Open VLD, de N-VA, CD&V en het Vlaams Belang pleiten voor hogere defensie-uitgaven, om weerbaar te zijn tegenover de toegenomen dreiging aan de Europese buitengrenzen. Voor Vooruit volstaat de budgetverhoging die onder de regering-De Croo werd afgesproken. De PVDA ziet de NAVO als deel van het probleem en Groen wil vooral de democratische controle op defensie vergroten.
Open VLD wil tegen 2029 al 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) besteden aan defensie, wat sneller is dan het voorziene groeipad. Het Belgische leger moet zijn capaciteit voor tanks – idealiter in een multinationaal bataljon – en militaire drones versterken, moet meer F-35-gevechtsvliegtuigen bestellen en moet sneller dan gepland reddings- en transporthelikopters aankopen. De liberalen zijn tegen legerdienst in vredestijd maar willen het statuut van reservist aantrekkelijker maken. Binnen de NAVO moeten de EU-landen in staat zijn om autonoom te handelen.
De N-VA wil dat België een betrouwbare NAVO-bondgenoot is en tegen 2029 al minstens 2 procent van het bbp investeert in defensie. Er moet een derde fregat aangekocht worden, alsook meer F-35’s. De N-VA is voorstander van een Europese Veiligheidsraad, ter aanvulling op de NAVO. Omdat de weg naar een Europese defensie lang is, kiest de N-VA voor tussenstap via de uitbouw van een Benelux-defensie.
CD&V wil het defensiebudget sneller laten stijgen dan het huidige ritme, zodat het tegen 2030 al 2 procent van het bbp bedraagt. De NAVO blijft de hoeksteen van het internationaal veiligheidsbeleid en op dat engagement mag niet worden ingeboet.
Het Vlaams Belang wil het defensiebudget optrekken tot ten minste 2 procent van het bbp, met onder meer extra investeringen in de marine. De partij zou ook een ‘nationale garde’ in het leven roepen, die taken voor binnenlandse veiligheid op zich neemt waarvoor de politie niet is opgeleid. Schoolverlaters volgen een verplichte gemeenschapsdienst, met vrijwillige legerdienst als onderdeel.
Voor Vooruit is de prioriteit voor defensie de uitvoering van het STAR-plan, de strategie die de regering-De Croo uitstippelde en het budget tegen 2030 naar 1,54 procent van het bbp stuurt. Als dat groeipad wordt aangehouden, bereikt België in 2035 de NAVO-norm van 2 procent. Het is wel belangrijk dat die investeringen Europees gecoördineerd gebeuren en bijdragen tot een sterke Europese defensiepijler binnen de NAVO.
Groen steunt de toename van het budget tegen 2030 die door de regering-De Croo werd afgesproken. Verdere groei van de defensie-uitgaven moet echter bekeken worden in een groter plaatje, zoals de geopolitieke context binnen enkele jaren, en mag nooit ten koste gaan van investeringen in de strijd tegen de klimaatcrisis of in de gezondheidszorg. Tegen 2030 mag het leger nog hoogstens 70 procent mannen tellen en mogen er zich geen kernwapens meer op Belgisch grondgebied bevinden. De controle op de uitvoer van wapens en militaire goederen wordt opgevoerd en er moet een verbod op autonoom werkende ‘killerrobots’ komen. Europese staten dienen nauwer samen te werken rond defensie, zodat ze minder afhankelijk worden van niet-Europese landen.
De PVDA ziet een ‘offensieve alliantie als de NAVO niet als een deel van de oplossing, maar als deel van het probleem’ en ‘weigert zich te laten meeslepen in nieuwe oorlogszuchtige avonturen’. Alleen missies van vredeshandhaving in het kader van de Verenigde Naties kunnen onder strikte voorwaarden worden gesteund. Voor duurzame vrede in Oekraïne is een belangrijk diplomatiek offensief nodig. De PVDA is tegen de militarisering van de economie, verwerpt Europese steun voor de militaire industrie en pleit voor Europese samenwerking die de militaire uitgaven doet dalen in plaats van te verhogen. Offensieve gevechtsvliegtuigen zoals de Amerikaanse F-35 worden niet langer gekocht.