Prorector Vrije Universiteit Brussel

Blindheid voor toekomstige rampen veroordeelt ons tot vooruitgangsoptimisme.

De absolute waanzin van een nietsontziende oorlog is terug van nooit weggeweest. In Europa hielden weinigen dat voor mogelijk. Toen die andere onmogelijkheid, de coronapandemie, plots in alle hevigheid uitbrak en de universiteiten sneller dan de regering beslisten ‘full digital’ te gaan, vroegen de algemeen beheerder en ik ons in volle crisis af wat we tijdens mijn rectoraat eigenlijk nog niet hadden meegemaakt. Na even nadenken, opperde ik: de Derde Wereldoorlog. Het klinkt nu cynisch, maar het kwam toen spontaan bij me op.

Mijn vorig jaar verschenen boek 'Ronduit' had als ronkende ondertitel: 'Overpeinzingen van een possibilist'. Ik wil de lezers er graag van overtuigen dat een betere toekomst mogelijk is, precies omdat we de voorbije halve eeuw op tal van vlakken aantoonbare vooruitgang hebben geboekt. De Zweedse arts en statisticus Hans Rosling was absoluut overtuigend met zijn baanbrekende werk Factfulness en zijn pleidooi om naar het grotere geheel te kijken en ons oordeel niet te laten kleuren door de waan van de dag.

Advertentie

Mensen beginnen een oorlog, maar mensen stoppen ook oorlogen.

Een possibilist is ervan overtuigd dat de wereld niet per se beter wordt, maar dat het wel kan. Betekent de waanzin van deze oorlog dan het einde van mijn outing als possibilist? Ik denk het niet. Een possibilist houdt wel degelijk rekening met elk scenario, ook met de ergste doemscenario’s. Tegelijk blijf je als possibilist steevast geloven dat we beter kunnen. Mensen beginnen een oorlog, maar mensen stoppen ook oorlogen. Ik hoop dat de protagonisten van deze oorlog die mogelijkheid openhouden en ik zie ook signalen.

Het cliché klopt dat een oorlog zowel het slechtste als het beste in de mens naar boven brengt. Het slechtste is het leven van je medemens, en a fortiori die van de jongsten onder ons, tot een absolute hel maken. Dat is wat Poetin doet. Bij het beste - want ook daar heeft de possibilist oog voor - denk ik aan de moed, het engagement en de waardigheid van de Oekraïners. Aan al die mensen die ondanks de extreme dreiging en de permanente doodsangst boven zichzelf uitstijgen.

Ik denk aan de solidariteitsgolf die we overal in de wereld zien. Ook aan de universiteiten, zoals de twee Harvard-studenten die in geen tijd een performante website opzetten om Oekraïense vluchtelingen in contact te brengen met gastgezinnen. Ik denk aan het Oekraïense IT-leger van meer dan 300.000 individuen die hun skills gebruiken voor een ander soort oorlog: desinformatie ontmaskeren, reclamecampagnes hacken van westerse bedrijven die nog altijd in Rusland opereren, en de facto de moordwapens van de Russen financieren.

Ik denk aan de solidariteitsgolf die we overal in de wereld zien. En ook aan de vele duizenden Russen die toch de straat op durven te gaan.

Advertentie

Bij uitbreiding denk ik aan de vele duizenden Russen die toch de straat op durven te gaan. En aan de eenvrouwsactie van de indrukwekkende Marina Ovsyannikova, die tijdens een nieuwsuitzending een bord met een boodschap omhoog hield om de kijkers te waarschuwen dat ze allemaal voorgelogen werden, en de spontane ontslagnames van andere medewerkers die op deze actie volgden.

Wij mensen, ook de possibilisten dus, hebben echter een groot gebrek: we zijn blind voor naderend onheil. Het is allemaal de schuld van Zeus. Die liet - als straf voor de mensheid - een beeldschone, maar bijzonder nieuwsgierige vrouw maken, Pandora genaamd. Ze droeg een vat - ‘de doos’ - vol gruwelen dat ze onder geen beding mocht openen. Maar nieuwsgierig als ze was, deed ze dat toch en zo liet ze alle plagen op ons los. Geschrokken sloot ze bliksemsnel het vat en de hoop kon niet meer ontsnappen.

In de hoop zit ook het voorgevoel. En net daardoor kunnen de mensen de plagen niet zien aankomen. De kern van het menselijke wezen zou dus wel eens een gebrek aan voorgevoel kunnen zijn. En door die blindheid voor toekomstige rampen zijn we tot vooruitgangsoptimisme veroordeeld. Doordat onze blik steevast op de blauwe hemel is gericht, zien we soms de afgrond aan onze voeten niet.

Advertentie
Gesponsorde inhoud