Reinhardt Strubbes team van het Agentschap voor Natuur en Bos strijdt tegen de woekerplanten die het Belgische duinlandschap overnemen. Dit jaar aan de beurt: Knokke.
‘Zo’, zegt Reinhardt Strubbe, en hij scheurt enkele frêle bloempjes van de tak rimpelroos in zijn handen. ‘Kwestie dat die tak dadelijk niet te mooi oogt op de foto.’ Hij gooit de fuchsiakleurige roosjes achter zich in het duinzand, vermorzelt ze nog net niet onder zijn bottines. Om maar te zeggen: het zit hem diep. Net als de gele mahoniestruik en de struikaster is de oorspronkelijk uit Azië overgekomen rimpelroos zich woekerend gaan verspreiden over de duinen die Strubbe zo dierbaar zijn. Daar vernietigen ze de natuurlijke biotoop, vallen ze de biodiversiteit aan en hebben ze nefaste gevolgen: van het toeslibben van populair wandelgebied tot het bedreigen van onze natuurlijke bescherming tegen de stijgende zeespiegel.
Het zat de duinbioloog zo dwars dat hij zijn werk sinds 2019 wijdt aan het bestrijden van uitheemse woekerstruiken in het volledige Belgische kustgebied. Met financiële steun van Europa en de hulp van alle kustgemeenten en duinbeheerders moet Life Dunias de duinen vrijwaren van ‘invasive alien species’. Doel: tegen 2026 de volledige vierduizend hectare kustduinen tussen Knokke en De Panne – goed voor vijfduizend voetbalvelden natuur – tot minstens één meter diep ontdoen van alle ongewenste gasten. In maart rondden de grote graaf- en zeefmachines de eerste etappe in Knokke af. Onder meer ook in het Directeur-Generaal Willemspark, het zanderige pareltje natuur waar we afspreken.
Het volledige Belgische duinenbestand ontdoen van woekerplanten is op zijn zachtst gezegd ambitieus. Wat drijft iemand tot zo’n – excusez-moi les mots – totaal geschift project?
Reinhardt Strubbe: ‘Ik ben enorm door de natuur gepassioneerd, al van kindsbeen af. Ik groeide op op het platteland van Sijsele bij Brugge. Thuis was er geen televisie en elk vrij moment speelde ik buiten. Daar kwam nog eens bij dat ik op mijn zevende lid werd van de Jeugdbond voor Natuur en Milieu, waar spelenderwijs mijn kriebel voor de natuur pas echt ontstond: op kamp gaan naar de Ardennen, beestjes en vlinders ontdekken, ‘s nachts everzwijnen en oehoes zoeken. Toen ik na mijn studies biologie in 2017 als duinbioloog begon bij de Brugse afdeling van het Agentschap Natuur en Bos, kon ik die passie in mijn werk omzetten.’
‘Twee jaar later ben ik aan ‘Life Dunias’ beginnen te schrijven. Onze duinen raakten steeds meer overwoekerd door invasieve struiken zoals die rimpelroos en de boksdoorn. Laat je zulke planten ongemoeid, dan breiden ze jaarlijks met wel een meter uit. Ze bedreigen de toegankelijkheid van de duinen, maar die planten beschadigen ook de aanwezige infrastructuur. Doordat ze meer verdampen dan lokale planten, zetten ze de waterbeschikbaarheid onder druk, waardoor bijvoorbeeld het vlinderbestand erop achteruit gaat. Alles op zijn beloop laten, zou bakken geld kosten. Daarom was het nodig om er in één keer korte metten mee te maken.’
‘Daar, boven je! Een biddende torenvalk!’
Nochtans, wanneer je als leek naar een met roze rimpelrozen en struikasters bezet duingebied kijkt, zie je toch vooral een knap plaatje vol mooie bloemen?
