© Courtesy of Edge

De nieuwste hotspots in post-covid New York City

De comeback van New York City na de pandemie is tóp. Letterlijk: klimmen, loungen, dineren of overnachten kan allemaal op de hoogste etages van wolkenkrabbers. En ook de eilandjes rond Manhattan schitteren, met een nieuwe luxespa en een spectaculair park.

Het is nog geen middag en ik moet al een alcoholtest afleggen. Neen, ik zit niet achter het stuur, wél in een wolkenkrabber in de ‘sleek and shiny’ Hudson Yards, een buurt in Midtown Manhattan die vergeleken met tien jaar geleden nauwelijks te herkennen is. ‘Vorige week hebben we nog twee mannen moeten weigeren. Onvoldoende nuchter na een avondje stappen’, zegt een medewerker. Met mijn speciale pak en helm lijk ik wel een astronaut die naar het lanceerplatform wordt gebracht. Bij het vastklikken van de helm slaat de twijfel toe. Zou ik het dan toch niet ‘gewoon’ bij de Edge houden? Vanaf het nieuwste observatieplatform van New York, een glazen vloer die op de 99ste verdieping van een wolkenkrabber uitsteekt over straat, lijken de wagens op 10th Avenue wel Matchbox-miniatuurtjes. Ik verman mij en begin de beklimming van de 161 treden van een 45° hellende trap in de open lucht. ‘City Climb’, zo heet deze klimtocht. Het is het lastigste deel van de experience: vooral het harnas op de rail meekrijgen is niet altijd even makkelijk.

Bijna boven aangekomen vraagt mijn begeleider even te wachten, zodat hij mijn avontuur kan filmen met de GoPro-camera op zijn helm. Een beetje show, het hoort erbij. Het laatste oponthoud voor het moment aanbreekt waarvoor ik ben gekomen: een medewerker toont me hoe ik de ‘lean outs’ moet doen. Ik zet mijn voeten op de rand van het platform en leun achtereenvolgens naar voor – met mijn gezicht richting dieperik – en naar achter. Terwijl zich een indrukwekkend uitzicht ontvouwt, hoor ik hoe de bezoekers op het Edge-platform vele meters onder mij me toejuichen. Je ziet bijna heel Manhattan. Met een schitterend uitzicht op de Empire State Building, Lower Manhattan en Central Park. Wat het nog beter maakt, is dat er geen glas of muren zijn, alleen een onbelemmerd uitzicht op New York City. 

Advertentie
Advertentie
Aan de rand van het gebouw, ruim 350 meter hoog en vastgemaakt aan een koord, kijk je letterlijk de afgrond in. Je moet wel eerst 161 treden overwinnen van een 45° hellende trap in de open lucht.
Aan de rand van het gebouw, ruim 350 meter hoog en vastgemaakt aan een koord, kijk je letterlijk de afgrond in. Je moet wel eerst 161 treden overwinnen van een 45° hellende trap in de open lucht.
© Ben Michel / Unsplash

Hollywoodtrailer

De Edge is het zoveelste bewijs dat de iconische Empire State Building al lang niet meer het ‘observatierijk’ voor zich alleen heeft in New York. Er was al ‘Top of the Rock’ in het Rockefeller Center, en tijdens de pandemie zijn er in een klap twee nieuwelingen bijgekomen: behalve Edge met zijn ‘City Climb’ is er ook ‘Summit One Vanderbilt’, pal naast Grand Central Station.

Summit One Vanderbilt gaat duidelijk voor de bombastische aanpak, met in de lobby een film die oogt als een Hollywoodtrailer en als je bovenkomt iets wat lijkt op een spiegelpaleis.

Ik besef aanvankelijk niet dat ik al tussen de wolken sta – de melkwit ogende ‘muren’ zijn niets anders dan dichte mist achter de glazen façade op de 93ste etage. Het was dus niet gelogen toen ze aan de ingang waarschuwden voor geringe zichtbaarheid op deze regenachtige dag.

Af en toe trekken de wolken net voldoende open om een glimp van de buitenwereld op te vangen, zoals de lichtjes op de kroon van de naburige Chrysler Building die net aanfloepen terwijl ik sta te turen. Een mooi moment, maar verder is Summit One mij te veel over the top, inclusief de souvenirs en fotoshoots waaraan nauwelijks te ontsnappen valt.

