© Jeroen Verrecht

Binnenkijken in de klassieke art-decovilla ‘Huis Danckaert’

Van een white cube met neon op de Brusselse Zavel verhuist designartgalerie Maniera naar een klassieke art-decowoning in de Molièrebuurt in Vorst. Sabato trok erheen.

‘Mensen die hier al binnen geweest zijn, zeggen ons vaak: ‘Wauw, jullie hebben dat prachtig gerenoveerd’. Maar eerlijk gezegd: de werken moeten nog beginnen.’ Amaryllis Jacobs, de medeoprichtster van galerie Maniera, kan erom lachen. Het statige ‘Huis Danckaert’ in Vorst is de nieuwe vestiging van hun galerie die limited edi­tion ‘designart’ op de markt brengt van hedendaagse architecten en kunstenaars. Het pand ziet er op het eerste gezicht inderdaad ‘instapklaar’ uit.

De nakende restauratie zal aangepakt worden door Barbara Van der Wee, de Brusselse restauratiearchitecte en Horta-specialiste. De klassieke art-decovilla uit 1922, ontworpen door Jean-Baptiste Dewin (1873-1948), is immers beschermd sinds 2016. ‘Tot en met de rozentuin, die twee dames uit de buurt al jaren onderhouden’, weet Jacobs.

Advertentie
Advertentie
Amaryllis Jacobs en Kwinten Lavigne kochten het beschermde Huis Danckaert om beneden hun galerie Maniera in onder te brengen. Ook de tuin wordt exporuimte.
Amaryllis Jacobs en Kwinten Lavigne kochten het beschermde Huis Danckaert om beneden hun galerie Maniera in onder te brengen. Ook de tuin wordt exporuimte.
© Jef Jacobs

De werken zullen fluwelen (tuin)handschoenen vergen. ‘En dat terwijl hier tot voor kort studenten woonden’, zegt Jacobs. ‘De fietsen stonden gewoon tegen de lambrisering in de gang. De veranda was hun rookruimte. In de biljartzaal op de eerste verdieping had de vorige eigenaar een muur gebouwd, zodat hij de twee ruimtes apart kon verhuren als studentenkoten. Het is een wonder dat het interieur zo goed bewaard is gebleven.’

Georgisch debuut

Als we in avant-première in de galerie rondlopen, staan de eerste stukken voor de openingstentoonstelling nog onder verhuisdekens. We ontdekken Rooms Studio: een meubellijn van de Georgische ontwerpsters Nata Janberidze en Keti Toloraia, die zich baseren op het traditionele craftsmanship uit hun thuisland. Ook de Oostenrijker Lukas Gschwandtner, 28 pas en nu al het goudhaantje van Maniera, presenteert in het centrale salon nieuw werk: een uitnodigende zetel van wel vier meter lang.

En er is ook nog werk van sterkhouders als Anne Holtrop, OFFICE Kersten Geers David Van Severen, Studio Mumbai en Christoph Hefti. Zeventien stukken in totaal, die in dialoog gaan met de architectuur.

De ‘Carbon Tube Lounge’ van Jonathan Muecke en de ‘Chaise Longue’ van Lukas Gschwandtner in het salon vol houten maatwerk, aan de straatkant.
De ‘Carbon Tube Lounge’ van Jonathan Muecke en de ‘Chaise Longue’ van Lukas Gschwandtner in het salon vol houten maatwerk, aan de straatkant.

Marmeren schouwen

Voor Maniera is de verhuizing een ‘changement de décor’ van formaat. Niet alleen qua locatie. De galerie zat tot voor kort aan het Gerechtsplein, tussen Brussel-Centraal en de Zavel. Een edgy plek. ‘Maar een deel van ons publiek kwam niet omdat het stadscentrum moeilijk te bereiken is’, zegt Jacobs. Dus werd het Brusselse centrum ingeruild voor de Molièrelaan in Vorst.

Advertentie
Advertentie
Zitbank van Piovenefabi in de traphal van Huis Danckaert.
Zitbank van Piovenefabi in de traphal van Huis Danckaert.

Met de verhuizing ruilt Maniera ook zijn white cube industrieel pand met neonlicht in voor een art-decovilla. De benedenverdieping, die Maniera als galerie, showroom en kantoor zal innemen, is zwaar gedecoreerd met marmeren schouwen, delicate glasramen, bronzen friezen in empirestijl, radiatorkasten en lambriseringen in tropisch hout. ‘Het zal klanten helpen om onze meubelen in een wooncontext te zien’, zegt Jacobs. ‘In een white cube galerie voelen de stukken soms als sculpturen of kunstwerken die je niet kunt gebruiken.’

Al is het wel de bedoeling dat de kunstenaars en architecten de benedenruimte van Huis Danckaert helemaal naar hun hand zetten. Het laatste wat Maniera wil, is dat elke expo er door dat gechargeerde decor hetzelfde zal uitzien. ‘Als onze kunstenaars met witte doeken een strakke ruimte willen afbakenen in die klassieke salons, moeten ze dat vooral doen’, vertelt Kwinten Lavigne, medeoprichter van Maniera. ‘Zolang het maar reversibel is. Willen ze werk maken, geïnspireerd op de kersen in de glasramen of het behangpapier met pioenen, dat de erfgoedonderzoekers hier onder een laag verf ontdekt hebben, dan hou ik hen niet tegen. Koenraad Dedobbeleer stelde meteen voor om een glazen kroonluchter te maken voor de entree.’

