Bij Magnus Walker raakte hij wel binnen. De gewezen modeontwerper en autoverzamelaar, bekend van de documentaire ‘Urban Outlaw’, heeft zowat vijftig Porsches staan. Bovendien customizet hij die graag tot unieke creaties, iets wat andere ‘Porschisten’ niet altijd kunnen appreciëren. ‘Je houdt ervan of niet, maar ik vind niet dat hij een grens overschrijdt. Vergelijk hem met Picasso. Je houdt van zijn werk of niet. Maar je kunt moeilijk zeggen dat hij een prutser is.’
In de Porsche-wereld is Kuykens intussen een ronkende naam. Zijn fotoproject bracht hem de voorbije zeven jaar overal in Europa, maar vooral naar Amerika, waar de Porsche-scene het grootst is. ‘Los Angeles, San Diego, San Francisco, Oakland, Atlanta, Palm Beach, Nashville, Miami: Amerika heeft topverzamelaars én schitterende fotolocaties’, zegt de fotograaf.
En neen, Kuykens wordt voor de zeven fotoboeken die hij intussen over Porsche-verzamelaars heeft gemaakt, niet gesponsord door het Duitse sportwagenmerk. Hij spoorde zelf de Porsche-eigenaars wereldwijd op en betaalde alle onkosten uit eigen portemonnee.
De meeste beelden maakt hij met een analoge Leica of middenformaat Hasselblad. ‘Ik kom met veel minder beelden thuis dan met een digitale camera. Maar als ik analoog schiet, kijk ik scherper’, zegt hij. Het resultaat zijn rauwe, filmische grofkorrelige zwart-witbeelden met sexappeal.
Kuykens’ eigen love story begon in 2006 met een 3.2 Carrera uit 1986. Gekocht onder impuls van zijn toenmalige buurman, met het geld dat hij had verdiend als fotomodel. ‘De vorm is zo iconisch. Voor fotografen is het een zeer dankbaar object’, zegt hij. ‘Het is een van de weinige auto’s waar je al aan één lijn genoeg hebt om hem te typeren. Zelfs een kind herkent een 911. Dat kun je niet van veel autotypes zeggen.’
Kuykens heeft ook een 911 uit 1971 op stal in Antwerpen. ‘Nooit gekocht als investering, want ik rijd er effectief mee. Maar mijn daily is toch een Tesla’, geeft hij toe. ‘Minder sexy, ik weet het. Maar hoe leuk het ook klinkt: als je in zo’n oude Porsche naar de stad rijdt om een koffie te drinken, bestaat de kans dat je niet meer thuis raakt’, zegt hij nuchter. ‘Er zijn autoverzamelaars die lyrisch worden als ze praten over het geronk van hun Porsche 911. Voor sommigen klinkt de motor als een symfonie van Beethoven. Quatsch vind ik dat. Na zeven uur cruisen in zo’n auto heb ik koppijn van dat motorlawaai. Dan ben ik er helemaal klaar mee.’
Of Kuykens zijn Porsches zal verkopen, nu de boekenreeks is afgerond? ‘Ik ben niet zo gehecht aan het merk op zich. Ik ben geen echte verzamelaar die per se wil accumuleren. Als mijn auto’s morgen weg zijn, koop ik wel andere mooie. Bij mij thuis is het geen Porsche-museum, zoals bij sommige verzamelaars. Ik drink niet uit Porsche-glazen en draag geen Porsche-T-shirts. Er zijn nog andere mooie dingen in het leven dan auto’s.’