Advertentie
Advertentie
© Shutterstock

De concurrent, Edge, heeft trouwens nóg een nieuwigheid in petto: een hele wijk nog wel. Edge bevindt zich in Hudson Yards, een tamelijk nieuwe cluster van wolkenkrabbers en spectaculaire gebouwen – of kunstwerken? – die boven op een rangeerstation langs de Hudson-rivier is gebouwd. Behalve een shoppingcenter met luxeboetieks en kantoren – onder meer van de beruchte private-equityreus KKR, die een belang in het observatieplatform heeft gekocht – biedt Hudson Yards onderdak aan het kunstencentrum The Shed en aan Vessel, een imposante bijenkorfachtige structuur voorzien van tal­loze trappen. Helaas is het niet langer mogelijk het glimmende bouwwerk te beklimmen, nadat meerdere mensen er naar hun dood sprongen.

Graffitichef

Niet alleen gloednieuwe wolkenkrabbers dingen naar de gunst van bezoekers. In de Wall Street-wijk heeft een nostalgische art-decotoren op Pine Street sinds kort zijn topverdiepingen geopend voor een gastronomische ervaring.

Wie op de 62ste verdieping uit de lift stapt bij Saga, komt meteen oog in oog te staan met twee bartenders achter een toog in gedrapeerd beton. Hun cocktails worden geserveerd op het buitenterras, waar de zon net begint onder te gaan achter het groene puntdak van een skyscraper verderop. Het uitzicht vanaf het terras aan de andere kant – dat ik ontdek tussen twee gangen door – is nog straffer: de majestueuze bruggen richting Brooklyn en, zodra het donker wordt, een sliert rode auto- achterlichten op Lexington Avenue. Dit is het soort restaurant waar de gasten al eens naar buitenglippen voor een fotomoment.

Vanaf het glazen Edge-platform lijken de wagens op 10th Avenue wel Matchbox-miniatuurtjes.
Vanaf het glazen Edge-platform lijken de wagens op 10th Avenue wel Matchbox-miniatuurtjes.
© AFP

Nochtans is aan tafel evenveel plezier te beleven. De chef James Kent, die ervaring opdeed bij enkele New Yorkse top­restaurants en graag vertelt dat hij als tiener nog graffiti op ditzelfde gebouw heeft staan kladden, staat erop een geweldig ‘sharingmenu’ voor elke tafel te bereiden. Misschien ongebruikelijk voor een gastronomisch restaurant, maar het past in zijn filosofie om mooie en verfijnde gerechten zonder schroom te delen.

Overigens hangt er ook een graffitikunstenaar aan de muren van het restaurant. ‘Toen de eigenaars hoorden dat ik hier nog graffiti had gespoten, stelden ze voor een werk van Jean-Michel Basquiat te installeren’, lacht Kent. Ook Egon Schiele is van de partij, net als ander topwerk. De eigenaars, die ook een bar een verdieping hoger uitbaten, zijn blijkbaar grote kunstliefhebbers.

Queen of Mean

Voor een drink met het ultieme ‘power view’ moet je het iets hoger op Manhattan zoeken, aan de zuidelijke zoom van Central Park. Daar heeft het Park Lane New York-hotel er zonet een ingrijpende renovatie op zitten. Inclusief de bar Darling op de 46ste verdieping, waar ooit de tirannieke ‘Queen of Mean’ Leona Helmsley – een hotelmagnaat die belastingen betalen iets voor ‘little people’ vond – haar illegale zwembad had. ‘De enige rooftoplounge op Billionaires’ Row’, pocht Park Lane in een verwijzing naar de achterliggende straat waar enkele torenhoge, smalle ‘skinny scrapers’ een onbetaalbaar uitzicht op Central Park garanderen voor hun gefortuneerde bewoners.

Maar voor dat uitzicht hoef je dus geen appartement te kopen. Een bezoek aan Darling of een overnachting in Park Lane biedt dezelfde ervaring: een panorama dat nooit verveelt. De bomen beneden liggen als broccoliroosjes uitgespreid tot Harlem. En de zonnebaders en picknickers die op de grasvlakte van Sheep Meadow genieten van een zonovergoten namiddag, zijn niet meer dan veelkleurige stipjes.

Park Lane is trouwens lang niet het enige New Yorkse hotel dat grondig opgefrist uit de pandemiepauze komt. In de hippe Soho-wijk knipoogt het stijlvolle ModernHaus nadrukkelijk naar de kunstwereld, met onder meer werk van Alexander Calder in de kamers en een modernistisch design dat geïnspireerd is op de Bauhaus-school. Plus de onvermijdelijke rooftoplounge, mét zwembad.

