1 op 5 noodoproepen op 22 maart faalde

De parlementaire commissie die onderzoek doet naar de aanslagen van 22 maart, keek woensdag reikhalzend uit naar de komst van Marc De Buyser, directeur-generaal van ASTRID. In ons land loopt de communicatie van hulpdiensten, politie en brandweer over het ASTRID-netwerk. Verscheidene hulpverleners die vorige week al in de commissie getuigden, wezen op zwaktes in het ASTRID-netwerk op 22 maart. 

De Buyser gaf cijfers over het aantal noodoproepen over het ASTRID-netwerk op 22 maart. Er zouden in totaal 34.000 communicaties geweest zijn die dag, waarvan er ongeveer 8.000 mislukten. Dat is dus 1 op de 5 noodoproepen die er niet door geraakte, erkende De Buyser.

Fout gebruik

Dat er zoveel noodoproepen strandden, heeft twee oorzaken, bleek uit de discussie met de parlementariërs: fout gebruik en capaciteitstekort. De hulpverleners bleken niet altijd even juist te communiceren zoals hen dat in principe wordt aangeleerd bij ASTRID-opleidingen.  

Van de 8.000 communicaties waren er 7.000 zogenaamde push-to-talkmeldingen. Daar moet een hulpverlener een rode knop induwen om te kunnen communiceren, wat in het heetst van de strijd niet altijd gebeurde. Als een hulpverlener dat niet doet, dan komt hij weer achteraan de wachtrij. 

Capaciteit

Slechts 900 oproepen struikelden als gevolg van capaciteitstekort. Bij de aanslagen op 22 maart bleek de communicatienood immens: de zendmasten in Brussel en Vlaams-Brabant kregen tot tien keer meer trafiek te verwerken. Er waren op de netwerken ook 4.000 vrijwilligers actief, wat het dubbele is van normaal.

Om die reden zette ASTRID al snel een extra mobiele zendwagen bij, die werd gepositioneerd aan het Jubelpark, tussen het Schuman- en Montgomeryplein. Maar de parlementariërs vroegen zich af of de inzet van extra capaciteit niet sneller had kunnen gebeuren. Topman De Buyser moest de aanslagen immers 'via de pers vernemen', erkende hij. 

Er was geen procedure om bij de start van het federaal rampenplan meteen ook de baas van het ASTRID-netwerk te verwittigen. Dat is ondertussen rechtgezet, het zal voortaan het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken zijn dat die communicatie voor zijn rekening neemt. Ook over de capaciteit zijn na 22 maart al beslissingen genomen.

In bepaalde risicozones in Brussel gaat de capaciteit tegen juni al naar omhoog. 'U toont sinds 22 maart een proactieve houding. Maar we hadden Parijs al gehad. Had dat dan niet eerder kunnen gebeuren?' besloot commissievoorzitter Patrick Dewael.