Begin mei verscheen de wettekst in het Staatsblad die de hervorming van het overlevingspensioen bepaalt. Volgens de huidige regelgeving wordt het overlevingspensioen toegekend aan de overlevende echtgenoot indien die ten minste 45 jaar is en minstens één jaar met de overleden werknemer gehuwd was op het ogenblik van het overlijden. Zowel op de leeftijdsvoorwaarde als op de duur van het huwelijk zijn uitzonderingen voorzien.
Probleem is dat het overlevingspensioen te veel als een inactiviteitsval werkt, en dan vooral voor vrouwen. Volgens minister van Pensioenen Alexander De Croo (Open Vld) blijkt uit onderzoek dat meer dan zeven op de tien vrouwen minder gaan werken of gewoonweg stoppen met werken nadat ze een overlevingspensioen ontvangen. Daardoor bouwen ze minder individuele pensioenrechten op voor later.
Voor wie momenteel al een overlevingspensioen ontvangt, verandert de wet niets. Maar toekomstige weduwen en weduwnaars die jonger zijn dan 45 jaar, zullen in de toekomst recht hebben op een overgangsuitkering in plaats van een overlevingspensioen. Die zal tijdelijk het financieel verlies na het overlijden van de partner opvangen, maar slechts één of twee jaar lopen, afhankelijk van of er kinderen ten laste zijn. De leeftijd van 45 jaar wordt tegen 2025 gradueel opgetrokken tot 50 jaar à rato van 6 maanden per jaar.
Na afloop van de overgangsuitkering en bij gebrek aan een baan, zal er onmiddellijk een recht op werkloosheidsuitkering geopend worden, zonder wachttijd en met een aangepaste begeleiding om de zoektocht naar werk te vergemakkelijken. De overgangsuitkering zal wel onbeperkt cumuleerbaar zijn met een loon of sociale uitkering. U krijgt dus ook de uitkering bij de uitoefening van een beroepsbezigheid, of bij het ontvangen van bepaalde socialezekerheidsuitkeringen zoals een werkloosheidsuitkering.
De berekening van de overgangsuitkering gebeurt op basis van de loopbaanduur en het verdiende loon van de echtgenoot. Hierbij wordt ten minste het minimumrecht voor een bepaald jaar in aanmerking genomen. De nieuwe regels zijn van toepassing op de langstlevende echtgenoten waarvan de echtgenoot ten vroegste overlijdt op 1 januari 2015. Er zijn wel nog enkele Koninklijke Besluiten nodig, bijvoorbeeld om de gevallen te bepalen waarbij het recht op de overgangsuitkering ambtshalve kan worden onderzocht.