Voor een drink met het ultieme ‘power view’ moet je naar het volledig gerenoveerde Park Lane New York-hotel. De bar Darling noemt zichzelf de ‘enige rooftoplounge op Billionaires’ Row’.
Voor een drink met het ultieme ‘power view’ moet je naar het volledig gerenoveerde Park Lane New York-hotel. De bar Darling noemt zichzelf de ‘enige rooftoplounge op Billionaires’ Row’.
© Michael Kleinberg

Diane von Furstenberg

Al die hoogte-ervaringen doen bijna vergeten dat New York City meer is dan Manhattan alleen. Ook op de eilandjes errond is de tijd niet blijven stilstaan tijdens de pandemie. Meer nog, er is zelfs een eiland bijgekomen: Little Island, opgetrokken uit een golvende massa betonnen pijlers die iets weg hebben van bloemen of de tees waarop je een golfbal legt.

Het project is een initiatief van het koppel Barry Diller-Diane von Furstenberg, respectievelijk de zakenman achter de boekingssite Expedia en de Belgische modeontwerpster die vooral bekend is van haar wikkeljurk. Hetzelfde gefortuneerde duo was ook de drijvende kracht achter de indrukwekkende High Line, een park op een verlaten treinviaduct dat zich door Chelsea naar Hudson Yards slingert.

Het perfect onderhouden Little Island – neergeplant in de Hudson-rivier naast het Meat­packing District, waar de High Line begint – biedt onderdak aan een klein amfithea­ter en een speeltuin waar ook volwassenen met plezier in een kleurrijke tol gaan zitten om al spinnend de omliggende skyline in zich op te nemen. Ik zie daarbij de onvermijdelijke Edge passeren, net als het verhuisde Whitney Museum en de Freedom Tower op de zuidpunt van Manhattan. De soundtrack wordt geleverd door talrijke overvliegende helikopters.

Little Island, in de Hudson-rivier naast het Meatpacking District, biedt onderdak aan een klein amfitheater en een speeltuin.
Little Island, in de Hudson-rivier naast het Meatpacking District, biedt onderdak aan een klein amfitheater en een speeltuin.
© Shutterstock

‘Sauna and the City’

Voor mijn volgende bestemming heb ik de ferry nodig. Die voert mij naar Governors Island, een eiland op een steenworp van Wall Street dat tot voor kort nauwelijks iets te bieden had. Daar is verandering in gekomen met de luxespa QC NY, onderdeel van de Italiaanse QC Group. Een zorgvuldig gerestaureerde voormalige kazerne biedt hier nu onderdak aan een stoombad en sauna’s in diverse thema’s. In ‘Sauna and the City’ ben je omringd door de nachtelijke skyline van Manhattan, in hout uitgesneden met erachter indirecte verlichting. Maar je kunt evengoed door het raam naar de echte skyline kijken terwijl een knaloranje ferry voorbijglijdt.

Op een hogere verdieping biedt ‘Upside Down’ een aparte relaxatie-ervaring: een kamer waar het plafond de vloer is, met een schaakbord dat ondersteboven hangt en een staande klok die naar beneden loopt. Gelegen op een matras bekijk je de wereld even vanaf het plafond, terwijl rustige muziek en de ‘Aria Dolomiti’-geur – jeneverbes en amber – de ruimte vullen. Maar wat QC NY echt uniek maakt, is het buitenzwembad met frontaal uitzicht op het skyscraperwoud van Wall Street. Zo gaat onze blik toch weer naar omhoog.

Restaurant Saga bevindt zich op de 62ste verdieping van een art-decotoren op Pine Street. Wie niet voldoende heeft aan het uitzicht, ziet binnen kunstwerken van Jean-Michel Basquiat en Egon Schiele.
Restaurant Saga bevindt zich op de 62ste verdieping van een art-decotoren op Pine Street. Wie niet voldoende heeft aan het uitzicht, ziet binnen kunstwerken van Jean-Michel Basquiat en Egon Schiele.
© Adrian Gaut

Dat geldt ook voor de laatste uitstap, richting Vrijheidsstandbeeld. Dat heeft een volledig nieuw museum gekregen op zijn eigen Liberty Island. Het museum vertelt het straffe verhaal achter het standbeeld, een geschenk van de Fransen dat beeldhouwer Frédéric Auguste Bartholdi met veel zwoegen en puzzelen wist te concretiseren.

De rondgang eindigt bij de originele toorts, die in 1984 vervangen werd en nu van dichtbij te bewonderen is met op de achtergrond het standbeeld dat al bijna 140 jaar bezoekers aan New York City verwelkomt. Al die tijd wist de stad zich steeds weer in een nieuw jasje te steken, ook na tegenslagen. Het is duidelijk: New York is er weer klaar voor.

Advertentie