ‘s Zomers krijg je minder snel oververhitting en ’s winters koelt het minder snel af.
‘Een passiefhuis zou ik dit niet noemen, want daarvoor vind ik de regeltjes wat te dogmatisch. Ze beperken mijn creativiteit te veel. Met dit huis wou ik gewoon bewijzen dat je met kwaliteitsvolle architectuur ook de energetische standaarden kan halen. Wat me interesseert, zijn niet de platgetreden architectuurpaden of de doorsnee oplossingen. Ik wil innoveren, ontdekken en onderzoeken.’
Hoewel het toen nog een ruwbouw was, koos De Smedt S House in 2017 als cover van zijn monografie ‘Built Unbuilt’. Dus niet zijn veel bekendere Holmenkollen-skischans in Oslo, zijn Kalvebod-kaaien in Kopenhagen of zijn Iceberg-wooncomplex in Aarhus.
'Het was dan ook een sleutelproject’, zegt De Smedt. ‘Als architect heb ik niet de gewoonte om privéhuizen te ontwerpen. Bij een gebouw in een stedelijke context is de impact zo groot dat je finale klant de samenleving is. Dus een slecht gebouw verpest niet alleen de publieke ruimte, maar ook de maatschappij. Als je een privéwoning ontwerpt, is de relatie met de opdrachtgever veel persoonlijker. Toch is de connectie met de omgeving - hier een stukje natuur - even belangrijk. Dat was een leerschool voor mij: de link tussen het landschap en een gebouw is zelfs het hoofdthema van mijn werk geworden. Goeie architectuur alleen volstaat niet.’
Landschapsarchitect
Net als zijn stagemeester Rem Koolhaas (De Smedt werkte op zijn 22ste bij OMA en leerde daar onder meer de Deense toparchitect Bjarke Ingels kennen, met wie hij vijf jaar zou samenwerken) heeft de Belg niet veel privéwoningen gerealiseerd. Twee stuks om precies te zijn. Opvallend: zowel die in de Franse Jura als die in Brussel is organisch in een heuvel ingebed.
‘Omdat het huis, de tuin en het landschap hier helemaal versmelten, moesten ze perfect zijn afgestemd op elkaar’, zegt hij. ‘Ik wou geen gestructureerde ‘tuinierstuin’ met allerlei aangelegde perkjes. De tuin moest een brutalistisch landschap zijn, met natuurlijke planten, kruiden en grassen, die zowel op het gebouw als in de natuur groeien.’
De Smedt werkte daarvoor samen met het Brusselse bureau Landinzicht Landschapsarchitecten. Lees: hij bepaalde de grote lijnen voor het brutale landschap, samen met hen. ‘In de meeste projecten die we nu doen, ontwerpen we meteen ook het landschap rondom. We schakelen daarvoor botanici in, die de concrete vegetale invulling doen. Architectuur kan je niet los zien van zijn omgeving. Of dat nu een stedelijke context of een stukje natuur is: een gebouw gaat altijd een relatie aan met het landschap. Logisch dat ik dat dus ook mee wil ontwerpen.'
'Als architect ben je ook altijd een stuk urbanist en landschapsarchitect. Nee, dat is geen kritiek op mijn collega-tuinarchitecten. Ik denigreer hun werk niet. Ik wil gewoon niet dat de context van een project overgeleverd wordt aan iemand die niet van in het begin bij het ontwerpproces is betrokken. Vaak komen tuinarchitecten in beeld nadat de architectuur al helemaal is uitgezet. Ze worden gedwongen om daar een antwoord op te formuleren. Maar ik vind dat te laat. Het landschap en de architectuur moeten in symbiose zijn. De kwaliteit van een project hangt meer af van de interactie van het gebouw met zijn omgeving dan van het gebouw zelf. Ik wil de barrière breken tussen binnen en buiten.’
Zelfvoorzienend wonen
En dat is exact wat hij ook van plan is voor zijn volgende ambitieuze project: zijn eigen woning, een experiment rond zelfvoorzienend wonen in de natuur. ‘We zijn op dit ogenblik nog een terrein aan het zoeken. Mijn vrouw is een Zweedse, dus we zoeken een perceel in het zuiden van Zweden, vlak bij Kopenhagen waar we nu wonen’, zegt De Smedt. ‘Ons huis is een kans om al mijn ideeën rond architectuur, landschap en duurzaamheid tot in het extreme door te duwen.’
Of hij ook in het S House zou kunnen leven? ‘Oh, yes please’, zegt hij. ‘Dat is een belangrijk criterium voor mij: alle gebouwen die ik teken, moet ik ook zelf willen bewonen. Anders is het geen goed ontwerp.’