Een verborgen achterhuis in hartje Gent, dat Æ studio renoveerde voor een IT’er met een passie voor houtbewerking.
Een verborgen achterhuis in hartje Gent, dat Æ studio renoveerde voor een IT’er met een passie voor houtbewerking.
© Jan Verlinde

Binnenkijken bij een Gentse IT-consultant met een passie voor houtbewerking

Voor een IT’er met een passie voor houtbewerking renoveerde Æ studio een verborgen achterhuis in Gent. Het resultaat: een warme ode aan vakmanschap, brutalisme en Donald Judd. Wij mochten binnenkijken.

Hoeveel mensen kent u met een veeleisende kantoorbaan die als hobby ‘iets met hun handen’ willen doen? Handwerk in plaats van denkwerk. ‘Maken’ om het ‘malen’ te compenseren. Jan Van Dijck is zo iemand. De Gentse IT-consultant leerde houtbewerking via YouTube én bij een gepensioneerde chemicus, die in zijn schuur een schrijnwerkersatelier had. ‘Zodra ik zijn combinézaag mocht bedienen, was ik gebeten. Het blijft trial-and-error, maar eigenlijk is houtbewerking makkelijker dan ik dacht’, zegt hij.

Binnenkijken in het appartement van de kleinzoon van Yves Rocher in Parijs
Advertentie
Advertentie

Intussen heeft Van Dijck naast zijn woning in Gent een eigen ateliertje met machinerie en gereedschap. ‘Het eerste wat ik zelf maakte, was een bureautje voor onze dochter Louise. Als amateurastronoom vervaardigde ik ook een telescoop in hout. Onze eettafel heb ik zelf gemaakt uit kerselaar, hout dat al jaren lag te drogen. Vroeger stond hier een te klein rond tafeltje, maar dit rechthoekige model is perfect op maat voor deze plek. Inspiratie vond ik bij de Amerikaanse minimalistische kunstenaar Donald Judd. Hij maakte meubilair, waarbij de verhoudingen belangrijker waren dan de ergonomie. Mijn houten tafel moest niet alleen eenvoudig en bruut, maar ook comfortabel zijn. Al hebben we ze hier wel met vier man naar binnen moeten dragen.’

Het Tufenkian-tapijt komt van Vrouyr in Antwerpen, de lederen fauteuil is een vintage model van Michel Cadestin. De houten tafel maakte Van Dijck zelf.
Het Tufenkian-tapijt komt van Vrouyr in Antwerpen, de lederen fauteuil is een vintage model van Michel Cadestin. De houten tafel maakte Van Dijck zelf.
© Jan Verlinde

Te hoog gegrepen

Niet Judd, maar de Franse beeldhouwer Jean Touret inspireerde Jan Van Dijck om een houten bas-reliëf te bedenken als front voor zijn keukeneiland. ‘Æ studio, onze interieurarchitecten, maakte een prachtig ontwerp. Helaas bleek het onbetaalbaar om te realiseren in hout. Dus zochten we verder naar een andere sculpturale oplossing. Bij Dominique Desimpel in Knokke vonden we grafische tegels in messing, waarmee we het keukenblok bekleedden in een geo­metrisch patchwork. We zijn heel blij met het resultaat, ook al hadden we aanvankelijk iets anders voor ogen.’

Het keukeneiland is bekleed met geometrische messingtegels, wat een sculpturaal effect creëert dat perfect past bij de rest van het interieur.
Het keukeneiland is bekleed met geometrische messingtegels, wat een sculpturaal effect creëert dat perfect past bij de rest van het interieur.
© Jan Verlinde
Advertentie

De anekdote typeert hoe deze woning tot stand kwam: als een voortdurend pingpong tussen de interieurarchitecten en de bewoners, die zelf veel eigen inbreng hadden. ‘Dat stoorde ons absoluut niet’, zegt Arno Broeckhoven, interieurarchitect bij Æ studio. ‘Het maakte dit project des te persoonlijker.’

Datumloos

‘Er zit zoveel van onszelf in dit huis’, zegt Van Dijck. ‘In het eerste ontwerp zat de trap verstopt achter een tussenwand. Maar op een van de voorbereidende schetsen van Æ studio zag mijn vrouw plots een sculpturale betontrap staan. We wisten meteen: zoiets bruuts willen we hier zichtbaar in de keukenruimte. De open trap is letterlijk zo uit de bekisting gekomen. Behalve wat lokaal opschuren, is er niks aan getoucheerd. Hij mocht er voor ons ook niet te nieuw uitzien.’