‘Chaise Longue’ en ‘Clip-On-Light’ van Lukas Gschwandtner.
‘Chaise Longue’ en ‘Clip-On-Light’ van Lukas Gschwandtner.

De ambachtelijke galeriestukken van bijvoorbeeld Studio Mumbai of Lukas Gschwandtner, passen goed in de stijlkamers beneden. ‘De conceptuelere meubels met meer industriële look zullen dan weer beter tot hun recht komen in de keuken’, zegt Jacobs. ‘Met zijn rood-witte tegels in dambordpatroon heeft die een meer hedendaags cachet. De keuken zal een deel van de tentoonstellingsruimtes worden. Net als de veranda en de tuin. Voor de losstaande garage – een art-decohuisje op zich – is trouwens de aanvraag ingediend om die om te vormen tot artiestenresidentie.’

Op de eerste verdieping bevinden zich de woonvertrekken. De kamers op de tweede etage zullen via Airbnb worden verhuurd.

Driezit en ‘Larga’-stoel van Francesca Torzo naast de ‘Illumination Study’-lamp in zijdedraad en bamboe van Studio Mumbai.
Driezit en ‘Larga’-stoel van Francesca Torzo naast de ‘Illumination Study’-lamp in zijdedraad en bamboe van Studio Mumbai.

Dewin-win-situatie

Terwijl Maniera vandaag de grenzen aftast tussen design en kunst, was Huis Danckaert destijds het resultaat van een ‘experiment’ van de families Danckaert, De Coene én architect Dewin. Jean Danckaert, de bouwheer van het huis, was in de eerste helft van de vorige eeuw een belangrijke industrieel, die in Anderlecht een fabriek had voor houtbewerkingsmachines. Een van zijn klanten was de Kortrijkse familie De Coene, die een hoog aangeschreven maatwerk- en meubelmakerij runde: de Kunstwerkstede De Coene.

In 1921, het jaar vóór hij deze villa realiseerde, was architect Jean-Baptiste Dewin met Jozef De Coene naar New York getrokken. Tijdens die reis ontdekten ze hoe fineerhout, triplex en multiplex industrieel werden gemaakt. ‘Die technieken wilden ze als eerste in Europa toepassen om de concurrentie voor te zijn’, zegt De Coene-expert Noël Hostens. Het fineerhoutwerk – in een hele rist verschillende soorten – in het interieur van Huis Danckaert was in die zin een primeur voor De Coene en Dewin.

De keuken op de gelijkvloerse etage wordt een deel van de galerieshowroom.
De keuken op de gelijkvloerse etage wordt een deel van de galerieshowroom.
© Jeroen Verrecht

Architect Dewin mag dan vandaag ietwat vergeten zijn geraakt, hij realiseerde in Brussel veel privéwoningen en appartementsgebouwen, vooral in de Molièrewijk, waar hij zelf ook woonde. Zijn bekendste realisatie is het gemeentehuis van Vorst, beschermd sinds 1991. Tegelijk was Dewin opvallend actief in de medische sector. Hij bouwde onder meer het Chirurgisch Instituut Berkendael in Elsene en het Sint-Pietersziekenhuis aan de Hallepoort. Het Instituut voor Oogziektes van Dokter Coppez (1912) in Etterbeek werd recent nog prachtig gerestaureerd door Delen Private Bank tot hun Brusselse hoofdzetel.

Stilistisch was Dewin een kind van zijn tijd. Beïnvloed door de Wiener Secession, was zijn art-nouveau-architectuur eerder rigide dan zwierig. ‘Ons huis is een goed bewaard voorbeeld van hoe de industriële bourgeoisie in het interbellum leefde’, zegt Jacobs. ‘De Danckaerts hadden huispersoneel, dat ze konden roepen met een belletje. Ze hielden ervan mensen te inviteren in hun stijlsalons beneden’, zegt Lavigne. ‘In die gedecoreerde vertrekken op de gelijkvloerse verdieping zou ik alleszins nooit kunnen wonen.’

De ‘Corner Chair’ van OFFICE Kersten Geers David Van Severen.
De ‘Corner Chair’ van OFFICE Kersten Geers David Van Severen.
© Jeroen Verrecht

De verhuizing voelt een beetje als ‘thuiskomen’ voor Jacobs en Lavigne. De eerste Maniera-expo ooit, in 2014, organiseerden ze gewoon thuis in hun Brusselse loft. Het jaar erna mochten ze een tentoonstelling doen in de Woning Wolfers (1929) van Henry Van de Velde, toen nog bewoond door kunstverzamelaar Herman Daled. ‘Daarna stelden we nog tentoon in de brutalistische Villa Van Wassenhove van Juliaan Lampens, in het functionalistische Zwart Huis van Huib Hoste in Knokke en in de Woning Roelants van Willy Van Der Meeren in Sint-Martens-Lennik.’

‘Als je dat rijtje bekijkt, was het misschien logisch dat we ooit in een architectenwoning zouden terechtkomen’, lacht Jacobs. ‘We hadden alleszins al ervaring met erfgoed activeren met hedendaagse meubels.’

Openingsexpo in Huis Danckaert

| Waar | Meyerbeerstraat 33, 1190 Brussel
| Wanneer | Van 4 maart tot en met 6 mei
| Website | maniera.be

Advertentie