Op 8 april is Pablo Picasso exact vijftig jaar geleden overleden. Daarom staat hij nu in heel wat musea in de schijnwerpers. Uit dat aanbod tipt Sabato twee expo’s, in Málaga en Parijs.
Museo Casa Natal de Picasso | Málaga
Antibes, Parijs, Barcelona… Wereldwijd vind je musea over Pablo Picasso. Toch is er maar één museum gehuisvest op de plek waar Pablo Picasso geboren is. Wij trokken naar het Museo Casa Natal de Picasso in Málaga en raakten in de ban van een simpele kinderschoen.
Een versleten bruine schoen! Meer nog dan de tentoongestelde kunst is het een doodgewone kinderschoen die blijft nazinderen als ik het Museo Casa Natal de Picasso in het historische hart van Málaga verlaat. Het is de schoen waarmee Pablo Picasso (1881-1973) als kind zijn eerste stappen zette en geeft een prozaïsche inkijk in het leven van de kunstrevolutionair die op 8 april exact vijftig jaar geleden overleed. Ik ben trouwens niet de enige die in het geboortehuis van de kunstenaar onder de indruk raakt van het schoentje, vertelt José Maria Luna, directeur van het museum. ‘Picasso’s kinderkleding verrast en ontroert enorm veel bezoekers.’
Het museum vind je in het hoekappartement waar de Spaanse artiest de eerste drie jaar van zijn leven doorbracht. Het biedt via alledaagse voorwerpen van het gezin en foto’s een mooi beeld van Picasso’s kinderjaren in de Andalusische stad, en de invloed daarvan op zijn werk. ‘Hier merkte Picasso voor het eerst het bijzondere licht op, al raakte hij evengoed geïntrigeerd door de duiven op het plein hiervoor en de stierengevechten in de plaatselijke arena’, zegt Luna. ‘Mediterrane invloeden die doorheen zijn hele oeuvre zouden blijven sluimeren.’
Vader-tekenleraar
Picasso kwam in 1881 ter wereld in dit huurappartement op de hoek van het negentiende-eeuwse flatgebouw aan de Plaza de la Merced. Hij was het eerste kind van María Picasso López en José Ruíz y Blasco, die zowel kunstschilder als tekenleraar was. Luna zegt dat het gezin een ‘comfortabel’ middenklasseleven leidde. De kamer op de eerste verdieping biedt uitzicht op het plein en staat vol negentiende-eeuwse interieurspullen.
Tegelijk toont het museum schilderijen die eigendom zijn van de familie, vooral olieverfschilderijen van vader Ruíz y Blasco, die vaak duiven in zijn werk afbeeldde. Picasso zou datzelfde motief later ook herhaaldelijk gebruiken – denk maar aan de ‘vredesduif’ die hij ontwierp voor het Vredescongres van Parijs in 1949.
Dankzij zijn vader én de arena van Málaga kreeg de jonge Picasso al snel ook de liefde voor het stierenvechten mee. In het museum is een hele zaal gewijd aan het thema: je vindt er gravures en keramiek van Picasso waarop de stier prominent aanwezig is, onder meer zijn bord ‘Toro en la Arena’ (‘de stier in de arena’) uit 1948.
Zo’n tachtig werken van Picasso zijn in zijn geboortehuis te zien. Wij raakten onder meer onder de indruk van een reproductie van het schetsboek met portretten die Picasso als tiener maakte van zijn familieleden.
Van Spanje naar Frankrijk
Slechts drie jaar heeft het gezin Picasso in dat appartement gewoond: in 1884 verhuisde de familie naar een andere flat op hetzelfde plein. En in 1891 ruilde ze Málaga in voor La Coruña, in het noordwesten van Spanje, waar Picasso’s vader een nieuwe baan als tekenleraar had bemachtigd. In 1895 vertrok Pablo Picasso naar Barcelona, waar hij twee jaar aan de kunstacademie studeerde en vervolgens zijn studies voortzette in Madrid. Uiteindelijk zou hij Spanje inruilen voor Frankrijk – hij overleed trouwens in het Zuid-Franse Menton.
In 1983 werd het geboortehuis een officieel monument, sinds 1988 huist er ook de Fundación Picasso – die wereldwijd het werk van de kunstenaar in de schijnwerpers zet – en in 1998 opende dus het Museo Casa Natal de Picasso. ‘Het lokt jaarlijks meer dan 175.000 bezoekers’, zegt Luna. ‘Er zijn over de hele wereld Picasso-musea, maar dit blijft wel het enige waar Picasso geboren is.’
