Sabato liep drie dagen mee met de herders tijdens de iconische ‘transumanza’ in de Italiaanse Abruzzen. Een tocht door rotsachtige landschappen en middeleeuwse dorpen waar de kudde het tempo bepaalt.
In Anversa degli Abruzzi leven de vierhonderd dorpelingen bevroren in de tijd. Hier, in de Gole del Sagittario, een prachtig en beschermd natuurgebied, gelden nog de oude, trage gebruiken uit een vergeten, rurale wereld. Vanuit het appartement van herder Nunzio Marcelli, waar we de nacht voor ons vertrek doorbrengen, kijken we uit op het kleine, maar levendige dorpsplein. Een archetypische plek uit de Abruzzen, met middeleeuwse huizen, omringd door een prachtig berglandschap. De locals ontmoeten elkaar bij een koffie of aperitivo, de vrouwen praten luid, de kinderen spelen op het plein en iedereen kent iedereen. Enkele inwoners halen hun gitaren tevoorschijn en beginnen te spelen. Marcelli en enkele anderen springen op en beginnen te dansen. De rode, lokale wijn vloeit rijkelijk, de pasta is perfect al dente, de nacht is warm en lang.
Als we de volgende ochtend wakker worden, zien we uit ons raam de eindeloze weilanden en de besneeuwde toppen van de Apennijnen. Dat is het decor van de ‘transumanza’, de halfjaarlijkse tocht die de schapen- en geitenherders uit de regio L’Aquila al meer dan duizend jaar maken.
Eind juni trekken ze met hun gigantische kuddes naar de zomerweides, waar het vetste groen te vinden is; begin oktober keren ze terug naar de lager gelegen vlaktes.
Rond 7 uur openen de herders de poorten van de boerderijen en laten golven, om niet te zeggen zeeën van schapen en geiten los. Marcelli alleen al heeft zo’n duizend dieren, die hij de volgende dagen in goede banen zal leiden met zijn collega-herders en hun maremmano-herdershonden. Die weten precies hoe ze de kuddes moeten beschermen – ook wolven en beren huizen in de Abruzzen. Paarden en ezels gaan mee als lastdieren. We zijn lang niet de enige buitenstaanders die de volgende dagen de transumanza zullen meewandelen. In totaal staan aan Marcelli’s agriturismo, La Porta dei Parchi, zo’n twintig medereizigers klaar. Onze groep bestaat uit verschillende nationaliteiten, leeftijden en achtergronden.
Italiaanse Don Quichotte
Nunzio Marcelli wordt hier gezien als een held. Hij studeerde economie aan de prestigieuze Sapienza Università di Roma en werd hoogleraar economie, maar toen hij genoeg had van de stad en de moderne wereld, keerde hij terug naar zijn roots en geboortedorp, waar hij sinds dertig jaar een kalm en simpel leven leidt, op het ritme van de seizoenen. Marcelli is tot ver buiten het dorp bekend voor zijn Don Quichot-achtige gevecht tegen de moderniteit die de eeuwenoude tradities en cultuur van de Abruzzen bedreigt. ‘De Abruzzen en de transumanza zijn synoniemen’, zegt hij. ‘Het is een way of life, een die nooit mag verdwijnen. Want deze trektocht is de ziel van deze rurale regio. Alles komt er samen: het levensritme, de traditionele gerechten, de wijn, het leven dat we leiden, de verbondenheid met het land, de landschappen en de dieren. De Abruzzen zijn een van de weinige regio’s in Europa waar er nog een duidelijke link is met dit eeuwenoude gebruik: het laten rondtrekken van dieren om voedsel te vinden. De schapen zijn in beweging om te eten. De inwoners eten en drinken en komen samen om hun land te vieren. Het is een cirkel die dier, landschap en mens eerbiedigt en verbindt.’
De geiten en schapen van de transumanza volgden ooit ‘tratturi’, oude wegen die deel uitmaakten van een immens netwerk van natuurlijke paden waarlangs kerken, tavernes en bruggen werden gebouwd. ‘Deze natuurlijke snelwegen waren soms meer dan honderd meter breed en tot 245 kilometer lang, maar vandaag zijn er nog maar een paar die de kuddes kunnen gebruiken’, zegt Marcelli. ‘Onderweg hielden we halt aan strategisch gekozen rustplaatsen, ‘riposi’ genaamd, die schaduw en water verschaften aan de herders en hun kuddes. Maar de meeste van deze tratturi en riposi zijn intussen opgeslokt door snelwegen, dorpen en privéterreinen. Ontzettend jammer’, zegt Marcelli.
In 2019 riep de Unesco de transumanza wel uit tot immaterieel, cultureel erfgoed. De aanvraag werd niet alleen ingediend door Italië, maar ook door Griekenland, waar op het vasteland en ook op eilanden zoals Kreta en Naxos de traditie nog standhoudt, en door Oostenrijk, waar in de Ötztaler Alpen tot op vandaag de transumanza plaatsvindt.
Afgelegen uitgestrektheid
Op onze eerste dag doorkruisen we het wilde natuurlandschap van de Gole del Sagittario, lyrisch beschreven door de Italiaanse schrijver Gabriele d’Annunzio (1863-1938) in de tragedie ‘La fiaccola sotto il moggio’. We wandelen door het dorpje Castrovalva. De Nederlandse schilder Maurits Cornelis Escher liet zich graag inspireren door de afgelegen uitgestrektheid van de Abruzzen. We steken bergen over, lopen achter of voor de schapen en komen aan in Frattura Vecchia, een oud herdersdorp dat vandaag bijna compleet uitgestorven is.
