Momenteel gaat er in Oostende een architecturaal icoon tegen de grond: het stedelijk zwembad van Paul Felix. Zijn zoon en kleinzoon dompelen ons onder in zijn oeuvre.
‘Voor mij is het pijnlijk om hier elke dag te moeten passeren.’ Architect Marc Felix voelt frustratie over de sloop van zijn vaders zwembad. Jarenlang ijverde hij voor een herbestemming. ‘Mijn idee: sloop de bijgebouwen en de rotte zwemkuip. Maar behoud de steunkolommen en de betonnen dakstructuur, zodat er een polyvalente stadshal ontstaat die zich opent naar de stad én naar de kust. Daaromheen kun je een park aanleggen.’ Terwijl hij dat zegt, kijken we naar twee kranen die brokken beton happen uit het voormalige zwembad. De stad Oostende keurde vorig jaar de sloop definitief goed om er een park aan te leggen. ‘Een gemiste kans. Het Magdalena-zwembad in Kortrijk bewijst dat het anders kan. Mijn vader bouwde dat in 1960 en het wordt nu herbestemd tot een ontmoetingsplek voor hogeschoolstudenten.’
Hoe jammer ook, de sloop van het zwembad is een goede aanleiding om in te zoomen op het werk van Paul Felix (1913-1981). Misschien wel de productiefste Oostendse architect ooit. Alleen al in de kuststad bouwde hij kantoren, villa’s, scholen en nog veel meer. Aan de rand van Oostende tekende hij bijvoorbeeld mee aan twee sociale woonwijken: onder meer in het Westerkwartier en de Vogelwijk. De woningen in die laatste wijk worden straks vervangen door nieuwbouw, omdat renoveren te duur is.
De workaholic was ook architectuurprof aan de KU Leuven. ‘Zijn ontwerpen maakte hij op de trein. Twee dagen per week spoorde hij van Oostende naar Leuven, goed voor acht ongestoorde uren. In zijn archief vond ik veel schetsen achter op studentenopdrachten’, vertelt zijn zoon Marc Felix (76), die ons chaperonneert. Hij is een wandelende encyclopedie van zijn vaders oeuvre. Vijfendertig jaar lang zette hij het architectenbureau voort en sinds vijf jaar doorploegt hij zijn vaders immense archief voor een monografie.
Ook kleinzoon Stijn Felix (49) wandelt mee. Terwijl Marc uitvoerig tekst en uitleg geeft, haalt Stijn als illustrator zijn schetsboek boven om zijn opa’s gebouwen vast te leggen. ‘Van kleins af hield ik van tekenen. De architectenstiel vond ik te technisch, dus werd ik illustrator.’ Behalve illustraties in Humo en Knack bedenkt hij ook platenhoezen, boekcovers en affiches. Hij werkte ook mee aan de animatiefilm ‘Where is Anne Frank’ uit 2021.
Voor Sabato maakte hij de illustraties bij onze wandeling, waarbij we inzoomen op de vijf belangrijkste gebouwen van Felix in Oostende. We beginnen bij het internationaal bewierookte clarissenklooster Zonnelied, wandelen door naar Paul Felix’ eigen appartement en vervolgens naar het Administratief Centrum: een groot kantoorgebouw dat vandaag in de steigers staat voor een renovatie. ‘Elk gebouw komt op een bepaald moment op een punt waar je moet kiezen tussen behoud en renovatie of sloop. Het doet me plezier dat men soms ook de eerste optie kiest’, zegt Marc Felix. Al dreigt soms onverbiddelijk de sloophamer, zoals blijkt uit Felix’ half afgebroken stedelijk zwembad. De wandeling eindigt bij zijn lagere school in de Lijsterbeslaan.
1 | Klooster Zonnelied | 1957
‘Dit klooster overtuigde mij om architect te worden. Als jongetje van tien zag ik het bouwwerk ‘geboren’ worden. Dat vond ik zo fantastisch dat architect worden sindsdien een evidentie was.’ Marcs ogen twinkelen als hij het vertelt. Hij kent het klooster als zijn broekzak, want hij leidde de recente restauratie.
‘Bij de oplevering in 1959 veroorzaakten het klooster en de kapel een schokgolf. Het brute zichtbeton en de blote bakstenen leken in niks op de neogotische kerkarchitectuur die toen gangbaar was. Ook de glasramen van Michel Martens en de sculpturen van Roger Bonduel braken met de tradities.’
Wat opvalt, is het vele groen van de negen patio’s, doorsneden door glazen wandelgangen. Naast de piepkleine kloostercellen zijn er grote collectieve ruimtes. ‘Voor de vormgeving inspireerde mijn vader zich op de twaalfde-eeuwse cisterciënzerabdij Le Thoronet in de Provence’, zegt Marc. ‘Hij tekende ook de meubels. Maar de harde houten kubussen waren later zelfs voor de zusters te ascetisch. Tien jaar geleden verhuisden ze naar het Museum Dhondt-Dhaenens in Sint-Martens-Latem, als zaalbankjes.’
