In welke mate tellen niet-gewerkte jaren mee voor de uiteindelijke berekening van de pensioenuitkering? Open VLD, N-VA, CD&V en Vooruit willen de band tussen werken en pensioen aanhalen. Andere partijen die voor hogere pensioenen pleiten verwijzen niet naar deze link. Het Vlaams Belang wordt alleen strenger voor de jaren van werkloosheid.
CD&V wil werken meer laten lonen. Op dit moment wordt het pensioenbedrag berekend op 60 procent van het gemiddelde loon van tijdens de carrière. Dat percentage moet hoger voor de effectief gewerkte dagen. Wel is de partij voorstander van een pensioensplit tussen koppels, zodat een partner die bijvoorbeeld onbetaalde zorgtaken op zich genomen heeft ook pensioen opbouwt.
De N-VA wil een hoger pensioen, doordat meer mensen langer werken. Periodes van werken moeten daarbij belangrijker worden in de pensioenberekening. Periodes van inactiviteit, zoals langdurige werkloosheid, moeten dan weer minder snel meetellen. Een loopbaan van 45 jaar blijft de referentie voor een volwaardig pensioen.
Zelfde teneur bij Open VLD: de band tussen het aantal gewerkte jaren en het pensioenbedrag moet worden versterkt. In de berekening wordt 65 tot 70 procent van het inkomen tijdens de gewerkte jaren genomen, tegenover 50 tot 55 procent van het inkomen in de niet-gewerkte jaren die meetellen voor de pensioenberekening. De perequatie van de ambtenarenpensioenen, waardoor die niet alleen meestijgen met de inflatie maar ook met loonsverhogingen van nog werkende ambtenaren, wordt afgeschaft.
Tot slot haalt ook Vooruit de band tussen het pensioen en de effectief gewerkte jaren aan. De toegang tot het minimumpensioen wordt vereenvoudigd, zodat het niet meer uitmaakt in welk stelsel – werknemer, zelfstandige of ambtenaar – iemand pensioenrechten heeft opgebouwd.
De PVDA trekt het minimumpensioen op tot 1.850 euro netto per persoon. Het wettelijk pensioen voor werknemers en zelfstandigen stijgt geleidelijk naar 75 procent van het gemiddelde loon of beroepsinkomen, waardoor wie werkt een hoger pensioen krijgt. Wel komt er een maximum voor iedereen van twee keer het minimumpensioen, dus 3.700 euro per maand.
Groen wil de verhoogde minimumpensioenen verder versterken, zodat ouderen niet in armoede belanden. De partij is voorstander van ‘eerlijke pensioenen’ voor wie niet werkte op de arbeidsmarkt om zorgtaken op zich te nemen. Zo mogen mantelzorgers niet bestraft worden in de pensioenberekening omdat ze een tijdje buiten de arbeidsmarkt presteerden. De 1 procent hoogste pensioenen worden afgetopt.
Het Vlaams Belang pleit voor een eengemaakt stelsel voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren, gebaseerd op een volledige loopbaan van 66.000 uur. De partij verhoogt het huidige minimumpensioen tot 1.799 euro bruto per maand, en blijft het indexeren in het ritme van de inflatie. Jaren van moederschapsrust, ziekte of werkloosheid blijven in de pensioenberekening meetellen als ‘gelijkgestelde periodes’ voor gewerkte jaren, maar de werkloosheidsuitkering stopt wel na twee jaar. Het Vlaams Belang voert tevens een maximumpensioen in van 4.750 euro, in plaats van 7.813 euro vandaag. Partners kunnen pensioenrechten aan elkaar overdragen om onbetaalde zorgtaken te honoreren.
Voor U vindt dat werken altijd voordeliger moet zijn.