‘Dat is net het probleem, ze zijn vaak ontzettend mooi. Vanuit tuincentra vinden exotische planten hun weg naar onze tuinen. Mochten ze gewoon in de tuin blijven staan, was er geen probleem. Maar via hun worteluitlopers ontsnappen ze onder de omheining, of een vogeltje eet hun bessen op en helpt bij de verspreiding. Sommige gemeenten zetten planten die vandaag op de Europese verbodslijst staan ooit zelfs in hun publieke plantsoentjes. Voor je het wist, waren ze ervandoor naar de duinen.’
‘Heel wat mensen zijn zich hier niet van bewust. Daarom communiceren we zo bewust mogelijk. Ook tijdens de werken geven we duidelijk aan wat er aan de hand is, want voorbijgangers vragen zich natuurlijk af waarom plots twee kranen en een verhakselaar de bloemetjes in de duinen vernietigen.’
‘Met mijn gastlessen en lezingen aan gemeentes, tuinarchitecten en tuincentra probeer ik zoveel mogelijk te sensibiliseren. Omwonenden van de duingebieden krijgen ook gratis advies. Vaak is dat welgekomen en zijn die mensen enorm geïnteresseerd, omdat ze ook niet willen dat een plant hun mooi aangelegde tuintje om zeep helpt.’
‘In plaats van populaire woekeraars zoals de rimpelroos, de cotoneaster en de Chinese bruidssluier, adviseren we inheemse soorten. Net zoals mahonie is een hulst wintergroen, waardoor je privacy in je tuin kunt behouden. Hebben de mei- en sleedoorn in het voorjaar prachtige bloesems, dan dragen ze in het najaar heel wat bessen waar vogels dan weer van genieten.’
Even naar de andere kant van het land. Als je de geschiedenis erop nagaat, dan blijkt dat de meest typische boom van de Kempen, de grove den, ooit vanuit Oostenrijk werd ingevoerd. Dat hoeft toch geen probleem te zijn?
‘Klopt. Niet alle van elders overgebrachte planten zijn problematisch. Een uit Azië of Amerika geïmporteerd bloemetje dat gewoon blijft staan, kan zelfs waardevol zijn. Bijvoorbeeld wanneer zo’n plant in februari bloeit en ze de bijtjes van nectar voorziet wanneer onze planten nog niet bloeien.’
‘Invasieve woekerplanten blijven niet in je tuin, maar belanden in het wild, waar ze onze natuur doen verdwijnen. Woekeraars trekken minder bijtjes aan en verminderen de bestuiving. Ook houden ze de duinen minder stevig vast dan ons helmgras, dat meegroeit naarmate het zand van de duinen verstuift en dat onze duinen weerbaarder maakt voor het door de klimaatverandering stijgende zeeniveau.’
‘Kijk, hier. Die putjes in het zand zijn van een konijn. Het beestje liep naar rechts.’
In dezelfde periode waarin je als projectcoördinator Life Dunias leidt, hebben we elders in het land de hoop opgegeven om de Aziatische hoornaar – nog zo’n invasieve exoot – te bestrijden. Is het dat kantelmoment dat je vóór wil zijn?
‘Inderdaad, wat we nu doen, is ‘early warning, rapid response’, ook al zitten we met de woekerplanten intussen voorbij het stadium van early warning. Hoewel ze tientallen hectaren beslaan, zijn de planten nog beheersbaar: in vijf jaar tijd kunnen we de hele kustregio aanpakken, 95 procent van het bestand verwijderen en vervolgens toezicht houden om nieuwe haarden te bestrijden. Dat doen we in samenwerking met vijftien partners. Behalve ons team bij het Agentschap voor Natuur en Bos werken onder meer Natuurpunt, Compagnie Het Zoute (de vastgoedontwikkelaar opgericht door de familie Lippens, n.v.d.r.) en heel wat kuststeden mee.’
Toen het coronavirus in februari 2020 België bereikte, dachten we het virus te stoppen met een quarantaine in het Militair Hospitaal voor een tiental mensen die uit China kwamen. Dat mislukte volledig. Hoe zeker ben je ervan dat jouw aanpak wel zal slagen?