Vandaag wonen er nog vijftien zusters, weliswaar niet langer afgesloten van de wereld. Wie de kapel wil bezoeken, kan een dienst meevolgen of aanbellen. Je kunt ook als gast verblijven in een van de kloostercellen.
| Adres | Mariakerkelaan 224, 8400 Oostende
2 | Appartementsgebouw | 1954
Terwijl Paul Felix modernistische gebouwen tekende, woonde hij zelf in een typische belle-époquewoning in de Koningsstraat. Dat veranderde in 1957. Toen verhuisde hij naar zijn zelfontworpen appartementsgebouw aan de overkant van de straat. Het penthouse reserveerde hij voor zichzelf en zijn gezin. De verdieping eronder was het bureau. Marc: ‘Mijn vader tekende het gebouw al in 1954, maar de bouwvergunning sleepte jaren aan. Dit was toen het eerste appartementsgebouw in de straat en het stadsbestuur vond zijn corbusiaanse ontwerp te radicaal. Mijn vader paste ‘les cinq points’ van Le Corbusier toe, met onder meer de brede horizontale ramen en een open plan zonder dragende muren. Eigenlijk was ons penthouse een villa op de vijfde etage, met grote raampartijen die uitkeken op de daktuin. De originele inrichting uit 1957 vol modernistische meubels van Knoll en consorten veranderde nooit, tot mijn moeder overleed in 2013. Toen is het appartement verkocht en is het architectenbureau verhuisd.’
Vandaag is het een beschermd monument. De gevel met de alternerende inpandige balkons is nog intact. Alleen de gelijkvloerse verdieping – oorspronkelijk een duplexruimte met een drukkerij en dubbelhoge vensters – is aangepast. In het gebouw woont onder meer VRT-journalist Xavier Taveirne, die Paul Felix ooit de opmerkelijkste Oostendenaar noemde.
‘Voor mij kleven er veel herinneringen aan dit appartement’, zegt Stijn. ‘Mijn opa stierf toen ik nog jong was, maar ik kwam hier vaak op bezoek bij mijn oma.’
| Adres | Koningsstraat 43a, 8400 Oostende
3 | Administratief Centrum | 1974
Van de Koningsstraat trekken we naar een kantoorgebouw van Felix niet ver van het station. ‘Hierin zou onder meer het ministerie van Financiën huizen. Al te vaak zijn zulke kantoren anonieme torens vol eindeloze gangen. Dat wilde mijn vader niet. Samen met hem ontwierp ik een menselijker werkomgeving door het principe van molenwieken toe te passen rond een centrale binnenplaats met verschillende entrees. Het idee van kleinschaligheid komt ook terug in de gevel, die opgedeeld is in traveeën, zodat het geheel minder massief oogt’, vertelt Marc, zichtbaar tevreden dat die façade momenteel wordt opgeknapt.
| Adres | Vrijhavenstraat 1, 8400 Oostende
4 | Stedelijk zwembad | 1970-1976
In 1971 verrees tussen de Koninklijke Villa en Thermae Palace het nieuwe stedelijk zwembad. Paul Felix ontwierp het samen met Jan Tanghe. Het is een complex geheel met verschillende bijgebouwen en terrassen rondom een olympisch bad met gefilterd zeewater. ‘Het monumentale dak werd gedragen door acht betonnen pijlers en gaf een zachte lichtinval door de vele kegelvormige dakkoepels.’ Het radicale zichtbeton en de brute volumes hadden evenveel liefhebbers als haters. Maar het was uiteindelijk de prijzige renovatie die de stad Oostende deed beslissen om een nieuw zwembad te bouwen. In augustus 2020 werden hier de laatste baantjes getrokken.
| Adres | Koningin Astridlaan 1, 8400 Oostende
5 | Onze-Lieve-Vrouwecollege | 1965
‘Als kind volgden mijn broer en ik hier lager onderwijs’, lacht Stijn Felix als we voor het schoolhek staan op de hoek van de drukke steenweg. Marc: ‘Dit ontwerp is bijzonder, omdat het vertrok vanuit pedagogische principes, en niet vanuit het prestige van de school, zoals vroeger de gewoonte was. Met andere woorden: dit is tot op heden een school voor de kinderen, niet voor de directie. In mijn vaders archieven vond ik verschillende brieven uit Engeland met pedagogische inzichten waarop hij zich baseerde.’
Dankzij grote, lage vensters konden de kinderen naar buiten kijken. Voor een kleinschaliger gevoel zijn de klassen per vier gegroepeerd in aparte blokken. Qua vormgeving en materiaal – sobere volumes in zichtbeton en baksteen – blijft Felix dicht bij zijn eerlijkheidsprincipe.
‘Mijn vader was tegen de term brutalisme. Dat deed hem te veel denken aan brutaliteit. Terwijl het voor hem draaide om het niet-opsmukken. De bakstenen en het beton tonen zoals ze zijn, in plaats van ze te verstoppen achter pleisterwerk of marmer.’
| Adres | Lijsterbeslaan 5, 8400 Oostende