Het lukte de voorbije legislatuur niet om de regels rond partijfinanciering en politieke deontologie ingrijpend te hervormen. Toch zeggen alle partijen daar voorstander van te zijn.
Vooruit wil minder ministers, minder parlementairen en minder partijfinanciering. Politieke partijen krijgen een plafond opgelegd voor hun uitgaven op sociale media.
De N-VA wil de partijdotaties niet meer indexeren, waardoor ze verdampen. De Senaat en de provincies worden afgeschaft en het Vlaams Parlement krimpt van 124 naar 100 leden. Een kwart van hen wordt verkozen in een Vlaamse kieskring.
CD&V pleit voor een limiet op de uitgaven voor sociale media, een verbod op buitenlandse financiering en een daling van de partijdotaties.
De PVDA schaft de vertrekpremies van parlementsleden af en geeft hen het statuut van werknemers, ook op het vlak van pensioen. De vergoedingen van ministers en parlementsleden worden gehalveerd. Er komt een inkomensplafond voor politici: al hun vergoedingen – ook privé – mogen samengeteld niet meer bedragen dan drie keer het nationale mediaanloon. De subsidies aan de politiek partijen worden gehalveerd.
Open VLD laat een onafhankelijk remuneratiecomité bepalen hoeveel politici mogen verdienen. In dat comité zitten ondernemers, academici, gewezen politici en experten in corporate governance. De publieke financiering van partijen wordt beperkt tot de studiedienst, de ledenbeweging, de lokale werking en een gelimiteerd bedrag aan advertenties op sociale media. De provincies en de Senaat worden afgeschaft.
Groen pleit voor een grondige hervorming van de partijfinanciering, waarbij de dotaties dalen. Reclame-uitgaven moeten worden begrensd en het gebruik van sociale media moet beter worden gereguleerd. Parlementsleden mogen niet langer tegelijk burgemeester of schepen zijn.
Het Vlaams Belang schaft de provincies, de Kamer, de Senaat en de monarchie af en houdt alleen het Vlaams Parlement over. De partijdotaties vanuit Kamer en Senaat worden geschrapt en de lonen van parlementsleden worden verlaagd. De quota voor mannen en vrouwen op kieslijsten verdwijnen.
Voor U schrapt drie kwart van de kabinetsmedewerkers, een derde van de parlementen, de Senaat en de provincies én halveert de partijfinanciering. De voorzitter van de Europese Raad, de premier en de Vlaamse minister-president worden rechtstreeks verkozen en beslissingen worden mee via referenda genomen. Ministers worden pas benoemd na een hoorzitting, waarin ze ook hun talenkennis moeten aantonen.