Museo Casa Natal de Picasso
| Adres | Plaza de la Merced 15, Málaga
| Website | museocasanatalpicasso.malaga.eu
Kate Youde, 2023, “House museums #7: Picasso’s Birthplace Museum, Málaga, Spain”.
© Financial Times / ft.com. Alle rechten voorbehouden. Mediafin is verantwoordelijk voor de vertaling.
The Financial Times Limited is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid en kwaliteit van de vertaling.
Musée Picasso | Parijs
‘Ik ben absoluut geen kunstexpert’, zegt de Britse modeontwerper Sir Paul Smith. Toch kreeg hij van het Parijse Musée Picasso carte blanche om de collectie in een nieuw kleedje te stoppen. Iets wat Smith nogal letterlijk interpreteerde, met bloemenmotieven en – vanzelfsprekend – zijn kenmerkende strepenpatroon.
Met het openingsbeeld, ‘Tête de Taureau’ van Picasso, geeft modeontwerper Paul Smith de expo meteen een persoonlijke touch. De readymadestierenkop is gemaakt van het zadel en het stuur van een racefiets, een knipoog naar Smiths liefde voor fietsen. Als tiener droomde hij van een carrière als profwielrenner, maar die droom moest hij opgeven na een zwaar fietsongeval op zijn zeventiende.
Smith zette zijn zinnen dan maar op mode, kunst en fotografie. Op zijn 21ste opende hij zijn eerste winkel in hartje Londen, in 1976 presenteerde hij zijn eerste ‘Paul Smith’-mannencollectie in Parijs. Vandaag is de Brit nog altijd in charge over zijn eigen mode-imperium dat actief is in meer dan zestig landen. Hij staat vooral bekend om zijn klassieke ontwerpen, met kleurrijke en bombastische prints die soms bijna kitscherig zijn.
Smith heeft in Parijs alvast een zeer eclectische én Instagrammable expo afgeleverd. Een beetje verrassend, want de ontwerper is intussen 77, allesbehalve een jonge snaak. Hij ging aan de slag met de gigantische collectie van het museum – die bestaat uit meer dan driehonderd schilderijen en zo’n tweehonderdduizend persoonlijke archiefobjecten – en toont hoe veelzijdig Picasso was. Publiekstrekkers zijn ‘Homme à la Guitare,’ uit zijn kubistische periode, ‘Autoportrait’ uit zijn blauwe periode en de betoverende ‘Les Demoiselles d’Avignon’ – waarop vijf naakte prostituees staan afgebeeld –, al zijn het toch vooral de minder bekende werken die de show stelen.
Vogue met krabbels
Dankzij Smith leer je immers een andere Picasso kennen: een man die al sinds zijn dertiende geobsedeerd was door magazines. Zijn hele leven lang bleef hij niet alleen satirische edities maken, hij tekende ook graag in andere bladen. In een van de zalen kom je het mei-nummer uit 1951 van het modeblad Vogue tegen, dat Picasso helemaal bekrabbelde. Daardoor geïnspireerd beplakte Smith de muren volledig met Vogue-covers.
De Brit heeft de 28 ruimtes stevig onder handen genomen: de muren eisen bijna evenveel aandacht op als de werken. In één zaal is hij aan de slag gegaan met retrobloemenbehangpapier, een andere is geverfd in zijn kenmerkende strepenpatroon. Nog een andere zaal is van vloer tot plafond behangen met posters van voorbije Picasso-expo’s.
Vergis je niet, ondanks het bombastische decor staat Picasso’s werk nog altijd centraal. De tentoonstelling nodigt het publiek uit om de meesterwerken uit de collectie door een eigentijdse bril te bekijken en beklemtoont de blijvende relevantie van Picasso’s werk.
Hedendaagse kunstenaars
In de expo gaat Picasso in dialoog met tijdgenoten als Louise Bourgeois en Paul Cézanne. Maar nog interessanter is de juxtapositie met hedendaagse werken van Guillermo Kuitca, Obi Okigbo, Mickalene Thomas en Chéri Samba, die een nieuwe interpretatie geven aan het werk van de Spanjaard.
‘Musea, en zeker die met monografische collecties, moeten niet bang zijn om in dialoog te gaan en zelfs bekritiseerd te worden’, zo vertelde museumdirecteur Cécile Debray aan ARTnews. ‘Onze missie is om Picasso’s erfenis te bewaken en de 21ste eeuw in te loodsen.’ Met deze expo slaan ze de bal alvast niet mis.
‘Picasso Celebration: The Collection in a new light’
| Datum | Tot en met 27 augustus
| Adres | Musée Picasso, 5 Rue de Thorigny, Parijs
| Website | museepicassoparis.fr