Advertentie
Advertentie
De betonnen trap, die bruut uit de bekisting kwam, is het sculpturale element van de keukenruimte.
De betonnen trap, die bruut uit de bekisting kwam, is het sculpturale element van de keukenruimte.
© Jan Verlinde

‘Het is in onze projecten altijd de bedoeling dat je ze moeilijk kunt dateren’, zegt Broeckhoven. ‘Daarom kiezen we ook nooit voor extreem trendgevoelige materialen. Je kunt bij wijze van spreken niet zien of dit in de jaren 2020 of de jaren 90 is gerenoveerd. Onze bedoeling is altijd om een plek naar een nieuw niveau te tillen, vertrekkende van de intrinsieke kwaliteiten. Hier was dat de openheid, de hoogte en het licht dat van één kant binnenviel. Dit interieur is wel ontworpen, maar blijft heel polyvalent. Nu hangen er twee landschapsschilderijen van Jean-Marie Bytebier tegen de achterwand. Maar daar zou evengoed een minimalistisch daybed passen. Beide invullingen werken perfect.’

Kracht van leegte

Dat er een niveauverschil zou komen in hun woning, was evident. Waar nu de verhoogde zithoek is, was vroeger al een betonnen podium. ‘Dat verhoog is de ideale manier om de woonruimte in te delen in een zithoek en een keukenzone. We hoeven hier geen tussenwanden die het licht of het ruimtegevoel belemmeren. We kozen dit pand net omdat het zo hoog en open is’, zegt Van Dijck. ‘Van Æ studio kwam het excellente idee om de bestaande mezzanine ongeveer een meter te verlagen, zodat er effectief een comfortabele slaapkamer en badkamer in passen. Zonder dat we ons hoofd stoten aan de te lage balken. En zelfs met dat verlaagd plafond hebben we nog voldoende hoogte in de keuken.’

Van Æ studio kwam het excellente idee om de bestaande mezzanine ongeveer een meter te verlagen, zodat er effectief een comfortabele slaapkamer en badkamer in passen.
Van Æ studio kwam het excellente idee om de bestaande mezzanine ongeveer een meter te verlagen, zodat er effectief een comfortabele slaapkamer en badkamer in passen.
© Jan Verlinde
Advertentie

Van Dijck en zijn vrouw, een Franse textielproducent, ontdekten het pand tijdens de coronapandemie. Het achterhuis in het historische centrum was één grote open ruimte, met een provisoir keukentje, badkamertje en slaapkamer. ‘Voor de rest was alles hier leeg. Ik vond dat prachtig’, zegt Van Dijck. ‘Het deed me meteen denken aan Axel Vervoordts ideeën over de kracht van de leegte. Hoe minder je hier zet, hoe beter het werkt. Daarom stouwen we het ook niet vol. Een houten wandsculptuur van Donald Judd zou hier niet misstaan. Maar ik vrees dat ik die zelf zal moeten maken.’

Het pand was oorspronkelijk één grote open ruimte, wat Jan Van Dijck meteen aansprak door de kracht van de leegte.
Het pand was oorspronkelijk één grote open ruimte, wat Jan Van Dijck meteen aansprak door de kracht van de leegte.
© Jan Verlinde

Picasso en Fontana

Vervoordt is geen lukrake namedropping. Toen er nog opendeurdagen waren, bezocht Van Dijck jaarlijks het kasteel van Axel Vervoordt in ‘s-Gravenwezel. ‘Ik ken dat interieur echt uit het hoofd’, zegt hij. ‘Tijdens die opendeurdagen kwamen honderden voyeurs kijken hoe Axel en May Vervoordt leefden tussen werken van Antoni Tàpies, Pablo Picasso of Lucio Fontana. Als gewone sterveling kon je er rondlopen, terwijl de dag erna misschien Sting langskwam. Onvoorstelbaar inspirerend. Die wabi-sabi-sfeer in Vervoordts kasteel maakte keer op keer een enorme indruk op mij. Maar hier in dit pand zou die wabi-saus niet pakken. Het moest hier geen Vervoordt-afkooksel worden. Daar zijn er al genoeg van.’

Binnenkijken bij Carmen in Amsterdam | Gastenkamers met zicht op de grachten

Hun oog viel uiteindelijk op Æ studio, het Antwerpse interieurbureau van Arno Broeckhoven en Ellen Van Laer. Zij zijn bij het grote publiek misschien wel het bekendst om de flagshipstores die ze ontwierpen voor pakkenmaker Café Costume. Maar dat was niet hoe ze bij Van Dijck en zijn vrouw op de radar kwamen. ‘Ons oog viel op een publicatie over een Gentse paraplufabriek, die zij verbouwden tot een prachtige loft met warme én brute accenten. Het was precies wat we in ons hoofd hadden.’ En het is precies wat het geworden is.

De Van Dijcks zagen een publicatie over een Gentse paraplufabriek, die Æ studio verbouwde tot een prachtige loft met warme én brute accenten. ‘Dat was precies wat we in ons hoofd hadden.’
De Van Dijcks zagen een publicatie over een Gentse paraplufabriek, die Æ studio verbouwde tot een prachtige loft met warme én brute accenten. ‘Dat was precies wat we in ons hoofd hadden.’
© Jan Verlinde
Advertentie