Na uren van stappen gooit iedereen zijn rugzak af om in de weide wat uit te rusten, te bekomen, contemplatief naar het landschap te staren, wat een standaardactiviteit is tijdens deze trip. De schapen staan een paar honderd meter verderop te grazen. Het is al snel duidelijk: zij rusten, wij rusten. Niet andersom. Het zijn de schapen en geiten op zoek naar groenere weiden die zich als één object verplaatsen. Zij bepalen het dagelijkse ritme, terwijl wij volgen. Het tempo van de schapen is spannend – lees: soms sneller, dan weer trager – en tegelijkertijd ontspannend. Het voelt bijzonder om je aan te sluiten bij een bijna uniforme, pluizige massa die beweegt als één enkel object, eentje dat oscilleert, maar nooit oplost. Alles voelt natuurlijk aan en wordt bepaald door het ritme van de dieren.
Enkele uren later komen we aan bij het hartvormige Lago di Scanno, dat tweeduizend jaar geleden werd gevormd door de ‘breuk’ van de berg erboven, waardoor een natuurlijke dam ontstond. We bezoeken het dorp, op 1.100 meter hoogte, ontstaan uit de traditionele herderseconomie en waar je ook nu nog de oude vrouwen kunt ontmoeten in hun typische, wollen, zware klederdracht. Het is een matriarchaal dorp: de mannen waren vele maanden per jaar weg met de schapen, de vrouwen zorgden voor de rest.
Adopteer een schaap
De avond valt. We trekken naar een eenvoudige, afgelegen berghut. De herders die Marcelli helpen, zijn leden van een Roemeense familie die op zijn boerderij wonen en werken. De vader is een meesterkaasmaker, wiens ricotta, pecorino, scamorza en caciottine vanavond op het menu staan, vergezeld van lekkere wijnen uit de Abruzzen en live gitaarmuziek en volksliederen. We voelen ons mijlenver weg van de jachtige wereld.
Tijdens het eten vertelt Marcelli hoe hij niet alleen strijdt voor het voortbestaan van de transumanza, maar ook voor de job van schaapherder tout court. Een beroep dat bijna uitgestorven is en dat niemand nog wil doen wegens het harde werk en het povere loon dat er tegenover staat. ‘Vroeger zeiden vaders en moeders hier aan hun kinderen: ‘Doe maar goed je best op school, of je eindigt nog als herder’. Nu beseffen veel locals dat het een zonde is mocht deze traditie compleet verdwijnen.’
Marcelli runt behalve zijn schapen- en geitenboerderij ook een agriturismo én een eenvoudig restaurantje. Daar serveert hij zijn gasten al fresco lunches – de spectaculaire vergezichten vanaf de houten banken krijg je er gratis bij. En hij heeft ook een winkeltje met biologische producten.
Hij vertelt ook hoe hij het concept ‘Adopteer een schaap’ bedacht, een initiatief waardoor het traditionele schapenhoeden financieel leefbaar kan blijven. ‘In ruil voor een jaarlijkse bijdrage van 180 euro ontvangen de adoptieouders van het schaap een selectie van de beste biologische kazen, vlees, olijfolie, pasta en wollen accessoires uit de Abruzzen’, aldus Marcelli.
Er is niets industrieels aan wat deze herder/boer/activist produceert en opstuurt in zijn dozen rond de wereld. Wie lid wordt van zijn adoptieprogramma krijgt bijvoorbeeld een ambachtelijk gemaakte salami van lam en geit. Maar ook ‘brigantaccio’, de lokale pecorino, gemaakt van rauwe schapenmelk. Of een ricotta, licht gerookt met jeneverbes. ‘Mijn filosofie is: minder maar beter produceren’, verklaart Marcelli. En dat valt in de smaak: zijn adoptieprogramma telt intussen bijna duizend leden wereldwijd. Tot in de Verenigde Staten, waar The New York Times in 2000 al een lovend artikel schreef over Marcelli’s initiatief en zo zijn Don Quichot-strijd een serieuze duw in de rug gaf.
Puur en wild
We kunnen je geruststellen: de transumanza is niet zozeer bedoeld voor diehard hikers, iedereen kan de trek meedoen. Elke dag wordt er zo’n achttien tot twintig kilometer afgelegd, maar het tempo is doenbaar en er zijn voldoende pauzemomenten. De natuur is puur en wild en de beschaving ver weg. Deelnemen aan de transumanza betekent vooral drie dagen akkoord gaan met een rudimentaire accommodatie en de afwezigheid van modern comfort. Een smartphone kun je evengoed thuislaten: tijdens onze driedaagse wandeling – na afloop word je met auto’s of busjes teruggebracht naar de agriturismo van Marcelli – is er geen enkel signaal en ook in de dorpen is er nauwelijks internettoegang. 3G is een zeldzaamheid, 4G vooralsnog een onbekend gegeven.
De laatste dag moeten we nog enkele uren door diepe wouden wandelen om onze bestemming, de terminus, te bereiken: een brede en mooie zomerweide, de Altopiano delle Cinquemiglia, een plateau niet ver van het mooie, middeleeuwse dorp Roccaraso. Daar zullen de dieren de hele zomer eten en rusten tot ze in oktober terugkeren naar de boerderij.
Praktisch
| Vervoer | Vanuit Rome is het tweeënhalf uur rijden naar Anversa degli Abruzzi.
| Prijs | Vier dagen/drie nachten transumanza kost 290 euro per persoon. Wie wenst, kan enkele dagen extra verblijven in de agriturismo van Marcelli of in zijn huurappartement in het dorp.
| Website | laportadeiparchi.com
| Adopt a sheep | marcelliformaggi.com