Zeven oldtimer-Mercedessen heeft Soufiane Zekri. Maar zijn favoriet is de Mercedes-Benz 280E Automaat uit 1978. ‘Ik mocht hem alleen kopen omdat ik beloofde dat ik de auto nooit meer zou wegdoen.’
In ‘The Art Of Collecting’ vertelt journalist Bert Voet het verhaal achter de mooiste Belgische autocollecties.
Autobiografie
Soufiane Zekri (34) | Autohandelaar
| Daily | Geen.
| Eerste | Volkswagen Passat TDI Break (1996). ‘Daarin heb ik mijn vrouw leren kennen en zijn we getrouwd.’
| Beste | Mercedes-Benz W124 E220 cabriolet (1994).
| Slechtste | Peugeot 208 (2014). ‘Een echte rotzak.’
| Met spijt verkocht | Mercedes-Benz W124 E220 cabriolet (1994) en Volkswagen Golf III VR6 (1992).
| Droom | Porsche 911 Turbo – ‘een bad boys-Porsche.’
‘Een originele Belg’, lacht Soufiane Zekri als hij naar zijn Mercedes-Benz 280E Automaat (1978) wijst. ‘Op vrijdag 21 oktober reed ik samen met een collega over de ring in Merksem. Vlak bij mijn showroom merkte ik aan een appartementsgebouw deze auto op. Ik sprak een man aan, die vervolgens aanbelde bij zijn buur – de eigenaar. Hij kwam door het raam kijken. Of de auto te koop was? De man kwam naar beneden. Vervolgens heb ik twee uur moeten luisteren naar het levensverhaal van Pierre, 84 jaar.’ In 1977 had Pierre Moonen de wagen nieuw gekocht voor 581.375 Belgische frank. ‘Hij was niet rijk’, vertelt Zekri. ‘Het was de auto of een huis. Zijn appartement huurt hij nog altijd. Hij vertelde dat zijn vrouw was gestorven. En dat hij niet langer reed. Maar wekelijks koppelde hij wel een batterij aan en startte hij de auto.’ Pas na een derde bezoek mocht Zekri de auto kopen. ‘Wegens mijn verhaal. Omdat ik er zoveel heb. Omdat ik hem nooit meer zou wegdoen – ook niet als iemand me het dubbele biedt. Toen ik ermee wegreed, liet Pierre enkele traantjes. Met deze auto heeft hij meer dan de helft van zijn leven gereden.’
Om zijn Mercedes-oldtimercollectie te stallen, huurt Zekri een complete ondergrondse garage. ‘Ik heb jaren voor Audi Brussels gewerkt. Autohandelaar worden was mijn droom. Daartoe rondde ik in tien dagen een avondcursus af die normaal drie tot negen maanden vergt. Aanvankelijk werkte ik hier, maar in september 2020 opende ik mijn nieuwe showroom in Merksem. Daarvoor heb ik wel veel van mijn oldtimers moeten offeren. Een Mercedes W124 E220 Cabriolet (1994) verkocht ik om budget vrij te maken voor de W114 250C (1969) die ik nu restaureer. Dat doe ik zelf, ja, ook al heb ik drie mecaniciens in dienst.’
‘Met de auto van Pierre hebben we rondgereden toen Marokko Portugal versloeg op het WK, met een vlag uit het raam’, lacht Zekri. ‘Maar eigenlijk zijn die auto’s op zich vlaggen. Als ik ernaar kijk, zie ik Marokko. Het is er dé taxi – vaak met meer dan een miljoen kilometer op de teller.’
Zijn Mercedes 280E werd voor het eerst ingeschreven in januari 1978. Exact 45 jaar later staat er 121.819 kilometer op de teller. Hij is in buitengewone, ongerestaureerde staat. De originele lak (‘Signal Rot’) schittert. De W123-serie heeft roestgevoelige plekjes – Zekri duidt ze exact aan – maar op dit exemplaar is daarvan geen spoor. De wielkasten zijn smetteloos, het interieur oogt als nieuw. ‘Hij heeft zelfs nog zijn originele remblokken uit 1978. Pierre reed alleen bij droog weer, en deed alleen lange afstanden. In de stad deed hij alles met de fiets.’ Zelfs de rubbers zijn perfect, behalve rechts achteraan in het kofferdeksel. ‘Daar baanden muizen zich ooit een weg naar graan dat in de koffer lag’, weet Zekri. Nu ligt in de koffer de originele plaat: 4803 R. ‘Dit is zo’n auto die je maar één keer in je leven ziet passeren. De 280E is de meest begeerde uitvoering van de W123-serie.’
Het was niet zijn eerste flatvondst. ‘Ik had net een heel mooie 380 SEL uit 1985 van de hand gedaan. Toen in de buurt een gebouw werd verkocht, stond die auto al 25 jaar in de ondergrondse parking. Hij werd nieuw aangekocht bij Swinnen in Lier. De papieren lagen erin. Ik contacteerde de politie. De auto stond niet geseind. Ik mocht hem meenemen. Hij was onderkomen, maar ik heb hem helemaal mooi gezet. Maar ik had er geen band mee. Met deze wel. Meteen.’
Zeven oldtimers heeft Zekri. ‘De donkergrijze 240D was mijn eerste, zeven jaar geleden. Die is van het laatste productiejaar 1984. Hij werd getaxeerd op 18.000 euro. Ik heb graag originele Belgische wagens, gedocumenteerd van de eerste eigenaar, zoals de wat verroeste, maar voorts prima Mercedes W114 280C (1969). Die vond ik in West-Vlaanderen, bij iemand met een nog grotere verzamelwoede dan ik. Mijn tweede exemplaar uit 1977 is mooier. Met de witte 280 CE (1980) wordt dagelijks gereden, ook als het sneeuwt. Die auto heeft 340.000 kilometer op de teller. Bij de Mercedes V123 240D (1979) achtzitslimousine zijn dat er exact 534.416. Dit is een voormalige taxi uit Nederland, die nieuw 69.000 gulden of zowat 35.000 euro kostte. Ook deze is roestvrij. De wieldoppen van vijftien inch zijn zeldzaam en duur. Toen ik hem kocht, stond hij vier jaar stil. Maar het was: starten en rijden. Dat doen ze allemaal. Aan deze modelreeks heeft Mercedes-Benz verlies geleden. Recent zag ik er een te koop met nul kilometer op de teller, voor 86.000 euro. Van een taxibedrijf dat er twee kocht, voor als de eerste stuk was. Maar er ging nooit iets stuk.’
De Mercedes W140 300 SEL (1991) is een relatief moderne, vreemde eend in de bijt. ‘Mijn focus ligt op de W114 en W124. Zo had ik er al twintig. Zodra je er enkele hebt, word je gebeld. O ja, ik had op een bepaald moment ook een BMW E32, maar dat was zo niet mijn ding.’