Afschaffing stemplicht kan vernieuwend werken
Door stemmen vrijwillig te maken worden burgers uitgedaagd om bewuste keuzes te maken over beleid dat hen direct beïnvloedt.
Op 13 oktober zet Vlaanderen een belangrijke stap: voor het eerst in meer dan een eeuw is stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen niet verplicht. De traditie van de verplichte stemming, die in 1893 ontstond, is niet meer. Wat zijn de gevolgen voor de lokale democratie, voor de opkomst en voor de betrokkenheid van de kiezer? Zal het de polarisering in de politiek doen toenemen, of net niet? En is het gemeentelijke niveau het juiste niveau om dit in te voeren?
De auteur
Willem Sas is professor publieke economie aan de UHasselt en is verbonden aan de KU Leuven en UCLouvain.
De kwestie
Zonder stemplicht is de vraag of burgers nog gemotiveerd zijn om hun stem uit te brengen.
De conclusie
Door stemmen vrijwillig te maken worden burgers uitgedaagd om bewuste keuzes te maken over beleid dat hen direct beïnvloedt.
De discussie over de stemplicht speelt al jaren. Tegenstanders stelden dat een democratie burgers niet mag dwingen om te stemmen: het is een recht, geen plicht. Ze wonnen uiteindelijk het pleit. Vlaanderen sluit zich aan bij andere democratieën waar stemmen vrijwillig is en keuzevrijheid centraal staat. Maar de vraag blijft: wat gaat de kiezer aanvangen met die vrijheid en hoe gaan politieke partijen daarop reageren? Goed beleid anticipeert op mogelijke reacties, wat te weinig gebeurde in het voorafgaande debat.
Talloze studies leerden nochtans dat het opkomstpercentage aanzienlijk kan dalen als je de stemming niet meer verplicht. Een verminderde motivatie speelt daarbij een rol. Zonder verplichting voelen sommige kiezers minder de noodzaak om te gaan stemmen, zeker als ze weinig interesse of vertrouwen in de politiek hebben, of als ze het gevoel hebben dat hun stem geen verschil maakt. Bovendien blijkt vaak dat vooral jongere, lager opgeleide en sociaal-economisch zwakkere groepen wegblijven bij verkiezingen, wat tot ongelijkheid in politieke participatie en vertegenwoordiging leidt.
Min 30 procentpunten
Op gemeentelijk niveau spelen die risico’s nog meer. In Nederland schommelt het opkomstpercentage rond 50 procent, tegenover 90 procent in Vlaanderen. Gemeentelijke kwesties - denk aan mobiliteit, infrastructuur en openbare diensten - krijgen doorgaans minder aandacht in de media en lijken daarom minder urgent dan nationale of regionale verkiezingsthema’s.
De voorspelling is daarom dat, net als in Nederland, het percentage zondag met liefst 30 procentpunten zal dalen. Gemeentebesturen zouden dan verkozen worden door een kleinere, maar actieve minderheid, wat de legitimiteit van de uitslagen kan ondermijnen. Bovendien zou het net die subgroepen uitsluiten die zich nu al minder vertegenwoordigd voelen, wat de polarisering alleen maar doet toenemen. En dan spreken we nog niet over de politieke olie op dat vuur.
Als de opkomstcijfers drastisch dalen, kunnen vragen rijzen over de democratische legitimiteit van gemeentebesturen.
Want ook partijen worden wakker in een nieuwe wereld. Terwijl zij vroeger op een breed scala aan kiezers konden rekenen, moeten ze nu gericht campagne voeren om specifieke groepen van kernkiezers te mobiliseren. Dat kan leiden tot gerichtere, maar ook meer polariserende campagnes waarin partijen in eerste instantie hun trouwe achterban bedienen in plaats van het brede publiek. Het draait dan minder snel om het verenigen van kiezers rond goed beleid, maar eerder om kopstukken die tegen elkaar worden uitgespeeld.
Tegelijk biedt de hervorming ook kansen. Zonder verplichting kan de motivatie om te stemmen juist groeien bij burgers die echt betrokken zijn bij hun gemeente. Dat kan leiden tot een electoraat dat bewuster en beter geïnformeerd is, wat de kwaliteit van de lokale politiek kan verbeteren. Door stemmen vrijwillig te maken worden burgers uitgedaagd om bewuste keuzes te maken over beleid dat hen direct beïnvloedt. Voor lokaal verankerde politici is dat een uitgelezen kans om de burgerparticipatie te verhogen en de betrokkenheid en het vertrouwen in de lokale democratie te versterken.
De afschaffing van de stemplicht is met andere woorden een experiment. Als de opkomstcijfers drastisch dalen, kunnen vragen rijzen over de democratische legitimiteit van gemeentebesturen. Aan de andere kant kan het ook een kans bieden voor vernieuwing en verbinding. Aan ons allemaal om die te grijpen.
Meest gelezen
- 1 Roerende voorheffing brengt een derde meer op door vlucht naar obligaties en termijnrekeningen
- 2 11 lonende tips voor uw portemonnee in 2025
- 3 Jimmy Carter (1924-2024), de pindaboer die niet kon oogsten
- 4 Federale formatie: Arizona-partijen mikken op regering tegen eind januari
- 5 Een toost op eeuwig beursmomentum