‘Dankzij een Europees duinennetwerk staan we in contact met Duitsland, Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, landen waarvan het duinenbestand ook onder druk staat. Door ervaringen en literatuur uit te wisselen, leer je veel. Wij besloten ook met grote zeven te werken op basis van de positieve resultaten die de Denen ermee hebben behaald.’
‘Doordat de natuurorganisatie Natuurpunt de volledige regio in kaart bracht, weten we waar alle exoten zich bevinden en waar we mogelijke hergroei moeten controleren. Anders dan een onzichtbaar virus in de lucht zoals het coronavirus, is het voordeel aan planten dat ze zichzelf verraden: als ze opnieuw gaan groeien, merk je dat zo op. Ze met een riek wegscheppen volstaat dan. Het grote probleem is dat zelfs het kleinste stukje wortel, al is het maar een centimeter lang, kan teruggroeien. Daarom moesten we alle duinzand tot op een meter diep uitgraven. Soms is de natuur een beetje té krachtig, helaas.’ (lacht)
Je kwam tijdens je graaftocht niet alleen wortels tegen. Naast vele glazen flesjes legde je ook een servies, een koffiemachine, een parasol en… drie Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog bloot.
‘Omdat we een volledige scan van het gebied lieten uitvoeren, wisten we dat we de bunkers zouden tegenkomen. We vonden zelfs drie nog intacte bommen, waardoor we de werken moesten stilleggen en DOVO moesten bellen.’
‘Hoor je dat? Een spitsmuis!’
Hoe hoort een blakend gezonde duin eruit te zien?
‘Moeilijke vraag, want duinen zijn erg variabel. Kijk naar Het Zwin, dat is een mozaïek van verschillende duintypes. De vochtige duinpannes die je daar vindt, herbergen soms wel meer dan twintig plantensoorten op een vierkante meter: orchideeën, ratelaars, paddenrus. De rugstreeppad en de boomkikker – onze mooiste specimen! – leggen er eitjes. In een door kruidachtigen begroeide, ‘vastgelegde’ duin zoals in het Directeur-Generaal Willemspark vind je rendiermossen zoals op de toendra, maar ook orchideeën zoals de bokkenorchis – die ruikt naar geitenbok! – en de bijenorchis met haar lachende bijengezichtje. En dan heb je de open duinen nog, die zanderige stuivende duinen uit onze kindertijd vol paddenstoelen, kevertjes, spinnen en zich op het zand warmende vlinders en padden. Al die superdiversiteit dreigt te verdwijnen wanneer die overwoekerd raakt en transformeert tot één monotone woestijn.’
Is het nog fijn om anno 2024 van de natuur te houden? Een mens zou er cynisch van worden.
‘Heel wat mensen beseffen inderdaad niet meer hoe belangrijk de natuur is, hoeveel ze ons gratis en voor niets geeft. Ecosysteemdiensten noemen we dat: de bijenpopulaties die voor bestuiving zorgen, de recreatieve mogelijkheden die de natuur biedt, de duinen die een stevige natuurlijke barrière vormen tegen het rijzen van de zeewaterspiegel. Dus ja: er moeten wel gepassioneerde mensen zijn die er keihard voor gaan, anders valt het stil.’
Je enthousiasme is aanstekelijk. De meeste mensen zullen de natuur in pakweg Brazilië of Vietnam indrukwekkender vinden, terwijl jij met evenveel verve over de duinen praat.
‘Europa heeft een ontzettend zalige natuur, je moet gewoon weten waar je ze kunt vinden en je moet ze leren appreciëren. Als je hier gewoon op je smartphone kijkend passeert, ben je op tien minuten door deze duin. Wie weet op welke droge plekjes de vlinders en bloemen zich verstoppen, is een halve dag zoek. Ook hier kun je prijswinnende natuurfoto’s maken.’