De linkse partijen willen dat de lonen sneller kunnen stijgen dan het tempo van de buurlanden. CD&V, Open VLD, Vlaams Belang en N-VA zien daarin een gevaar voor de slagkracht van de Belgische bedrijven.
In ons land evolueren de lonen in een carcan. Via de automatische indexering stijgen ze automatisch mee met de inflatie, wat een vloer legt onder de stijging van de loonkosten. Om te vermijden dat bedrijven daardoor een te grote kostenhandicap met de buurlanden opbouwen, is er via de zogenaamde loonnormwet ook een plafond: de lonen mogen maar meestijgen in het gemiddelde tempo van de lonen in onze buurlanden.
De PVDA is pleitbezorger van vrije onderhandelingen, waarbij het wel de automatische indexering behoudt.
Vooruit wil dat de loonnormwet alleen richtinggevend wordt, waardoor de salarissen in sectoren met hoge winsten en dito productiviteitsgroei sneller kunnen stijgen.
Groen wil de loonnormwet hervormen, zodat er vrij onderhandeld kan worden. In die hervorming zou de loonmarge voor de partij richtinggevend moeten worden in plaats van dwingend. Wanneer een bedrijf het goed doet, moeten werknemers meeprofiteren. De partij pleit ook voor rechtvaardigere lonen in essentiële sectoren, zoals de zorg, het onderwijs en de groene industrie
CD&V behoudt de loonnormwet, omdat de partij er bescherming in ziet tegen ontsporende loonkosten. Wel komt er een mogelijkheid om in sectoren waar goed geboerd wordt, meer loonsopslag te onderhandelen. Voor bedrijven in moeilijkheden moeten tijdelijke afwijkingen kunnen.
Voor U wil loonnormwet versoepelen. Ook patronale lasten en bedrijfsvoorheffing moeten zakken zodat de loonhandicap vermindert.
Ook het Vlaams Belang behoudt de loonnormwet en wil de koopkracht verhogen door de lasten op arbeid te verlagen.
De N-VA vindt dat de loonkosten moeten afgestemd blijven op de evolutie in de buurlanden en in de rest van Europa. De partij vindt voorts dat de Groep van Tien en het nationaal sociaal overleg moeten verdwijnen en plaats moeten maken voor overleg op sector- en bedrijfsniveau.
De automatische indexering blijft bij alle partijen bestaan, al sleutelen ze er soms aan. Vooruit wil dat alle werknemers de indexering gelijktijdig krijgen, wat vandaag niet gebeurt omdat de afspraken daarover zijn gevat in sectorakkoorden. Bij een hoge inflatieschok wil Vooruit dat er meer indexering gaat naar de laagste lonen. Het Vlaams Belang behoudt de index, maar vraagt een doortastender beleid tegen inflatie. Open VLD wil dat alleen de nettolonen automatisch indexeren. Dat moet de koopkracht van werknemers beschermen en toch de stijging van de loonkosten temperen omdat ze niet het volledige brutoloon – dat deels naar de fiscus vloeit – moeten indexeren.
Zowel Vooruit, PVDA, Vlaams Belang als Groen vraagt dat de minimumlonen stijgen. Voor PVDA moet het toenemen van 12 naar 17 euro bruto per uur. Vlaams Belang wil het minimumloon met 5 procent optrekken in Vlaanderen.