opinie

Vakbondsvrijheid staat op de helling

Voorzitter ACV

Met het schrappen van een artikel uit het strafwetboek begon 100 jaar geleden de vakbondsvrijheid. Vandaag staat die op de helling, en het is zorgwekkend dat die agenda zoveel politieke steun krijgt.

Staken is een arbeidsrecht. In de jaren 1970 werd dat aan stakingsposten gezongen, bij wijze van slogan en eis. Nochtans klinkt die zin eerder als een citaat uit een of ander wetboek. Honderd jaar geleden werd het beruchte artikel 310 van het strafwetboek afgeschaft. Dat artikel verbood stakingsposten en -acties, op straffe van gevangenis en geldboetes. Met die juridische stok werden honderden mensen bestraft. De afschaffing op 24 mei 1921 maakte een einde aan de discrepantie tussen de grondwet, die voor alle burgers vrijheid van vereniging beloofde, en het strafwetboek. Die dag werd ook de wet op de vrijheid van vereniging ingevoerd en de vakbondsvrijheid erkend.

Die wetten van 1921 trokken een streep na 90 jaar rechteloosheid: niet verder zo. Toen de grondwet in 1831 werd aangenomen, stond die te boek als progressief. Maar de beloofde vrijheid was die voor de fabriekseigenaars. De hele gemeenschap stond onder hun controle. Wie een vakbond wilde oprichten had veel kans in de gevangenis terecht te komen, op betogingen werd met scherp geschoten.

Advertentie

De kanteling van 1921 kwam er onder druk. De algemene werkstakingen in de jaren voor de oorlog lagen nog vers in het geheugen. En Europa beleefde na de oorlog revolutionaire opstanden. Er waren toegevingen nodig om dat tij te keren. Zo werden ook het algemeen stemrecht voor mannen en de 8 urendag ingevoerd.

In 1981 bepaalde het Hof van Cassatie dat ontslag om stakingsredenen niet mag.

Al was 24 mei 1921 een mijlpaal, als je staakte bleef dat impliceren dat de werkgever de arbeidsovereenkomst als beëindigd mocht beschouwen. En dan werd je ontslagen. Zelfs nadat de vakbondsvrijheid na de Tweede Wereldoorlog als grondrecht in internationale verdragen werd verankerd. Pas in 1981 kwam daarin verandering. In het Antwerpse petroleumbedrijf SIBP had vakbondsman Miel De Bruyne een staking gelanceerd, waarop SIBP hem aan de deur had gezet. Vervolgens ging heel de sector uit solidariteit in staking. Het Hof van Cassatie bepaalde daarop dat ontslag om stakingsredenen niet mag.

Jungle

Een ontketend neoliberalisme tracht die collectieve sociale verworvenheden weer op de helling te zetten. Daarmee probeert het de dam tegen ongelijkheid en armoede te breken. De 8 urendag is getransformeerd tot een jungle van flexibele arbeidsregelingen. Vrije loononderhandelingen zijn vervangen door de strakke loonnormwet. Het nationaal interprofessioneel sociaal overleg verlegt men naar een lager niveau, liefst naar het niveau van elk bedrijf apart. Werkgevers pushen zelfs richting het niveau van het individu. Dan vallen centrale afspraken over arbeidsvoorwaarden en lonen helemaal weg. Terug naar de 19 de eeuw, toen elke arbeider apart tegenover de patroon stond en sociale uitbuiting en uitsluiting de norm waren.

Advertentie

Als klap op de vuurpijl wordt het stakingsrecht zelf onder vuur genomen: dwangsommen, minimale dienstverlening... Ook voor de vrijheid om te manifesteren staan we op een hellend vlak.

Dat die agenda zoveel politieke steun krijgt, is zorgwekkend. Druk en sociale actie zullen, net als een eeuw geleden, meer dan nodig zijn om de vakbondsvrijheid en de sociale rechten van werknemers te beschermen en uit te breiden. De coronapandemie heeft laten zien wie de samenleving doet draaien. Daaruit kan de vakbeweging het zelfvertrouwen putten om de zaken recht te trekken.

Ondertekenaars:

Marc Leemans, voorzitter ACV

Miranda Ulens, algemeen secretaris ABVV

Jan Buelens, docent arbeidsrecht UAntwerpen/ULB en Progress Lawyers Network

Guy Cox, voormalig directeur-generaal dienst collectieve arbeidsbetrekkingen FOD WASO

Gita Deneckere, decaan Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, UGent

Filip Dorssemont, professor arbeidsrecht UCL

Valeria Pulignano, gewoon hoogleraar arbeidssociologie KU Leuven

Marc Rigaux, emeritus gewoon hoogleraar arbeidsrecht UAntwerpen

Maxime Stroobant, emeritus gewoon hoogleraar arbeidsrecht VUB

Othmar Vanachter, emeritus gewoon hoogleraar arbeidsrecht KU Leuven

Geert Van Hootegem, algemeen directeur HIVA, Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving

Anne Van Regenmortel, emeritus hoogleraar socialezekerheidsrecht UAntwerpen

Christophe Van Roelen, professor arbeidssociologie VUB

Advertentie
Gesponsorde inhoud